Programma Deel I Theorie Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir), inclusief wijzigingen Awir 2013; Bezwaar; Deel II Enkele praktijkvragen; Deel III Overige wijzigingen 2013. 1 1
Programma deel I Algemeen; Partner; 2012; Verschillen met de inkomstenbelasting; 2013; Verpleeghuisproblematiek vanaf 2013; Bijzonderheden Medebewoner; Vreemdelingenbeleid; Toetsingsinkomen; Minimale uitbetaling; Uitbetaling in geval van kleine bedragen; Bezwaarschriften. 2 2
Algemeen Belastingdienst/Toeslagen is niet hetzelfde bestuursorgaan als de Belastingdienst. Verschillen: Belastingdienst heft en int belastingen; Belastingdienst/Toeslagen betaalt toeslagen uit. 3 3
Algemeen Toeslagen zijn: subsidies die op basis van het sociale zekerheidsstelsel onder voorwaarden worden toegekend aan een burger. 4 4
Algemeen Wat zijn de kenmerken? de hoogte van een toeslag is inkomensafhankelijk; de toeslag is een vorm van doelfinanciering, zo dient hij voor het kunnen betalen van bijvoorbeeld de ziektekostenverzekering of de huur enz. 5 5
Algemeen Toeslagen zijn dus geen negatieve belastingen, daarom: Is Belastingdienst/Toeslagen een ander bestuursorgaan dan de Belastingdienst; Kent Belastingdienst/Toeslagen een eigen formeel juridisch regiem; Heeft Belastingdienst/Toeslagen een eigen rechtsgang die afwijkt van de rechtsgang van de Belastingdienst. 6 6
Algemeen De missie van Belastingdienst/Toeslagen is: toeslagen juist, tijdig en rechtmatig toe te kennen en uit te betalen op een transparante en efficiënte manier met minimale inspanning voor de burger. 7 7
Algemeen Belastingdienst/Toeslagen is in Utrecht gevestigd. Bijzonderheden: Kantoor Belastingdienst/Toeslagen is niet toegankelijk voor publiek; Dienstverlening, invordering en inkomensvaststelling worden niet door Belastingdienst/Toeslagen zelf uitgevoerd. Probleem? Ja, de burger heeft met meerdere partijen te maken voor de toekenning van een toeslag, dit maakt het minder overzichtelijk en gevoelsmatig meer bureaucratisch. Is het meer bureaucratisch? 8 8
Algemeen Is het meer bureaucratisch? Neen, in tegendeel. Dienstverlening bij de Belastingdienst, omdat deze organisatie over een goed functionerende dienstverlening beschikt en landelijk gespreid over Nederland is gevestigd. Invordering bij de Belastingdienst, omdat de expertise daar voor handen is en het daardoor efficiënter is uit te voeren, waarbij goed met de belangen van burger, Belastingdienst/Toeslagen en Belastingdienst rekening wordt gehouden. Inkomensvaststelling bij de Belastingdienst, omdat er dan geen verschillende soorten inkomen ontstaan (harmonisatie). 9 9
Partner Algemeen (artikel 3, van de Awir) Hoe bepalen wij (tot 2013) wie partner is? Dit doen wij door middel van een afpelmechanisme (artikel 3, van de Awir). Kan dit tot verschillen leiden met de inkomstenbelasting? Ja, een ongewenste situatie. Wat zijn die verschillen? 10 10
Partner Algemeen (artikel 3, van de Awir) Die verschillen zijn: Duurzaam gescheiden leven (artikel 3, lid 1, letter a, van de Awir); Verpleeghuissituatie (beleid); Gezamenlijke huishouding (artikel 3, lid 1, letter c, van de Awir). 11 11
Partner 2012 (artikel 3, lid 1, letter a, van de Awir) Schil 1 Men is partner indien men gehuwd is of indien sprake is van geregistreerd partnerschap, mits er geen sprake is van duurzaam gescheiden leven. Wat is duurzaam gescheiden leven? 12 12
Partner 2012 (artikel 3, lid 1, letter a, van de Awir) Schil 1 Men is partner indien men gehuwd is of indien sprake is van geregistreerd partnerschap, mits er geen sprake is van duurzaam gescheiden leven. Wat is duurzaam gescheiden leven? Dat is een situatie dat personen niet meer bij elkaar wonen en evenmin de intentie hebben om bij elkaar te gaan wonen. 13 13
Partner 2012 (artikel 3, lid 1, letter a, van de Awir) Schil 1 Wanneer is sprake van duurzaam gescheiden leven: samenleving is verbroken en één of beiden willen die samenleving niet meer hervatten. Indien sprake is van een ongewilde (permanente) scheiding door omstandigheden, bijvoorbeeld de verpleeghuissituatie. In andere situaties kan het lijken op duurzaam gescheiden leven, maar wordt dat niet erkend, dus blijft met partner. 14 14
Partner 2012 artikel 3, lid 1, letter b, van de Awir 2012 Schil 1 is niet van toepassing, dan schil 2. Men staat op hetzelfde woonadres ingeschreven als aanvrager en: men wordt aangemerkt als partner voor de toepassing van de Wet inkomstenbelasting 2001 (men is dan fiscaalpartner). samenlevingscontract heeft gesloten (bij notaris). kind uit de relatie heeft. het kind van de ander heeft erkend. in voorafgaand jaar partner was. voor een pensioenregeling als partner gemeld. samen (beiden eigenaar) een eigen woning bewoont. 15 15
Partner 2012 artikel 3, lid 1, letter b, van de Awir 2012 Schil 1 is niet van toepassing, dan schil 2. Let op Er is een scheiding of scheiding van tafel en bed, maar partijen staan nog op hetzelfde adres ingeschreven, dan is men in beginsel duurzaam gescheiden (geen intentie meer om samen te leven). Schil 1 is niet van toepassing. Bijzonderheid Voor de inkomstenbelasting is men dan nog steeds fiscaalpartner (zelfde adres ingeschreven) en op grond van de tweede schil ook voor toeslagen, tenzij men zich daadwerkelijk laat uitschrijven (dus verschillende GBA-adressen). Men is dan dus toch partner van elkaar. 16 16
Partner 2012 artikel 3, lid 1, letter c, van de Awir 2012 Schillen 1 en 2 zijn niet van toepassing, dan schil 3. Meerderjarige die op hetzelfde woonadres staat ingeschreven en meer dan 6 maanden een gezamenlijke huishouding voert, tenzij de persoon: bloed- of aanverwant in rechte lijn is; bloed- of aanverwant in de tweede graad zijlijn is gedurende de periode dat belanghebbende staat ingeschreven op het adres van zijn ouder. 17 17
Partner Verschillen met de inkomstenbelasting Voor de inkomstenbelasting is geen sprake van huwelijk of geregistreerd partnerschap indien men is gescheiden van tafel en bed, of niet meer op één adres staat ingeschreven en er sprake is van een schriftelijk verzoek bij de rechtbank voor het uitspreken van een vonnis van scheiding van tafel en bed of scheiding. Voor de inkomstenbelasting wordt alleen rekening gehouden met de verpleeghuissituatie: indien sprake is van een scheiding van tafel en bed of een scheiding; een verzoek tot scheiding van tafel en bed of een scheiding bij de rechtbank is ingediend en men ook daadwerkelijk op een ander adres staat ingeschreven. Het uitgangspunt is het hanteren van objectieve criteria. 18 18
Partner 2013 Het partnerbegrip wordt per 1 januari 2013 gelijkgetrokken met het partnerbegrip in de inkomstenbelasting. Geen sprake van toeslagpartner wanneer men niet op hetzelfde GBA-adres staat ingeschreven en: er is sprake van een scheiding van tafel en bed of een verzoek van scheiding van tafel en bed of een scheidingsverzoek is ingediend bij de rechter. 19 19
Partner 2013 Het partnerbegrip wordt per 1 januari 2013 gelijkgetrokken met het partnerbegrip in de inkomstenbelasting. Geen sprake van toeslagpartner wanneer men niet op hetzelfde GBA-adres staat ingeschreven en: er is sprake van een scheiding van tafel en bed of een verzoek van scheiding van tafel en bed of een scheidingsverzoek is ingediend bij de rechter. Een nieuwe voorwaarde is dat men ook partner is indien men ongehuwd op hetzelfde GBA-adres woont en dat op dat adres ook een minderjarig kind van tenminste één van beiden staat ingeschreven. (motie Omtzigt, trouwtaxbepaling). 20 20
Partner 2013 Het partnerbegrip wordt per 1 januari 2013 gelijkgetrokken met het partnerbegrip in de inkomstenbelasting. Geen sprake van toeslagpartner wanneer men niet op hetzelfde GBA-adres staat ingeschreven en: er is sprake van een scheiding van tafel en bed of een verzoek van scheiding van tafel en bed of een scheidingsverzoek is ingediend bij de rechter. Een nieuwe voorwaarde is dat men ook partner is indien men ongehuwd op hetzelfde GBA-adres woont en dat op dat adres ook een minderjarig kind van tenminste één van beiden staat ingeschreven. (motie Omtzigt, trouwtaxbepaling). De bepaling van de gezamenlijke huishouding (derde schil) komt te vervallen. 21 21
Partner 2013 Wetswijziging: Artikel 3, eerste lid, van de Awir verwijst vanaf 1 januari 2013 naar artikel 5a, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. In artikel 3 is de regel “op hetzelfde adres partner in het voorgaande jaar dan ook partner in het volgende jaar” voor 2013 uitgeschakeld. Op die manier zijn de mensen met een gezamenlijke huishouding niet langer partner. Alleen fiscaalpartner in 2012 blijft ook in 2013 fiscaalpartner. Vanaf 1 januari 2014 wordt de regel weer ingeschakeld (staat dan in letter g van het tweede lid van artikel 3, van de Awir). Artikel 3 van de Awir is een rangorderegeling, dit blijkt uit het vierde lid van genoemd artikel. 22 22
Toeslagpartnerschema 2013 23 23
Partner Verpleeghuisproblematiek vanaf 2013 Het goedkeurende beleid, zoals dat gold in 2012 komt te vervallen. Wij kijken alleen nog naar objectieve criteria. Wat betekent dit: Is men getrouwd of is sprake van geregistreerd partnerschap dan geen partners meer als men niet op hetzelfde GBA-adres staat ingeschreven en sprake is van: scheiding van tafel en bed; scheidingsverzoek of verzoek om scheiding van tafel en bed is ingediend bij de rechter. Heeft men een notarieel samenlevingscontract en men woont niet meer op hetzelfde GBA-adres dan blijft men: partner tot er een nieuwe partner op het GBA-adres wordt ingeschreven, tenzij schriftelijk bij de inspecteur is gemeld dat men geen partner meer is. (zesde lid van het nieuwe artikel 3 van de Awir) 24 24
Partner Bijzonderheden Het partnerschap kent nog een aantal bijzonderheden: Indien het partnerschap in de loop van het jaar eindigt dan blijft men de rest van het jaar partner, zolang men op hetzelfde GBA-adres staat ingeschreven; Bij meerdere partners blijft de persoon met de oudste verbintenis partner; Voor alle toeslagen geldt vanaf 2012: Is de wijziging op de eerste van de maand dan is de wijziging op die maand ingegaan. In alle andere gevallen gaat de wijziging in op de eerste van de maand volgende op de wijziging. Is men partner, maar woont men op verschillende GBA-adressen dan geldt het partnerschap niet voor de huurtoeslag, artikel 9 van de Wet op de huurtoeslag. 25 25
Medebewoner Het begrip medebewoner is alleen van belang voor de huurtoeslag, artikel 9 van de Wet op de huurtoeslag. Medebewoner is de persoon die op hetzelfde GBA-adres staat ingeschreven en geen: partner van belanghebbende is, of onderhuurder is, dit moet blijken uit een schriftelijke overeenkomst. Mensen die behoren tot het huishouden van de onderhuurder zijn evenmin medebewoner. Kinderen zijn overigens, ook al zijn zij minderjarig wel medebewoner. Wel is er een vrijstelling van het inkomen tot een bepaalde grens, artikel 7, lid 5, van de Awir. 26 26
Vreemdelingen Er moet voor belanghebbende, diens partner of medebewoner sprake zijn van een rechtmatig verblijf. De basis voor dit standpunt is artikel 11 van de Vreemdelingenwet 2000. 27 27
Vreemdelingen Er is sprake van een rechtmatig verblijf als de persoon beschikt over: een geldige verblijfsvergunning; een geldige EU-verblijfskaart; wacht op besluit tot verlenging, maar met toestemming om in NL te wachten; wacht op verlenging, maar met toestemming om in NL te wachten, of; wacht op een uitspraak op bezwaar of beroep, maar met toestemming om in NL te wachten. 28 28
Vreemdelingen Welk risico neemt een buitenlandse student die een toeslag aanvraagt? De student neemt het risico dat hij/zij zich zelf illegaal maakt. Hij/zij heeft namelijk een overeenkomst met de Staat der Nederlanden waarin staat dat hij/zij geen gebruik zal maken van publieke middelen, zoals sociale voorzieningen. Toeslagen zijn sociale voorzieningen. 29 29
Toetsingsinkomen Draagkracht De draagkracht is het bedrag aan kosten wat een huishouden zelf kan dragen. Dat is het totale inkomen en vermogen van het huishouden, dus het inkomen en vermogen van belanghebbende, partner en medebewoner. Het gaat dus om een objectiveerbaar inkomen en vermogen. Vermogen is alleen van toepassing in geval van huurtoeslag, dat wil zeggen er is dan sprake van box 3 inkomen. 30 30
Toetsingsinkomen Het gaat om het op het berekeningsjaar betrekking hebbende inkomensgegeven. Dat is het gegeven dat staat in de basisregistratie inkomensgegevens, BRI. 31 31
Toetsingsinkomen Het inkomensgegeven is in het geval men een aangifte voor de inkomstenbelasting in moet dienen, het zogenoemde verzamelinkomen. Dat is dus het totaal van de boxen 1 tot en met 3. Voor mensen die geen aangifte inkomstenbelasting indienen is het inkomensgegeven het belastbaar loon, dat staat op de jaaropgaaf dat men ontvangt van de werkgever of uitkeringsinstantie. 32 32
Toetsingsinkomen De Belastingdienst, de inspecteur, stelt het inkomen vast. Een bijzondere vorm van inkomen is het niet in Nederland belastbare inkomen en buitenlandse inkomensbronnen. Ook die inkomens maken deel uit van het toetsingsinkomen. Voor de vaststelling dient men zich te wenden tot de inspecteur, want ook hier geldt dat de inspecteur het inkomen vaststelt. 33 33
Toetsingsinkomen Uitzonderingen huurtoeslag Is er sprake van box 3 inkomen dan betekent dat, dat er vermogen is en is er geen recht op huurtoeslag. Let op groenbeleggen is vrijgesteld voor box 3, maar niet voor toeslagen. Dus dat vermogen moet meegeteld worden. In andere woorden bereken box 3 inkomen alsof er geen groen beleggen is. Bepaalde vermogensbestanddelen kunnen op grond van de hardheidsclausule (artikel 47 van de Awir) buiten beschouwing worden gelaten. Wel moet men hier apart een beroep op doen het formulier kan via de site worden gedownload. Bepaalde inkomensbestanddelen kunnen op grond van een bijzondere regeling in de Wet op de huurtoeslag (artikel 55 van de Wet op de huurtoeslag) zelf buiten beschouwing worden gelaten. Wel moet men hier apart een beroep op doen het formulier kan via de site worden gedownload. 34 34
Toetsingsinkomen Bijzonderheden De herberekening inkomen bij overlijden is in situaties dat sprake is van een partner of medebewoner komen te vervallen. Bij alleenstaande die overlijden wordt wel een herberekening gemaakt. De bijzondere regeling bij sterke inkomensstijgingen, de zogenoemde 10%- regeling is eveneens vervallen. 35 35
Minimale uitbetaling Wettelijk (artikel 14, lid 5, van de Awir) is geregeld dat bedragen tot € 24 per jaar niet worden uitgekeerd. Formeel heeft men dus wel recht, maar de wettelijke regeling regelt dat dit niet leidt tot een materieel recht. 36 36
Uitbetaling van kleine bedragen Is het recht op een toeslag lager dan € 60, maar hoger dan € 24, dan ontstaat er een materieel recht, dat in één keer wordt uitbetaald in plaats van 12 termijnen. Hier is geen keus mogelijk, dus recht lager dan € 60, dan altijd in één keer in alle andere gevallen in 12 termijnen. 37 37
Bezwaarschriften Vormvereisten ondertekening naw-gegevens dagtekening omschrijving bestreden besluit gronden Nederlandse taal Indien het niet aan deze vormen voldoet wordt het bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard. 38 38
Bezwaarschriften Termijn De indieningstermijn is zes weken, dat is een fatale termijn. Wanneer start de termijn? Wat gebeurt er bij het overschrijden van die termijn? Wanneer tijdig? Uitzonderingen mogelijk? 39 39
Bezwaarschriften Horen Is horen een recht of een plicht? Wie hoort? Kan horen door middel van een telefoontje? Wordt er een verslag gemaakt? Een tweede hoorzitting mogelijk? 40 40
Programma deel II Behandeling van enkele voorgelegde praktijkvragen over: huurtoeslag; toeslagpartnerschap; toetsingsinkomen; HUBA Toeslagen webapplicatie. 41 41
Praktijkvragen huurtoeslag Voorgelegde praktijkvragen over huurtoeslag: Hoe om te gaan met huurtoeslag bij het ontvangen van bedragen bij afkoop van pensioen etc.? 42 42
Praktijkvragen huurtoeslag Hoe om te gaan met huurtoeslag bij het ontvangen van bedragen bij afkoop van pensioen etc.? Dit zijn eenmalige bedragen. Ingeval van een kleine afkoop kan men voordat de toeslag onherroepelijk (voor verstrijken van de bezwaar- of beroepstermijn) is geworden verzoeken deze buiten beschouwing te laten. Artikel 2b, eerste lid, onder b, Besluit op de huurtoeslag. Te laat ingediende verzoeken worden niet gehonoreerd, ook niet op basis van artikel 21a, Awir “herziening tegemoetkoming in het voordeel van belang- hebbende om andere redenen”. Andere redenen zijn limitatief genoemd in artikel 5a Uitvoeringsregeling Awir. 43 43
Praktijkvragen huurtoeslag Hoe om te gaan bij de berekening van de huurtoeslag bij overlijden van de aanvrager? 44 44
Praktijkvragen huurtoeslag Hoe om te gaan bij de berekening van de huurtoeslag bij overlijden van de aanvrager? Herleiden is afgeschaft. De tabel verandert mogelijk wel, van een meer- naar een éénpersoonshuishouden. Automatisch actie om te stoppen, mits het overlijden via GBA is gemeld. De huurtoeslag gaat automatisch over op de partner. Binnen 1 maand na overlijden komt een stopzettingsbeschikking, gevolgd door een condoleancebrief plus activering partner. Duurt het langer dan 1 maand dan contact opnemen via BelastingTelefoon of balie, mogelijk dat er iets mis is met het GBA signaal of de GBA melding heeft niet plaatsgevonden. Let op: Verantwoordelijkheid voor de informatie in de GBA ligt bij de aanvrager danwel diens erfgenamen. 45 45
Praktijkvragen toeslagpartnerschap Wanneer moeten we de toeslagen aanvragen bij het overlijden van een partner en hoe gaat dit automatisch? 46 46
Praktijkvragen toeslagpartnerschap Wanneer moeten we de toeslagen aanvragen bij het overlijden van een partner en hoe gaat dit automatisch? Als de partner overlijdt loopt de lopende aanvraag gewoon door. De aanvrager dient dan een wijziging in te sturen. Als er nog geen aanvraag loopt moet de achterblijvende persoon zelf beoordelen of hij nu mogelijk recht heeft en zelf een aanvraag doen. 47 47
Praktijkvragen toeslagpartnerschap Hoe om te gaan indien een partner of een huisgenoot in een verpleegtehuis wordt opgenomen? 48 48
Praktijkvragen toeslagpartnerschap Hoe om te gaan indien een partner of een huisgenoot in een verpleegtehuis wordt opgenomen? Bij een echtgenoot kon tot en met 2012 éénmalige een keuze worden gemaakt voor DGL of niet. Is gekozen voor DGL, dan is men vanaf 1 januari 2013 weer partner, tenzij men gescheiden is van tafel en bed of een verzoek tot scheiding heeft ingediend bij de rechter en niet meer op één GBA-adres staat ingeschreven. Bij een huisgenoot of niet-huwelijkse toeslagpartner is de GBA bepalend. Let op: Is sprake van scheiding van tafel en bed, dan is er dus geen sprake meer van een huwelijk. Woont men dan toch op hetzelfde GBA-adres, dan aan de hand van het schema controleren of nog sprake is van een partnersituatie. 49 49
Praktijkvragen toeslagpartnerschap Hoe om te gaan met een kind dat terugkeert in het ouderlijk huis waar nog maar 1 ouder woont? Hoe om te gaan met een kind plus eigen kind dat terugkeert in het ouderlijk huis waar nog maar 1 ouder woont? 50 50
Praktijkvragen toeslagpartnerschap Hoe om te gaan met een kind dat terugkeert in het ouderlijk huis waar nog maar 1 ouder woont? Het kind, leeftijd maakt niet uit, wordt medebewoner en dat heeft alleen gevolgen voor de HT. Voor de ZT houden beiden een eigen aanspraak. Overigens kan een kind (kind moet dan op 1 januari ouder dan 27 jaar zijn) wel gaan voldoen aan de definitie van partner en dan is sprake van toeslagpartnerschap, zie schema. Hoe om te gaan met een kind plus eigen kind dat terugkeert in het ouderlijk huis waar nog maar 1 ouder woont? 51 51
Praktijkvragen toeslagpartnerschap Hoe om te gaan met volwassen kinderen welke terugkeren in het ouderlijkhuis maar waar nog maar 1 ouder woont? Jonger dan 27 jaar en ouder dan 27 jaar? Het kind leeftijd maakt niet uit wordt medebewoner en dat heeft alleen gevolgen voor de HT. Voor de ZT houden beiden een eigen aanspraak. Overigens kan een kind (kind is dan op 1 januari ouder dan 27 jaar) wel gaan voldoen aan de definitie van partner en dan is sprake van toeslagpartnerschap, zie schema. Hoe om te gaan met een kind plus eigen kind dat terugkeert in het ouderlijk huis waar nog maar 1 ouder woont? Is het kind op 1 januari ouder dan 27 jaar en is het eigen kind minderjarig dan is sprake van toeslagpartnerschap, zie schema. 52 52
Praktijkvragen toeslagpartnerschap Hoe om te gaan met een kind plus eigen kind dat terugkeert in het ouderlijk huis waar 1 ouder en een volwassen medebewoner woont? 53 53
Praktijkvragen toeslagpartnerschap Hoe om te gaan met een kind plus eigen kind dat terugkeert in het ouderlijk huis waar 1 ouder en een volwassen medebewoner woont? Zolang de medebewoner geen partner is, blijft hij/zij medebewoner. De komst van de kinderen van de aanvrager verandert hier niets in. De aanvrager krijgt gewoon meer medebewoners, tenzij het kind op 1 januari ouder is dan 27 jaar en het eigen kind (kind van het kind) minderjarig is, want dan is het kind de toeslagpartner van de ouder, zie schema. 54 54
Praktijkvragen toetsingsinkomen Wat moet men doen met PGB is dit nu wel of niet een inkomen voor toeslagen of kan men ook hier een bezwaar tegen indienen. Indien een bedrag van een PGB op een spaarrekening staat en het dus een box 3 deel is kan men daar dan ook om verzoeken om het te verlagen voor de toeslagen en speciaal voor de huurtoeslag? 55 55
Praktijkvragen toetsingsinkomen Wat moet men doen met PGB is dit nu wel of niet een inkomen voor toeslagen of kan men ook hier een bezwaar tegen indienen. Indien een bedrag van een PGB op een spaarrekening staat en het dus een box 3 deel is kan men daar dan ook om verzoeken om het te verlagen voor de toeslagen en speciaal voor de huurtoeslag? Of PGB meetelt als inkomen bepaalt de inspecteur. Als het PGB leidt tot een box 3 inkomen kan daar niet van worden afgeweken. De wet (art. 47 Awir, jo. art. 9 Uitvoeringsregeling Awir) kent een limitatieve opsomming en PGB-vermogen staat daar niet tussen. 56 56
Praktijkvragen HUBA Toeslagen webapplicatie Hoe kan ik een correctie uitvoeren met het door onze organisatie gebruikte aanvraagsysteem en hoe kan ik binnen het programma van voor naar achteren gaan? 57 57
Praktijkvragen HUBA Toeslagen webapplicatie Hoe kan ik een correctie uitvoeren met het door onze organisatie gebruikte aanvraagsysteem en hoe kan ik binnen het programma van voor naar achteren gaan? Wanneer een aanvraag is ingediend en de status “in afwachting” heeft (= nog niet verstuurd aan de Belastingdienst), klik op de knop “openen” en voer correctie uit en klik daarna op “indienen”. Wanneer een aanvraag is ingediend en de status “afgehandeld” heeft (= aanvraag verstuurd aan de Belastingdienst) dan dient u een aanvraag/wijziging opnieuw in te dienen. Alle ingevulde velden worden op het scherm getoond. Klik op “invoer wijzigen” om wijzigingen door te voeren of “gegevens overzicht” voor een overzicht met alle ingevulde gegevens. Dit overzicht kan worden geprint. 58 58
Praktijkvragen HUBA Toeslagen webapplicatie Hoe kunnen we van het door ons gebruikte systeem een uitdraai maken? 59 59
Praktijkvragen HUBA Toeslagen webapplicatie Hoe kunnen we van het door ons gebruikte systeem een uitdraai maken? Nadat alle vragen zijn ingevuld, kan je klikken op “gegevensoverzicht”. Er wordt een nieuw scherm getoond. De inhoud van dit scherm kan je uitprinten door op de knop “afdrukken” (onderaan het scherm) te klikken. 60 60
Programma deel III Overige wijzigingen 2013 Algemeen Uniformering van het loonbegrip Wijzigingen Wet op de zorgtoeslag Vermogenstoets Wijziging Kindgebonden budget; Woonlandfactor Kindgebonden budget; Wijzigingen Wet kinderopvang. 61 61
Algemeen Burgers krijgen een beperkte mededeling met een verwijzing naar “mijn toeslagen”, alwaar zij de specificatie kunnen zien. Wil men een papieren specificatie, dan moet men die gaan bestellen, dit kan via de BelastingTelefoon. 62 62
Uniformering van het loonbegrip Om de berekening van bruto- naar nettoloon te vereenvoudigen wordt het begrip “premieloon werknemersverzekeringen” geïntroduceerd. Dit betekent dat het ZVW-bedrag uit het loon wordt getild. Daardoor daalt het toetsingsinkomen. Om te voorkomen dat mensen daardoor een hogere toeslag krijgen zijn de tabellen aangepast. Dus een lager inkomen betekent niet automatisch een hogere toeslag. Let op Deze maatregel heeft geen gevolgen voor de inkomens van gepensioneerden en zelfstandigen, het gevolg voor deze groep is een daling van de toeslagen. Aan dit probleem kunnen wij niets doen, want dit is een rechtstreeks gevolg van een juiste toepassing van de wet. 63 63
Wijzigingen Wet op de zorgtoeslag Om de effecten van het uniformeren van het loonbegrip te beperken is het volgende gewijzigd in de Wet op de zorgtoeslag: Drempelinkomen is verlaagd van € 20.079 (2012) tot € 19.043 (2013); Standaardpremie is verhoogd van € 1.426 (2012) tot € 1.478 (2013); Percentage normpremie over drempelinkomen voor alleenstaande is verlaagd van 2,930% (2012) tot 2,195% (2013); Percentage normpremie over drempelinkomen voor aanvragers met een partner is verlaagd van 5,530% (2012) tot 4,695% (2013); Percentage normpremie voor inkomens boven drempelinkomen is in alle gevallen verhoogd van 5,435% (2012) tot 8,713% (2013). 64 64
Wijzigingen Wet op de zorgtoeslag Zorgtoeslag voor alleenstaanden De zorgtoeslag heeft voor inkomens die in 2012 en 2013 niet wijzigen het volgende effect voor alleenstaanden: Inkomen 0 de zorgtoeslag stijgt met € 222; 65 65
Wijzigingen Wet op de zorgtoeslag Zorgtoeslag voor alleenstaanden De zorgtoeslag heeft voor inkomens die in 2012 en 2013 niet wijzigen het volgende effect voor alleenstaanden: Inkomen 0 de zorgtoeslag stijgt met € 222; Inkomen 0-24.100 de stijging van de zorgtoeslag neemt geleidelijk af tot € 0; 66 66
Wijzigingen Wet op de zorgtoeslag Zorgtoeslag voor alleenstaanden De zorgtoeslag heeft voor inkomens die in 2012 en 2013 niet wijzigen het volgende effect voor alleenstaanden: Inkomen 0 de zorgtoeslag stijgt met € 222; Inkomen 0-24.100 de stijging van de zorgtoeslag neemt geleidelijk af tot € 0; Bij een inkomen van € 30.930 (was € 35.029 in 2012) eindigt het recht op zorgtoeslag. 67 67
Wijzigingen Wet op de zorgtoeslag Zorgtoeslag voor aanvragers met een partner De zorgtoeslag heeft voor inkomens die in 2012 en 2013 niet wijzigen het volgende effect voor aanvragers met een partner: Inkomen 0 de zorgtoeslag stijgt met € 320; 68 68
Wijzigingen Wet op de zorgtoeslag Zorgtoeslag voor aanvragers met een partner De zorgtoeslag heeft voor inkomens die in 2012 en 2013 niet wijzigen het volgende effect voor aanvragers met een partner: Inkomen 0 de zorgtoeslag stijgt met € 320; Inkomen 0-27.100 de stijging van de zorgtoeslag neemt geleidelijk af tot € 0; 69 69
Wijzigingen Wet op de zorgtoeslag Zorgtoeslag voor aanvragers met een partner De zorgtoeslag heeft voor inkomens die in 2012 en 2013 niet wijzigen het volgende effect voor aanvragers met een partner: Inkomen 0 de zorgtoeslag stijgt met € 320; Inkomen 0-27.100 de stijging van de zorgtoeslag neemt geleidelijk af tot € 0; Bij een inkomen van € 42.427 (was € 51.691 in 2012) eindigt het recht op zorgtoeslag. 70 70
Vermogenstoets Vanaf 2013 komt er een vermogenstoets bij de zorgtoeslag en het kindgebonden budget. Wat mag de hoogte van het vermogen zijn: Het totaal van de heffingsvrije vermogens van de mensen die tot het huishouden behoren plus € 80.000. Komt men daarboven dan is er geen recht meer op zorgtoeslag of het kindgebonden budget. Is sprake van bijzonder vermogen zoals bij de huurtoeslag dan kan men verzoeken om dit buiten beschouwing te laten. Dit moet dus achteraf gebeuren net als bij de huurtoeslag. Let op: Mensen die nooit huurtoeslag hebben gehad weten dit niet. 71 71
Wijziging Kindgebonden budget Vanaf 1 januari 2013 krijgen aanvragers voor het tweede kind € 75 extra. 72 72
Woonlandfactor Kindgebonden budget Zal bij de HUBA klanten niet veel voorkomen. De doelgroep die er mee te maken krijgt zijn: aanvragers die in het buitenland wonen; aanvragers die in Nederland wonen, maar waarvan het kind buiten de Europese Unie, EER of Zwitserland woont. Zie voor de te hanteren percentage de afzonderlijk uitgereikte tabel. 73 73
Wijzigingen Wet kinderopvangtoeslag Het gaat hier om de volgende wijzigingen: Het recht op kinderopvangtoeslag wordt voor doelgroepers (bijzondere situatie) beperkt, koppeling aan de lengte van het doelgroeptraject. De bijdrage van het UWV of de gemeente voor doelgroepers wordt onderdeel van de kinderopvangtoeslag en wordt net als het werkgeversdeel inkomensafhankelijk, de Belastingdienst betaalt deze bijdrage dus uit. Het werkgeversdeel van de kinderopvangtoeslag wordt overgeheveld naar het inkomensafhankelijk deel en de toeslag bestaat nog maar uit één deel/percentage voor zowel werkende ouders als doelgroepouders. Nieuwe maximum uurtarieven: Dagopvang was € 6,36 wordt € 6,46 BSO was € 5,93 wordt € 6,02 Gastouderopvang was € 5,09 wordt € 5,17 Maximale eind en begin tijd van voor- en naschoolse opvang 74 74