Vak maatschappijleer In klas 4: 2 uur in de week

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Revolutie in Amerika 4.2.
Advertisements

Staatsinrichting 1 Veranderingen herkennen/ beschrijven die in 1848 werden doorgevoerd in het kiesrecht door de liberalen o.l.v. Thorbecke.
Hoofdstuk 4: Pruiken en Revoluties
Havo week 44/2010.  Doel: Problemen van de rechtstaat verkennen.  Veranderende regels.  Grondwet.  Discussiepunten in rechtstaat  Actualiteit  Opdrachten.
Maatschappijleer 1 Nadya Karim
Politiek en staatsinrichting in Nederland en Europa.
Rechten van burgers Plichten van de overheid
De staatsinrichting van Nederland.
QUIZ Katern Politiek.
Het Politiek Systeem Civitas Hoofdstuk 8
Systeem van het recht Rechtsbron Interpretatie Objectief recht
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Staatsinrichting van Nederland
Hoofdstuk 6 Democratisering
18de eeuw Halverwege de 18de eeuw kwam de Verlichting (zie aantekeningen bij hoofdstuk 7 ) Vrijheidsrechten Verlichtingsfilosofen gingen uit van het idee.
Ontwikkeling van politieke rechten.
Opdracht 12 (H1) Liberaal VOOR censuskiesrecht
Regels zijn regels.
1. Politici moeten zich zo min mogelijk bemoeien met de rechter.
RECHTSSTAAT Scheiding der machten
Hoofdstuk 7: Nederland een rechtsstaat Hoe worden rechten gegarandeerd?
Geschiedenis Module 2 par 5 t/m 8.
Parlementaire democratie
2.2 Grondbeginselen van de rechtsstaat
Wat gaan we vandaag doen?
Staatsinrichting van Nederland
4.2: De geschiedenis van de NL democratie
Liberalisme en socialisme
Politiek.
Herhaling Staatsinrichting
Rechtsstaat 22 april Rechtsstaat 22 april 2008.
Evenwicht in de machtsindeling
4.2: De geschiedenis van de NL democratie Nakijken HC Opdracht vorige les afronden Huiswerk.
Aantekeningen paragraven
De liberale revolutie in 1848
-Wat moet je weten aan het einde van de les?
4.2: De geschiedenis van de NL democratie
Vrijheid en democratie De opmars van het parlement
Par 7.2 Van Republiek naar parlementaire democratie 4 De Nederlanden.
Geschiedeniswerkplaats – 2KGT Hoofdstuk 2
Koning Willem II Zoon van de krachtdadige Willem I Was in 1848 bang zijn koningschap te verliezen Werd in één nacht liberaal Stemde in met de liberale.
In 1568 begint Willem van Oranje een opstand tegen Spanje
Rechtsstaat 4Havo Paragraaf 2 Wie kan de macht van de overheid controleren?
Hoofdstuk 3: Parlementaire democratie
Politiek – maatschappelijke stromingen:
5.3 Democratie in Nederland Tijd van burgers en stoommachines
4.1 de Pruikentijd.
Les 1 Rechtsstaat paragraaf 1. Indeling hoofdstuk Paragraaf 1,2 en 3 beginselen Paragraaf 4,5,6 en 7 praktijk.
Deze les: Uitleggen rechtsstaat Maken opdrachten.
Staatsinrichting van Nederland (deel 2)
Democratische rechtsstaat?
Blok 2 Vrijheid in Nederland
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de “Regels en rechten”.
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de Nederland; rechts-staat en democratie De powerpoint bevat de basisstof die je moet kennen om het centraal.
De grondwet Paragraaf 4 politiek.
Blok 2 Vrijheid in Nederland
1. Politici moeten zich zo min mogelijk bemoeien met de rechter.
Kwaliteitszorg Les 2.
Thema 14 Wet- en regelgeving
Welke koning ondertekende de grondwetswijziging van Thorbecke?
HOOFDSTUK 1 NEDERLAND VAN 1848 TOT 1914
1.1 DE NEDERLANDSE STAATSINRICHTING NU
Het Koninkrijk der Nederlanden
Cursus 3.3 Hoe zijn rechten en plichten geregeld? Klas 2 BK Lesweek 3
Welke koning ondertekende de grondwetswijziging van Thorbecke?
CRIMINALITEIT.
Cursus 3.3 Hoe zijn rechten en plichten geregeld? Klas 2 KGT Lesweek 3
Milieu wet- en regelgeving
Wetenschappelijke Revolutie, Verlichting en Franse Revolutie
Democratie en Dictatuur
Transcript van de presentatie:

Vak maatschappijleer In klas 4: 2 uur in de week Het eindcijfer telt mee voor de overgang. Het eindcijfer van het PWS, het vak maatschappijleer en het vak ANW vormen samen 1 cijfer, het zogeheten combinatiecijfer op de eindexamenlijst. Geen eigen boeken. Leerstof: de aantekeningen van de docent! Nodig: schrift en pen!

Programma Periode 1: de rechtsstaat (toets) Periode 2: de rechtstaat (project), o.a. bezoek aan rechtbank Periode 3: de pluriforme samenleving (project en toets) Periode 4: de verzorgingsstaat (toets), de maatschappelijke stage Periode 5: de parlementaire democratie (toets) Periode 6: de parlementaire democratie (project), o.a. bezoek aan Den Haag

De Rechtsstaat

1 IDEE EN OORSPRONG VAN DE RECHTSSTAAT

1.1 Beginselen van de rechtsstaat Nederland is een democratische rechtsstaat: Burgers hebben inspraak op het bestuur B. Burgers worden beschermd tegen de (gekozen) machthebbers ook de overheid moet zich aan de regels houden Sociaal contract: burgers/overheid moeten zich aan regels houden (maat/regel)

Leerplicht

Belastingplicht

Geen rechtsstaten

1.2 Ontstaan van de rechtsstaat 17de/18de eeuw: koning alle (staats)macht in handen (absolute macht) Montesquieu macht scheiden in drieën: -uitvoerend: koning/ministers -wetgevend: parlement (volk) -rechterlijk: onafhankelijke rechters De trias politica

1789 Franse Revolutie: Amerikaanse Revolutie In West-Europa komt een einde aan het absolutisme (19de eeuw) De constitutionele monarchie: De grondwet beperkt de macht van de koning en geeft de burgers bepaalde vrijheden (grondwettelijke bescherming)

De Amerikaanse revolutie

De trias politica

De 20e eeuw

Fascisme

Communisme

Na WO II: Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948):UVRM Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (1950): EVRM Verbetering/bewustwording van de mensenrechten (grondrechten)

Dilemma's

Deel II Vervolg par.1 De rechtsstaat: Iedereen, burgers en overheid, heeft rechten en plichten. Ook de overheid moet zich aan de regels houden De macht van de overheid wordt aan banden gelegd! Hoe? -De grondwet(constitutie)/grondrechten -De trias politica -democratie -Onafhankelijke rechtspraak

Minimale binding De rechtsstaat vormt de grondslag voor: -De parlementaire democratie -De verzorgingsstaat -De pluriforme samenleving Voorbeeld: eerwraak

http://www. humanrights http://www.humanrights.com/#/what-are-human- rights (Mensenrechten/in het Engels!)

2 De grondwet en grondrechten Doel grondwet (constitutie): A Beperken macht van de staat/garanderen vrijheid burgers B Vastleggen fundamentele rechten van de burgers C Uitdrukken de eenheid van de staat D Aangeven regels voor bestuur

Geschiedenis van de grondwet (herzieningen) 1798 Staatsregeling van de Bataafse Republiek 1806 Nederland wordt een constitutionele monarchie 1814 1e grondwet: macht in handen van de koning 1848 Grondwetswijziging (o.l.v. Thorbecke): -Macht verschuift van koning naar parlement (“volk”) -Ministeriële verantwoordelijkheid -Censuskiesrecht

1917 Algemeen mannenkiesrecht 1922 Algemeen vrouwenkiesrecht 1983 Sociale grondrechten

Inhoud van de grondwet: Hoofdstuk 1: Klassieke grondrechten Sociale grondrechten Hoofdstuk 2 t/m 7: Inrichting van het bestuur Hoofdstuk 8: Wijziging van de grondwet

Klassieke grondrechten Gelijkheidsbeginsel Politieke rechten Vrijheidsrechten Bescherming van het individu Juridische bescherming Overheid stelt zich passief op Bij schending naar de rechter

Sociale grondrechten Werkgelegenheid/vrije arbeid Bestaanszekerheid/welvaart Leefbaarheid/milieu Volksgezondheid Onderwijs Overheid treedt actief op Burger kan deze rechten niet afdwingen bij de rechter

Grondrechten Overheid Verticale werking (respecteren vrijheden en rechten) Burger(s) Burger(s) Horizontale werking Botsende grondrechten* *Geen rangorde/ontbreken objectieve criteria

Botsende grondrechten

http://www.schooltv.nl/project/2515225/dossier- maatschappijleer/2685818/afleveringen/ (Aanklikken de rechtsstaat in spagaat: relatie overheid burgers 15 minuten) http://www.youtube.com/watch?v=JcCOktdsz-0 (Teeuwen en meiden van Halal: botsende grondrechten 7 minuten) http://www.teleblik.nl/media/4079261 (Grondwet/Thorbecke/vrijheid van mening 5 minuten)

De Trias Politica De (staats)macht kun je in drieën verdelen: Wetgevende macht: wetten maken (1e macht) Uitvoerende macht:wetten uitvoeren (2e macht) Rechterlijke macht: recht spreken (3e macht) Dus de macht verdelen over drie organen Die houden elkaar in evenwicht/controleren elkaar/vullen elkaar aan (checks and balances)

Wetgevende macht: Ministers en parlement

Van wetsvoorstel naar wet Minister (s) komt met wetsvoorstel Voor advies naar de Raad van State Naar de Tweede Kamer Parlement Naar de Eerste Kamer Kiest Volk

Een goede wet: Is algemeen: niet voor 1 persoon/situatie Moet duidelijk zijn: begrijpelijk en bekend Haalbaar en uitvoerbaar zijn

Uitvoerende macht De Trias Politica in Nederland niet zuiver doorgevoerd: De ministers wetgevende macht uitvoerende macht Controle Verantwoording afleggen (ministeriele verantwoordelijkheid) Parlement

De vierde macht: Ambtenaren op de ministeries

Rechterlijke macht: onafhankelijke rechters

Samenspel tussen de drie rechten Min. Van Justitie komt met wetsvoorstel Wet op de uitgebreide identificatieplicht (in kader van terreurbestrijding) Politie voert de wet uit deelt boetes uit als iemand geen ID bij zich heeft Iemand rijdt door rood/heeft ook geen ID bij zich dubbele boete

Persoon kan naar de rechter stappen Was de aanhouding wel noodzakelijk voor bestrijding terreur/criminaliteit?

Rechters: Voor leven benoemd/niet ontslagen worden Worden niet gekozen Spreken recht op basis van bestaande wetten Kijken achterom naar wat gebeurd is Mogen advies geven over nieuwe wetten Rechters hebben in Nederland geen toetsingsrecht Het geheel van uitspraken door rechters noemen we jurisprudentie

De grondwet/grondrechten Trias Politica Constitutionele monarchie Verzekeren de rechtsstaat

http://web.teleblik.kennisnet.nl/tsr/player/vo/fid/53 884