Beroepskracht van sociaal werkers Lies Schilder Algemeen directeur NVMW 30012015
Opbouw verhaal Wie is de sociaal werker? Identiteit van een sociaal werker Oude en nieuwe definities Vak of missie Basis sociaal werk Actueel debat Krachtige sociaal werker > hybride professionalisering Van twee soorten naar integratie Conclusies
Wie is de sociaal werker? Identiteit: Het besef een begrensd, uniek individu te zijn dat in de tijd heel geleidelijk verandert en desondanks altijd hetzelfde lijkt te blijven (Damasio, 2006) Dus: De kracht van social work is onlosmakelijk verbonden met het verleden. Balans tussen nieuw èn oud. Zonder verbinding met het oude: identiteitsstoornis Dubbelzinnig: persoon en burger, individu en sociale omgeving. Normatief beroep. Missie: Toon Tellegen, Een wandeling: ‘en iedereen was iemand daar, ik denk dat niemand daar niemand kon zijn’.
Beroepsidentiteit Een definitie: De persoonlijkheidskenmerken die je opdoet door de verplichtingen op je te nemen van een activiteit die zowel gedisciplineerd is, als sociaal geëngageerd’ (M. Davies in ‘Thinking like an Engineer’)
Definitie social work Social work is a practice-based profession and an academic discipline that promotes social change and development, social cohesion, and the empowerment and liberation of people. Principles of social justice, human rights, collective responsibility and respect for diversities are central to social work. Underpinned by theories of social work, social sciences, humanities and indigenous knowledge, social work engages people and structures to address life challenges and enhance wellbeing (IFSW/IASSW, 2014) Landelijk Opleidingsoverleg MWD (2010). Herkenbaar en toekomstgericht – II Opleidingsprofiel en opleidingskwalificaties Maatschappelijk Werk en Dienstverlening. Amsterdam: LOO MWD/ B.V. Uitgeverij SWP. P.36
Oude definitie The Social Work profession promotes social change, problem solving in human relationships and the empowerment and liberation of people to enhance well-being. Utilising theories of human behaviour and social systems, social work intervenes at the points where people interact with their environments. Principles of human rights and social justice are fundamental for social work
Verschillen Nieuw: Practice based profession and academic discipline. Promotes development and social cohesion Principles of collective responsibility and respect for diversities Underpinned by theories of social work, social sciences, humanities and indigenous knowledge, social work engages people and structures to address life challenges Oud: Social work profession Promotes problem-solving in human relationships Utilising theories of human behaviour and social systems social work intervenes at points where people interact with their environments
Onveranderd Empowerment Liberation Enhancing well-being Social justice Human rights
Vak of missie? Tegenstrijdige krachten in samenleving: ‘impossible job’. Disciplinering of sociaal engagement Voorbeeld: jeugdwet versus WMO
Vak Beroepsvereniging, beroepsregistratie Methodisch werken Code en tuchtrecht Kwaliteitsborging Opleidingseisen Instituties Evidence based werken Academisering, BOK
Missie Welzijn Nieuwe Stijl Bevlogenheid Engagement Werken uit het hart Zelfsturing Generalistisch Open, faciliterend ipv interveniërend Onorthodox Professionalisering = oud denken. Code, beroepsethiek, beroepsregistratie: niet nodig, ouderwets
Basis sociaal werk = democratisch burgerschap Maatschappelijk werk is een stukje democratie op zijn best (Marie Kamphuis, 1948): Wortels sociale professie liggen in opbouw verzorgingstaat en sociale bewegingen. Kern: burgerrechten zijn basis voor participatie aan samenleving. Bijv: vrijheid van meningsuiting en vergadering, bescherming van privacy, sociale rechten. Sociaal werk = onderdeel van sociale rechten. Werkt aan burgerrechten èn burgerverantwoordelijkheid Bescherming verzorgingstaat en wortels ervan erg nodig. sociaal werkers zouden zich daar hard voor moeten maken. Verwant aan opvattingen Tonkens, Duyvendak, Lub, Couvee, Steyaart en Hutchemaekers. Ook: Larry Siedentop (Hans Steketee We laten onze eigen mensen in de steek. NRC Weekend 24 en 25 januari 2015 pp22 en 23. Siedentop is politiek filosoof en schreef ‘Democracy in Europe’ en recent Inventing the Individual. The Origins of Western Liberalism. ‘Europa is onverschillig geworden over waar het voor staat’zegt hij ‘We zien alles in puur economische, materialistische termen. Europ als grote suopermarkt. Maar we proberen steeds minder onszelf te begrijpen, te onderzoeken waarom we geloven wat we geloven.[…] Het bijna-marxistische idee heeft postgevat dat alles zichzelf wel regelt. Maar dat economisch denken heeft het liberalisme misvormd’. Terwijl liberale waarden (= individuele vrijheid en persoonlijk geweten ) onder druk staan van radicale moslims. Dus pleitbezorging ervan erg nodig. Jaarlijks Europese week debatten organiseren over geloof, dwang, rechten. Over verschil tussen vrijwillige en onvrijwillige verbanden. Opvallend gemis in debat: belang van beroepsethiek vanwege overschrijding door overheid van persoonlijke levenssfeer en privacy. Consequentie van Tonkens en Duyvendak = vestig daarop veel aandacht. Denk aan Ronald Huissen Privacy in de zorg (2014) van Platform bescherming Burgerrechten. Daarin: in nieuwe zorgstelsel is medisch beroepsgeheim stelselmatig gesloopt
Actueel debat Competentieprofiel sociaal werker in de WMO: Verzorgingsstaat = achterhaald. Signalen uit wijkteams: privacybescherming wordt aangetast. Beroepscode = oud denken. (Her)waardering van verzorgingsstaat: Tonkens, Duyvendak. (zie www.socialevraagstukken.nl, dossier ‘de affectieve burger’) Sociaal werkers als bescheiden professionals: Trappenburg Reactie van Steyaart en Hutschemaekers: investeer in kennisbasis. Evelien Tonkens Als de overheid zich terugtrekt participeren mensen juist minder. NRC Weekend 1 en 2 november 2014. O&D p.8 en 9: onder vlag van participatiesamenleving worden veel antiparticipatie maatregelen genomen. Vertrouwen in informele arrangementen (zorgzaam, warm, persoonlijk) en wantrouwen in formele (registratiezieke managers, bureaucratie, kil. Risico van informele: corruptie, nepotisme, vriendjespolitiek, misbruik. Oplossing: combinatie van en interactie tussen formele en informele organisatie. Jan Willem Duyvendak De staat dwingt iedereen om zich thuis te voelen. NRCWeekend 6 en 7 december 2014. O&D Coververhaal p.4 en 5. Thuis wordt heilig verklaard. Leidt tot verstatelijking van thuis. Terwijl daar te weinig mensen zijn om zorg te verlenen. Terugkeer naar afhankelijke verhoudingen waar verzorgingsstaat einde aan had gemaakt. Geen burgerrechten maar burgers onder elkaar, cultureel burgerschap, emotioneel discours, je moet je thuis voelen en de overheid komt ook bij u thuis. Intimiderende huisbezoeken. Privé en publiek veranderen drastisch. > Overheid moet zich niet met thuis bemoeien. Vasco Lub Burgerparticipatie moet dan vooral in de probleemwijken. NRCHandelsblad 2-1-2014, Opinie p.16, 17. burgerkracht wordt vooral gepropageerd door krachtige burgers en vooral geprojecteerd op zwakke deel samenleving. Nodig: maatschappelijke discussie over verhoudingen overheid – burger Dick Couvée Van verzorgingsstaat wordt Nederland wegkijkstaat. NRCHandelsblad 30-6-2014 Opine p.16. Uitgaan van eigen kracht is neoliberale economisch gedreven ideologie van zoek het zelf maar uit. Treft onderklasse van minima, armen, bijstandgerechtigden, voedselbanlk afhankelijken, illegalen, mensen met schulden, gehandicapten, laagopgeleide flexwerkers etc. Nodig: spreiding van welvaart, minder economie/markt en meer menselijke waardigheid, solidariteit, tolerantie. Petra de Koning Verschil in Nederland gaat over meer dan arm en rijk NRCHandelsblad 12-12-2014 p.4 en 5 . Bovenlaag en kansrijken versus achterblijvers en middengroep. Laatsten relatief weinig persoonlijke vrienden, veel wantrouwen en weinig zelfvertrouwen. Maar eigen wereldbeeld van kansrijke groep domineert de politiek. Margot Trappenburg (2014) Bescheiden professies Tweede Elst Borst lezing. Centrum voor ethiek en gezondheid. EBP is doorgeschoten van cure naar care. Vaak onzinnige eis als niets helpt, duur en helpt niet bij comorbiditeit. Er zijn 2 soorten professies: klassieke en bescheiden. Klassieke: gespecialiseerde kennis die alleen professional bezit. Dokter. Bescheiden professionals: mw-er, wijkteam.Dit valt ook door leken te leren.Dat het een vak is heeft alleen te maken met arbeidsdeling en idee dat mensen met zorgbehoevende familieleden ook eigen leven moeten kunnen leiden. Coreferaat Jan Steyaart Sociaal werk en zorg vrijgesteld van evidence based practice? 2e Els Borst lezing Coreferaten pp.2-5: EBP wel nodig maar het ontbreekt teveel aan toepassingsmogelijkheden van sociaal wetenschappelijk onderzoek. Daarin investeren. En in intercollegiale toetsing om blinde vlekken en vooroordelen te ontmaskeren. Coreferaat Giel Hutschemaekers De kracht van het verschil 2e Els Borst lezing Coreferaten pp. 6 – 9. Definitie EBP van MT te beperkt. Voorkeuren cliënt en klinische expertise ook relevant. Oplossing: Practice Development. Praktijkonderzoekers die kennis ontsluiten voor werkveld. En investeren in deskundigheid, methodisch werken, planmatig, oog voor de relatie, etc.
Krachtige sociaal werker Evenwichtige beroepsidentiteit: vak èn missie. Innemen eigen standpunt in debat: Wat wil jij teweeg brengen? Wat drijft jou? Wat is jouw visie? Hoe krachtig worden en blijven? > hybride professionalisering
Twee soorten professionalisering Klassieke professional: Rationeel leren, afgebakend object van interventie, formele beroepsethiek en code, wetenschappelijke Body of Knowledge, gezaghebbende positie, professionele autonomie; gesloten identiteit. Lerende professional: Intrinsieke motivatie, ervaringsgericht leren, leren in open netwerken, sociaal leren, multidisciplinair leren, persoonlijke body of knowledge, open identiteit. Kwakman in Leren van professionals tijdens de beroepsuitoefening (2001): verschil tussen benadering vanuit kenmerken van het beroep (> klassieke ‘geleerde’ professional) en kenmerken vanuit het werk (> lerende professional). Maar: gaat het hier om twee benaderingen van dezelfde professionals of om twee soorten professionals? Voor elke professional geldt beroeps- en werk invloed. Bij major professies ziet die er echter anders uit dan bij minor professions, zie hieronder. Schön ‘The reflective practitioner’ p.23: Nathan Glazer maakt onderscheid tussen major en minor professions. Major professions zijn medicine, law, business and engineering. Minor professions zijn social work, onderwijs, bibliothecaris, etc. Schön: zijn onderscheid is gebaseerd op een perfecte, goed gearticuleerde versie van het model van technische rationaliteit. “ The major professions ‘are disciplined by an unambiguous end – health, succes in litigation, profit, which settles men’s minds’ (citaat van Glazer) and they operate in stable institutional contexts. Hence they are grounded in systematic, fundamental knowlegde, of which scientific knowledge is the prototype , or else they have ‘a high component of strictly technological knowledge, based on science in education which they provide’ (citaal Glazer) In contrast, the minor professions suffer from shifting, ambiguous ends and from unstable institutional contexts of practice, and are therefore unable to develop a base of systematic, scientific professional knowledge. For Glazer the development of a scientific knowledge base depends on a fixed, unambiguous ends because professional practice is an instrumental activity. If applied science consists in cumulative empirical knowledge about means best suited to chosen ends, how can a profession ground itself in science when its ends are confused or unstable?”
Hybride professionalisering: leerspiraal Van rationele kennis maar rationele kennis door studie en onderzoek (combinatie) Van rationele kennis naar ervaringskennis door opleiding en training (internalisatie) Van ervaringskennis naar ervaringskennis door inleving en nadoen(socialisatie) Van ervaringskennis naar rationele kennis door reflectie en beschrijving (externalisatie) bron: Nonaka & Takeuchi Twee strategieën gebaseerd op ik heb kennis ( 1 en 2) en twee op ik ben kennis (3 en 4). Strategie 1 en 2 zijn gangbare strategie voor professionalisering: Top down, van wetenschap naar praktijk. Is ook machtsstrategie: claimen van een eigen domein, eigen discipline. Hoe meer dit lukt, des te hoger in de professionele hiërarchie. Nadeel van 1 is afstand tot de praktijk: het beklijft onvoldoende. En vraagt ook om praktijken die theoretisch goed te vangen zijn: hoe technischer hoe geschikter. Voor versterken identiteit van onduidelijke, ongedisciplineerde beroepen die vooral functioneren in organisaties is aanvulling nodig met 2 en 3. Volgens sommigen zou je daar zelfs prioriteit bij moeten leggen. Dilemma: dit geeft geen status. Maar de andere manier is weer vervreemdend en leidt tot verzakelijking. Nadeel van 3: vatbaar voor vooroordelen en common sense kennis, groepsdruk
Kern van lerende sociaal werker is de werker zelf! Persoonlijk en ervaringsgericht Actief sturend Relationeel Generalistisch Confronterend Lerend (vrij naar de werkprincipes uit het Handboek Psychosociale therapie van Roel Bouwkamp en Sjef de Vries uit 1992
Vijf basisactiviteiten van professionalisering Wat wil ik? Missie en visie: wat wil ik teweeg brengen? Wat denk ik? Kennis van zaken: Wat weet ik? Wat doe ik? Vakbekwaamheid: het goede doen en het goed doen. Wat neem ik waar? Observatie, reflectie: Breng ik teweeg wat ik teweeg wil brengen? Wat zeggen cliënten hierover? Wat ervaar ik? Emotie: wat beweegt mij?
Leerstrategieën van sociaal werkers in de praktijk Rationele: Combinatie: passen zij weinig toe en alleen indien gestuurd. Gemiste kans om invloed op beleid te hebben. Internalisatie: weinig en vooral indien gestuurd. Effectief voor identiteitsversterking: opdoen nieuwe kennis. Ervaringsgerichte: Externalisatie: betrekkelijk vaak, hoeft weinig te worden gestuurd, eigen theorietjes, geven professioneel zelfbewustzijn. Socialisatie: vaak en spontaan, heel competent, mits onder elkaar in veilige omgeving. Geven emotionele ondersteuning en zelfvertrouwen. Uitkomsten van promotieonderzoek Lies Schilder (2013) Leren dat maatschappelijk werkt. Delft: Eburon.
Conclusie 1: theoretisch en methodisch leren zijn gebaat bij ‘disciplinering’ Klassieke professionalisering. Sterke beroepsgroep, formele netwerken, beroepsstandaarden, tuchtrecht, Body of Knowledge, scholing, beroepsvereniging, beroepsregistratie.
Conclusie 2: delen van ervaring is krachtig leermiddel Sociaal werkers zijn sterk in externalisatie en socialisatie. In socialisatie zijn het uitblinkers. Vraagt: lerende professionalisering, informele netwerken, spiegelgesprekken, intervisie, veilig leerklimaat, stimulans om eigen ervaringen te verwoorden en te publiceren.
Conclusie 3: Beroepskracht = integratie van beide Door hele cirkel te doorlopen verbinden sociaal werkers eigen kracht aan kracht van het beroep. Dat maakt een beroepskracht! Vraagt sturing op maat: meer externe sturing bij rationeel leren en meer zelfsturing bij ervaringsgericht leren