STOF-EN ENERGIE-OMZETTINGEN BIJ AUTOTROFE ORGANISMEN

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Freek Terheggen, Kaz de Bruijn, Eva Willemsen en Minke Greeven
Advertisements

Via wortelhaartjes en microscopisch kleine buisjes tot in de bladeren
Planten hebben licht nodig om te groeien en om bladgroen aan te maken.
LO41 A, B, C Periode 3.
Chemo- en fotosynthese
T3. Energie B1. Vrije en gebonden energie B2. Enzymen B3. Aërobe dissimilatie van glucose B4. Fotosynthese B5. Andere assimilatie- en dissimilatieprocessen.
ENDOPLASMATISCH RETICULUM p. 20.
Dissimilatie en Assimilatie
fotosynthese Invloed van licht op planten
Assimilatie en dissimilatie
Examentraining Biologie
Thema: Voedselrelaties
Fotosynthese Fotosynthese is een biochemisch proces waarbij de hogere planten, de meeste algen en sommige bacteriën een deel van het licht als energiebron.
Kringloop van koolstof en stikstof
In cyanobacteriën en planten
Producenten doen aan fotosynthese
Classificeren van planten
Producenten doen aan fotosynthese
Fotosynthese.
Assimilatie en dissimilatie
Assimilatie en dissimilatie
FOTOSYNTHESE.
Fotosynthese en overige processen.
Organische stoffen Anorganische stoffen.
Fotosynthese.
Glucose als grondstof. Glucose ontstaat d.m.v. fotosynthese
Fotosynthese De basis van alle voedselketens Verschaft zuurstof
STOF-EN ENERGIE-OMZETTINGEN BIJ AUTOTROFE ORGANISMEN
Presentatie van Daya, Félice en Linda
Voedselrelaties.
Basisstof 9: Autotroof en Heterotroof
AEROBE EN ANAEROBE CELADEMHALING
Boek: Biologie voor jou VWO b2 deel 1
12.3 Koolstofassimilatie In de koolstofassimilatie:
12.3 Koolstofassimilatie In de koolstofassimilatie:
HAVO 5 Boek biologie voor jou Havo B deel 1
Thema 2 PLANTEN Basisstof 4 BLADEREN.
STOFWISSELING Opbouw en afbraak.
Herhalingsles thema 1&2.
Hoofdstuk 2 De cel.
Stofwisseling Enzymen Koolstofassimilatie.
Basisstof 4 Koolstofassimilatie In de koolstofassimilatie: Wordt koolstofdioxide met de waterstof uit water vastgelegd in glucose De energie die hierbij.
Stofwisseling Thema 1.
12.2 Stofwisselingsprocessen Autotroof: Organismen die uit anorganische moleculen hun benodigde organische moleculen kunnen maken Naam van dat proces:
H7 Celstofwisseling.
Stofwisseling. Organische stof is een stof die gemaakt is in een levend wezen Bevat energie Koolhydraten eiwitten vetten Anorganische stof is een stof.
Thema planten - Les Fotosynthese -
Fotosynthese.
Fotosynthese.
3 DOMEINEN Uit door endosymbiose Par. 5 blz. 112) ontstaan cellen hebben zich de huidige organismen ontwikkeld die we kunnen onderbrengen in 3 domeinen:
Basisstof 4 Koolstofassimilatie
Herkansingen Fotosynthese Theorie Toepassen
Voeding Bij zaadplanten.
Hoofdstuk 2 Paragraaf
12.4 Dissimilatie Dissimilatie is het afbreken van grotere moleculen in kleinere, waarbij energie vrijkomt en wordt vastgelegd in de vorm van ATP. Deze.
Ecologie Hoofdstuk 6.
Fotosynthese en overige processen.
Bs. 1 stoffen worden omgezet (stofwisseling )
Thema 3 ecologie.
Thema 2 Planten.
Organische stoffen Anorganische stoffen.
Stofwisseling 4 VMBO KGT.
12.2 Stofwisselingsprocessen
Plantenfysiologie Fotosynthese 2
B. Stof 2 Prokaryoten B. Stof 3 Eukaryoten
Fotosynthese Koolstofdioxide uit de lucht komt het blad binnen via de huidmondjes Er valt zonlicht op de bladgroenkorrels in de bladeren GLUCOSE Tijdens.
Organische stoffen Anorganische stoffen.
Transcript van de presentatie:

STOF-EN ENERGIE-OMZETTINGEN BIJ AUTOTROFE ORGANISMEN Thema 5 STOF-EN ENERGIE-OMZETTINGEN BIJ AUTOTROFE ORGANISMEN DEEL 2 Stof- en energieomzettingen in cellen

1 heterotrofe organismen 1.1 Autotrofe organismen Autotrofe versus heterotrofe organismen 1 1.1 Autotrofe organismen 1.2 Heterotrofe organismen

Planten zijn foto-autotroof 1.1 Autotrofe organismen Autotrofe organismen: in staat om zelf energierijke ingewikkelde C-verbindingen op te bouwen vanuit CO2 Fotosynthese gebruikt lichtenergie (planten, algen en sommige bacteriën) Chemosynthese gebruikt chemische energiebron (sommige bacteriën) Energie voor de levensprocessen vrijgemaakt via celademhaling Planten zijn foto-autotroof

Sommige bacteriën zijn chemo-autotroof

1.2 Heterotrofe organismen Heterotrofe organismen: via voedsel energierijke C-verbindingen opnemen. (Dieren, fungi, vele ééncelligen en bacteriën) Voedsel verteert tot voedingsstoffen Energieproductie gebeurt ook door celademhaling.

Zwammen zijn heterotroof

Vergelijking autotrofe en heterotrofe organismen

2 2.1 Voorwaarden voor fotosynthese 2.2 Globale reactievergelijking fotosynthese

Groene algen met spiraal-vormige chloroplasten 2.1 Voorwaarden voor fotosynthese 2.1.1 Noodzaak van licht Experiment van Engelmann (1883) vooral fotosynthese bij blauw en rood licht Groene algen met spiraal-vormige chloroplasten

Zuurstofminnende bacteriën bij het rode en blauwe gebied

Inval zonlicht = zetmeelsynthese Experiment: licht noodzakelijk voor fotosynthese Aantonen via zetmeel (lugol). Inval zonlicht = zetmeelsynthese

Aanwezigheid chlorofyl 2.1.2 Noodzaak van chlorofyl (bladgroen) Experiment: chlorofyl noodzakelijk voor fotosynthese Aantonen via zetmeel (lugol). Aanwezigheid chlorofyl = zetmeelvorming

Aanwezigheid chlorofyl Fotosynthese = bladgroenwerking Aanwezigheid chlorofyl = zetmeelvorming

2.1.3 Noodzaak van koolstofdioxide (CO2) Experiment: CO2 noodzakelijk voor fotosynthese Fotosynthese = koolstofdioxideassimilatie

Afwezigheid CO2 = geen zetmeelvorming

Schematische voorstelling van het fotosyntheseproces 2.2 Globale reactievergelijking fotosynthese Schematische voorstelling van het fotosyntheseproces

Fotosynthese: energie van zonlicht glucose (zetmeel) aanmaken vanuit CO2 en H2O chlorofyl zet zonne-energie om in chemische energie er wordt O2 gevormd De globale reactievergelijking van de fotosynthese: 6 CO2 + 12 H2O C6H12O6 + 6H2O + 6 O2 Of vereenvoudigd: 6 CO2 + 6 H2O C6H12O6 + 6 O2

3 door chlorofyl 3.1 Zonlicht als energievorm 3.2 De rol van chlorofyl Absorptie van licht door chlorofyl 3 3.1 Zonlicht als energievorm 3.2 De rol van chlorofyl

Absorptie van licht door een blad 3.1 Zonlicht als energievorm Planten gebruiken zonlicht als energiebron Licht: golfbeweging fotonen Absorptie van licht door een blad

3.2 De rol van chlorofyl 3.2.1 Chlorofyl, een pigment in het inwendig membraan van de chloroplast Chloroplasten absorberen licht en zetten dit om in chemische energie. Chlorofylmoleculen zijn gelegen op de membranen van de thylakoïden en grana.

Schematische weergave van chloroplast

Spiraalvormige chloroplast in Spirogyra sp. Blaadje waterpest met tientallen chloroplasten

Absorptiespectrum van verschillende pigmenten 3.2.2 Absorptiespectra van fotosynthetisch actieve pigmenten Actieve pigmenten hebben een eigen absorptiespectrum Absorptiespectrum van verschillende pigmenten

3.2.3 Lichtabsorptie door chlorofylmoleculen Chlorfylmoleculen absorberen vooral rood en blauw licht energie om elektronen in aangeslagen (geëxciteerde) toestand te brengen

4 fotosyntheseproces 4.1 Lichtreacties van de fotosynthese Verloop van het fotosyntheseproces 4 4.1 Lichtreacties van de fotosynthese 4.2 Donkerreacties van de fotosynthese 4.3 Overzicht van licht- en donkerreacties

4.1 Lichtreactie van de fotosynthese Lichtreactie bestaat uit: Fotolyse watermoleculen Fotofosforylatie, vorming ATP en NADPH + H+ Speciale reactiecentra (fotosysteem II en I) Chlorofyl a: lichtenergie chemische energie Chlorofyl b en andere pigmenten (antennechlorofyl) absorberen licht (‘lichtvangers’) en door resonantie-energieoverdracht geven ze de energie door aan fotosysteem I en II fotosystemen zullen elektronen afstaan via een elektronentransportketen

Resonantieoverdracht tussen antennechlorofyl en fotosysteem

4.1.1 Splitsing van H2O (fotolyse) Door lichtenergie zal water gesplitst worden Fotolyse H2O 2 H+ + 2 e- + ½ O2 of 2 H2O 4 H+ + 4 e- + O2 2 H+ : zullen bij NADP-reductase zorgen voor vorming van NADPH+H+ 2 e- : zullen het elektronentekort opvullen van fotosysteem II O2 : afvalstof, verlaat het blad via de huidmondjes

4.1.2 Vorming van ATP (fotofosforylatie) Fotosysteem II wordt aangeslagen elektronen doorgegeven aan fotosysteem I Energie van de uitgestoten elektronen wordt gebruikt om via protonenpomp H+-ionen binnen de thylakoïden te pompen. Er ontstaat een protonengradiënt (meer H+-ionen in de thylakoïden) Via ATP-synthasecomplex worden de H+-ionen naar buiten getransporteerd, energie wordt gebruikt voor: ADP + Pi ATP (fosforylatie)

Lichtreactie t.h.v. thylakoïde membraan

Fotosysteem I wordt aangeslagen elektronen via elektronentransportketen doorgeven NADP-reductase maakt NADPH,H+ aan NADP+ + 2 e- + 2H+ NADPH + H+ Route elektronen: H2O fotosysteem II fotosysteem I NADP-reductase en dus NADPH + H+

Z-schema van de fotosynthese

4.2 Donkerreactie van de fotosynthese Donkerreactie gebeurt in het stroma. CO2, ATP en NADPH,H+ worden ingebouwd in de Calvincyclus. vorming van glucose C6H12O6

Calvincyclus

Verband tussen licht en donkerreactie 5.3 Overzicht van licht- en donkerreactie Verband tussen licht en donkerreactie

5 fotosynthese beïnvloeden 5.1 Lichtintensiteit 5.2 Temperatuur Factoren die de fotosynthese beïnvloeden 5 5.1 Lichtintensiteit 5.2 Temperatuur 5.3 CO2-gehalte Niet kennen