Hoogbegaafde kinderen vereisen eigen aanpak! Eleonoor van Gerven In de Klas
2,5 % van de bevolking is hoogbegaafd 1. Inleiding 2,5 % van de bevolking is hoogbegaafd Hoe signaleren? Hoe begleiden? Fig. 1
2. Wat is hoogbegaafdheid? 2.1. Definitie Gemiddeld IQ = 130 groot intellectueel potentieel, creërend vermogen en taakgerichtheid Invloed van omgeving (gezin, school, peers) 2.2. Heldere Kenmerken Groot algemene ontwikkeling Goed leggen van verbanden Groot woordenschat Groot analytisch vermogen groot probleemoplossend vermogen Nieuwe kennis efficiënt incorporeren in bestaande kennis Perfectionistisch (dwangmatig)
2. Wat is hoogbegaafdheid? (vervolg) 2.3. Uitzonderingen Hoogbegaafde leerlingen = 2 Uitzonderingen Hoge leerprestaties - Hoogbegaafde onderpresteerders - Hoogbegaafde leerlingen met leerstoornis Bv. Dyslexie, ADHD
3. Eerst signaleren, dan diagnosticeren Protocolvorming: signalering Fase 1 - Gegevens verzamelen: Ouders, leerkracht, leerlingvolgsysteem, overige bronnen - Checklist met aanwezige kenmerken Fase 2 - Vermoedens versterken door info te hergroeperen Fase 3 - Plan opzetten voor diagnostiek Protocolvorming: diagnostiek Fase 1 - Informatie verzamelen: Fase 2 - Veronderstelling bevestigen door hername van info Fase 3 - Beslissen over eventueel psycho-diagnostisch onderzoek
4. Ruis op de lijn 4.1. Onderpresteren 4.2. Dyslexie 4.3. ADHD Relatieve onderpresteerders: onder eigen niveau (vallen niet op) Absolute onderpresteerders: onder groepsniveau (vallen wel op) Resultaat van een sluipend interactief proces 4.2. Dyslexie Problemen beginnen in eerste leerjaar trage leesonywikkeling + spellingsproblemen frustatie bij leerling geen automatisering van leerstof frustatie groeit 4.3. ADHD Wordt gezien o.g.v. leerstoornis - begaafdheid niet als zodanig herkend Gecombineerde problematiek signalen versterken elkaar
5. Aanpak in de klas en in de school 5.1. Versnellen slim begeleiden: leerstofaanbod aanpassen leerstof overslaan: vervroegde doorstroming Vuistregels: tips voor een vangnet, nauw contact met thuisfront, betreft het duidelijk een hoogbegaafde lln? 5.2. Indikken Indikken op de instructie Weglaten van oefen- en herhalingsstof: de 3/5 methode Vergroten van de leerstappen
5. Aanpak in de klas en in de school (vervolg) 5.3. Een leerlijnpiramide Aanbod afstemmen op lln - differentiëren boven de gemiddelde Leerstofaanbod in leerlijnen: Eerste leerlijn: de beste 20-25 % van de groep - Moeilijkheidsgraad hoger dan reguliere methoden - Materiaal sluit inhoudelijk aan op reguliere aanbod - Qua vormgeving en werkvorm extra interessant Tweede leerlijn: de beste 10 % van de groep - Materiaal speciaal ontwikkeld voor begaafde leerlingen - Materiaal valt buiten reguliere curriculum Plusgroep: de beste 5 % van de groep (kangeroeklas, zie 5.4.)
5. Aanpak in de klas en in de school (vervolg) Plusgroep Tweede leerlijn Eerste leerlijn Fig.2: Leerlijnpyramide Piramide is Cumulatief: maximaal deelname op 3 niveaus
5. Aanpak in de klas en in de school (vervolg) 5.4. Verrijkingsmateriaal kiezen Specifieke projecten Vertaalslag naar een lessenprogramma: ‘De lessentabel’ + eenvoudig variëeren + verrijkingstof zit vast bij eventueel uitval leerkracht + duidelijke eisen kunnen worden gesteld aan lln + leerlijn gaat mee voor duur van periode die school afschrijft + eigen inbreng van lln 5.5. Wel of niet verrijken bij leerstoornissen? Leerstoornissen ‘compenseren’ door taken - waarin ze heel goed zijn - Waarin een extra uitdaging zit Bv. ruimtelijk inzicht (K’nexx)
Nog 2 belangrijke punten: 6. Ten Slotte Nog 2 belangrijke punten: 1) Vast programma maken voor hoogbegaafde leerling waaraan deze zich niet kan onttrekken. 2)Aangeboden verrijkingsmateriaal beoordelen en op rapport vermelden (Illustraties uit het internet)