Introles: Wie ben ik en jullie? 15 Wat is myl 20 Introductievragen 15 Bespreken introductievragen en praktische zaken gelijk 20 Tijd over? Begrotingsspel!

Welkom bij maatschappijleer Wie ben ik? En wie zijn jullie? HC: wat is maatschappijleer Opdracht: introductie vragen Praktische zaken: hoe haal ik een voldoende?

Wat is maatschappijleer Actualiteit: wat zien we op dit moment om ons heen? Wetenschap: Wat zijn die dingen die we zien? Idealen: hoe moet volgens jou de wereld er uit zien? Via deze drie manieren komen veel mensen bij maatschappijleer. Sommige zijn vooral nieuwschierig door wat ze op het journaal gehoord hebben. Anderen willen graag iets wat ze erg dwars zit zoals geert wilders onderzoeken en verklaren en anderen hebben een plaatje hoe de wereld er uit moet zien, nooit meer oorlog, en willen bij maatschappijleer weten waarom die wereld om ons heen anders is. Hierna gaan we wat meer in op die wetenschap.

Wat is dit  stoel. Wat is dat  bureaustoel Wat is dit  stoel. Wat is dat  bureaustoel. Heel goed maar ze zijn niet hetzelfde. Waarom noemen we beide dan stoel? Dat hebben we vroeger zo geleerd dat iets waar we in ons eentje op kunnen zitten en een leuning heeft altijd stoel heet. Nu hetzelfde voor tafel en bureau. Conclusie. Je hebt van jongs af aan woorden geleerd die bepaalde objecten omschrijven. Dit heb je geleerd om ergens met iemand over te kunnen praten. Anders moet je steeds uitleggen wat een stoel is om het er over te hebben. Zo werkt het in de wetenschap ook. Je hebt heel veel bubbels = objecten. En omdat de wereld een chaos is maken wetenschappers woorden om een grote groep van die bubbels te omschrijven. Op die manier kunnen we de wereld ordenen. Je hebt altijd bubbels die er buiten vallen, zoals een anderhalf zitje. Het is net geen bank en net geen stoel. DIT WAS KINDERSPEL, DIT IS SLECHTS BESCHRIJVEN WAT DINGEN ZIJN. EEN WOORD ERVOOR ZOEKEN. EEN STAP MOEILIJKER IS VERKLAREN WAAROM ZE ER ZIJN. WIJ ZOEKEN DUS WOORDEN OM BEPAALDE DINGEN ZIE WE ZIEN EEN DUIDING TE GEVEN OM ZE TE BEGRIJPEN. BIJ MAATSCHAPPIJLEER PROBEREN WE DE DINGEN OM ONS HEEN DIE MENSEN DOEN TE BEGRIJPEN EN TE VERKLAREN EN DAARNA HEBBEN WE ER PAS EEN MENING OVER.

DIT WAS KINDERSPEL, DIT IS SLECHTS BESCHRIJVEN WAT DINGEN ZIJN DIT WAS KINDERSPEL, DIT IS SLECHTS BESCHRIJVEN WAT DINGEN ZIJN. EEN WOORD ERVOOR ZOEKEN. Nu heb ik 9 bubbels in de wereld zichtbaar gemaakt. Als wetenschap willen we deze verschijnselen begrijpen en ordenen dus plaats dit eens in drie cirkels. Wat past een beetje bij elkaar? Wat zie je Wat weet je daar al van Wat heeft iets met elkaar te maken? Wat heeft niet iets met elkaar te maken? Wen Jiabao

DIT WAS KINDERSPEL, DIT IS SLECHTS BESCHRIJVEN WAT DINGEN ZIJN DIT WAS KINDERSPEL, DIT IS SLECHTS BESCHRIJVEN WAT DINGEN ZIJN. EEN WOORD ERVOOR ZOEKEN. Nu heb ik 9 bubbels in de wereld zichtbaar gemaakt. En er rondjes omheen gezet. Er zijn nog veel meer mogelijkheden. Maar wat heb je gedaan om ze in een rondje te zetten? Hoe dacht je? Eerst bedenken wat je al van iets weet en dan vergelijken. Dat is ook meteen één van de beste manieren om te leren. WAT IS HET GEVAAR VAN DIT SOORT INDELINGEN? Wen Jiabao

Introductieopdracht Schrijf jou antwoord op de volgende vragen op een blaadje en lever dat in: Wat is jouw belangrijkste reden om geen zin te hebben in maatschappijleer Wat zou je het komende jaar willen leren bij maatschappijleer? Wat is volgens jouw het verschil tussen de Tweede Kamer en de regering? Denk jij dat je links of rechts bent en waarom? Voel jij je veilig in Nederland? Op welke politieke partij zou jij stemmen als je de kans had?

Hoe haal ik een voldoende? We behandelen 4 thema’s Je krijgt 4 schoolexamens (1 per thema) Je krijgt 1 cijfer voor je handelingsopdrachten Die 5 cijfers delen door 5 is je eindcijfer Maatschappijleer meteen voor je diploma! Studiewijzer (je eigen verantwoordelijkheid!)

Dit eerste blok: Rechtstaat Datum SE (dinsdag 21 oktober tijdens mentoruur) 2 lessen in de week, 1 theorie (donderdag) en 1 praktijk (vrijdag). 7 theorielessen voor het SE dus flink tempo Voor huiswerk altijd een week de tijd.