Tijdschrift: Jeugd en Co (2008) Auteur: Barbara Van wijk Bron:
Voorheen: adviseur bij RMO (Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling) = adviesorgaan voor de regering. Nu: Onderzoekster bij ECBO (Expertisecentrum Beroepsonderwijs). Bron:
Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling = adviesorgaan voor de Nederlandse regering. Barbara Van Wijk schreef mee aan de publicatie: ‘Tussen flaneren en Schofferen’. Een constructieve aanpak van het fenomeen hangjongeren.
Interactie met de buurt 1. Omwonenden die overlast ervaren geen passende reactie 2. Jongeren gaan net goed om met de reacties die ze krijgen 3. Mislukte conversatie jongeren versterken in hun gedrag
Onvoldoende participatie 1. Kenmerken gezin, wijk, onderwijs,.. doen niet voldoende mee aan geaccepteerde vormen van participatie 2. Gevolg: Jongeren zoeken de straat op 3. Straatcultuur belemmert terugkeer naar participatie maatschappij Bron:
Negatieve sfeer 1. Sfeer rond hangjongeren negatief geladen 2. Negatieve sfeer omwonenden benaderen argwanend 3. Argwaan zorgt voor negatief gedrag versterking negatieve sfeer.
Opdracht van de jongerenwerker: Wat niet? Een eenzijdige repressieve aanpak Wat wel? 1. Contacten met de buurt 2. Voldoende participatie 3. Een positievere sfeer
Overlast, probleem van jongeren en omwonenden Jongeren en omwonenden met elkaar in contact brengen Bij gemeenten aandringen voor ontmoetingsruimten Bron:
Andere partijen betrekken bij vrijetijdsbesteding jongeren Aan anderen laten zien dat het nodig is dat ze betrokken zijn. bv: In Utrecht zijn er bij de politie jongerenteams die surveilleren Bron:
Jongeren helpen bij de boodschap: jongeren mogen ook op straat zijn Projecten opstarten die bijdrage zijn voor buurt Lokale politici uitnodigen Bron: