Paragraaf 4.3 De cultuur van het rijk
Veel culturen door elkaar Rome was een grote stad met veel pleinen met tempels, winkels en grote hallen (basilica’s) Allerlei dingen werden verkocht. Er waren mensen uit alle hoeken van het rijk. Slaven, handelaren, avonturiers. Alle huidskleuren waren aanwezig. Over het hele Romeinse Rijk waren culturen gemengd: het was een multiculturele samenleving.
Allemaal Romeinen Culturele verschillen zouden altijd bestaan in het rijk: Verschillende talen in het keizerrijk. Mensen uit het oosten keek neer op de Galliërs en Britten, ze dachten dat ze primitieve barbaren waren. Oosten had oude steden, Gallië en Groot-Brittannië had nieuwe steden, gesticht door de Romeinen
Er waren echter ook overeenkomsten: Iedereen betaalde met dezelfde munten, Er waren Romeinse wegen, amfitheaters, tempels en triomfbogen. Ze hadden allemaal Romeinse wetten. Alle mensen begonnen zichzelf te zien als Romeinen.
Burgerrecht Romeinse burgers werden beschermd door de wet; zij hadden burgerrecht. Ze konden niet worden veroordeeld zonder bewijs en een proces. En ze konden niet worden gemarteld. Alle burgers hadden gelijke rechten, ongeacht hoe arm ze waren.
Conflicten tussen burgers kunnen worden opgelost door een rechter. Hij zou beslissen op basis van de wetten.
Als burgers werden beschuldigd van een misdaad, moesten ze voor een rechtbank verschijnen . De rechter zou onderzoek laten doen, en benoemde een jury. Zij zouden beslissen of de burger schuldig was. De verdachte kan een advocaat inhuren om hem te verdedigen. De rechter zou beslissen over een straf.
De staatsgoden Honderden goden werden vereerd in het keizerrijk. De belangrijkste hiervan waren de staatsgoden:
Jupiter: oppergod, god van de donder Juno: Vrouw van Jupiter, de godin van de hemel en vrouw Venus: Godin van de liefde Mars: God van de oorlog Minerva: Godin van genezing en wijsheid Neptunus: God van de zee
Deze goden beschermden de staat en de burgers. Er waren een heleboel festivals voor de staatsgoden.
Nieuwjaar was op 1 maart. (vernoemd naar de god Mars) Priesters gaan dansen en zingen door de straten. Priester zijn was niet een apart beroep. Bestuurders waren de priesters. De keizer was de opperpriester. En de keizers werden aanbeden als goden.
In het hele rijk bouwden men tempels voor de staatsgoden. In elke tempel was een groot standbeeld van de god.
Godsdienstige verdraagzaamheid Ieder beroep had zijn eigen god. Handelaren aanbeden Mercurius, god van de handel. Zeilers aanbeden Neptunus. Of een god voor activiteiten: Bacchus: voor het drinken van wijn. Hij werd geëerd met wilde feestjes!
Er was verdraagzaamheid (= tolerantie) voor elke religie/godsdienst in het keizerrijk. Zolang je de staatsgoden aanbid, was je vrij om te aanbidden wat je wilde.
De Romeinen kopieerden ook goden van andere mensen. Apollo werd overgenomen van de Grieken, net als Zeus. De Romeinen veranderde zijn naam in Jupiter. Hetzelfde geldt voor Poseidon: hij werd Neptunus. En Aphrodite werd Venus.
Van de Egyptenaren kopieerden de Romeinen de godin Isis. Vooral aanbeden door vrouwen en slaven. Ze was de brenger van troost, liefde en vruchtbaarheid. Vaak afgebeeld met een baby in haar schoot.
Soldaten aanbeden vaak Mithras. Perzische god met het hoofd van een leeuw. Hij zou mensen van pijn en ellende verlichten.
Naar Grieks voorbeeld De Romeinen waren onder de indruk van de Griekse cultuur. Ze stalen Griekse beelden om op hun pleinen en in villa's te zetten. Griekse kunstenaars, schrijvers en architecten werden naar Rome gebracht om sculpturen, schilderijen, gedichten en gebouwen te maken.
De Romeinen kopieerden ook Griekse wetenschap en filosofie. De belangrijkste wetenschappers in het Romeinse Rijk waren Grieks. Zoals, de medische wetenschapper Galenus en een schrijver Ptolemaeus.
Grieks-Romeinse cultuur De Romeinse cultuur werd beïnvloed door de Griekse cultuur, zodat een Grieks-Romeinse cultuur bestond. Voorbeeld: De Romeinen kopieerden Griekse zuilen, maar voegden dingen toe, zoals bogen en het gebruik van beton.
U kunt dit zien in aquaducten en het Pantheon, een tempel voor alle goden in Rome. De Grieks-Romeinse cultuur werd in het hele rijk overgenomen. Wij noemen dit; romanisering. Alle mensen namen deze cultuur over.
We noemen het ook antieke of klassieke cultuur. Antiek betekent oudheid. En klassieke betekend: voortreffelijk of voorbeeldig. Het is een voorbeeld voor moderne cultuur.
Einde