Normale seksuele ontwikkeling in een abnormale situatie Anouk ten Barge Lieke van Domburgh
Uitdaging residentiële (forensische) jeugdzorg Het creëren van een zo normaal mogelijks dagelijks leven dat in evenwicht is met de behoeften aan speciale behandeling binnen een speciale context Boendermaker et al. 2013, residentiële jeugdzorg: wat werkt. www.nji.nl
Kenmerken forensische / jeugdzorg context Kwetsbare kinderen/jongeren Residentieel: abnormale context/omgeving Beladen onderwerp voor veel volwassenen, ook professionals
Kwetsbare kinderen uithuisgeplaatste kinderen zijn kwetsbaarder voor mishandeling en misbruik dan kinderen die bij hun eigen ouders wonen. kinderen en jongeren die al eerder misbruikt zijn, lopen een groter risico opnieuw misbruikt te worden. Kinderen met LVB lopen extra risico Commissie Samson (2012), Omringd door zorg. Toch niet veilig, http://www.onderzoek-seksueel-kindermisbruik.nl/ Wissink & Moonen (2014), seksueel misbruik bij kinderen en jongeren met LVB, Onderzoek & Praktijk, 12.
Kwetsbare kinderen Deze jeugdigen vertonen soms – ongewild – seksueel uitdagend gedrag Reden/interpretatie van dit gedrag soms onjuist als signaal dat de jeugdige bereid is aan seksuele activiteiten mee te doen
Kwetsbare kinderen Gebrek aan vaardigheden om sociaal gepast tot intimiteit te komen Gebrekkige impulscontrole Kan leiden tot dwingend/misbruikend gedrag
gevolg misbruik in zorg, o.a. Vaker psychiatrische stoornissen, Vaker moeite hebben met emotieregulatie Vaker moeite hebben om stabiele relaties met anderen aan te gaan Vaker onveilig gehecht zijn of hechtingsproblemen ervaren Vaker dakloos zijn en met justitie in aanraking komen Bartelink & Zoon (2013), wat werkt in het versterken van veiligheid in residentiële zorg, www.nji.nl
Abnormale context Risico op misbruik neemt toe: Veel mensen in kleine gemeenschap Groepssamenstelling In verhouding weinig meisjes Plekken waar veel jongeren zijn
Organisatie/professionals Risico op misbruik is hoger als: de regels onduidelijk zijn, de toelatingsprocedures voor nieuwe jeugdigen niet adequaat zijn een pikorde tussen jeugdigen geaccepteerd wordt (Uliando & Mellor, 2012).
Uitdaging residentiele (forensische) jeugdzorg Het creëren van een zo normaal mogelijks dagelijks leven dat in evenwicht is met de behoeften aan speciale behandeling binnen een speciale context Boendermaker et al. 2013, residentiele jeugdzorg: wat werkt
Aanbevelingen commissie Samson Professionals: Op alle niveaus is een serieuze professionalisering van de sector nodig op het terrein van seksualiteit (zowel gewone seksuele ontwikkeling als signaleren van risico’s) Training in bespreekbaar maken van seksualiteit met jongeren
Aanbevelingen Samson rondom het kind Weerbaarheid vergroten: vanaf opname gesprekken rondom seksualiteit, omgangsvormen en verwachtingen weerbaarheidstraining diagnostiek signalering/risico inschatting zorgen voor veiligheid leven met onzekerheid klachtenprocedure
Farmer en Pollock (2003) adequaat toezicht, gebaseerd op veiligheidsplan adequate voorlichting bijsturen van ongepast seksueel gedrag therapeutische aandacht voor behoeften die ten grondslag liggen aan seksuele gedrag
Binnen de (forensische) jeugdzorg kwaliteitskader voorkomen seksueel misbruik (daarin staan bovenstaande aanbevelingen verwerkt) specifiek competentieprofiel jeugdzorgwerker en gedragsdeskundige thema seksualiteit Verplichte meldcode vermoedens kindermishandeling en huiselijk geweld
Wat is het vlaggensysteem? Een hulpmiddel om seksueel (grensoverschrijdend) gedrag van kinderen/jongeren te beoordelen en er neutraler en objectiever over te communiceren. Een methode om antwoord te kunnen geven op de vraag hoe men pedagogisch moet omgaan met seksueel gedrag van kinderen. Manier om seksueel gedrag, en grenzen, met kinderen en ouders te bespreken. Ontwikkeld op basis van internationaal wetenschappelijk literatuuronderzoek (Sensoa).
Het doel van het vlaggensysteem Hoofddoel: Het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag onder en ten aanzien van kinderen en jongeren van nul tot achttien jaar. Meer concreet: Het vergroten van competenties opdat mensen beter kunnen omgaan met SGG op de volgende gebieden: Het juist inschatten van seksueel gedrag van kinderen en jongeren. Het bespreekbaar maken van seksualiteit en seksueel gedrag bij en met kinderen en jongeren, en het geven van een aangepaste pedagogische reactie(s). Het bevorderen van visievorming en professionalisering binnen teams m.b.t. de beoordeling en het omgaan met SGG gedrag.
Vlaggensysteem: 4 vlaggen
Even oefenen Welke vlag? 2.10 Een meisje van 10 zit op de schoot van een volwassen man, deze streelt haar borstjes en ze vind het best leuk.
3. 11 Twee 13-jarige meisjes zitten bij elkaar op de slaapkamer op bed 3.11 Twee 13-jarige meisjes zitten bij elkaar op de slaapkamer op bed. Ze strelen elkaar tussen en over de bovenbenen ze vinden het fijn. Welke vlag?
Even oefenen Welke vlag? 1.5 Een jongen van 6 probeert het slipje van een meisje van 4 naar beneden te trekken. Hij dreigt ermee haar pop kapot te maken als ze hem niet wil gehoorzamen.
Welke vlag? 1.10 Drie kindjes van drie jaar zijn in de slaapkamer een seksueel spelletje aan het spelen. Ze zijn naakt en maken veel pret.
Even oefenen Welke vlag? 3.9 Een moeder wast de piemel van haar 12-jarige zoon onder de douche. Ze vindt goede hygiëne belangrijk
Even oefenen Welke vlag? 4.12 Een groepje van 17-jarige jongens masturberen samen. Ze hebben veel lol.
Vlaggensysteem: 6 criteria Wederzijdse toestemming: wil het kind het zelf, wil het eventuele andere kind het ook, vinden beide kinderen het seksuele gedrag prettig? Vrijwilligheid: kiest het kind er zelf voor, durft het/is het in staat om nee te zeggen? Gelijkwaardigheid: zijn het kind en het andere kind even sterk, oud, slim of is er sprake van een machtsverschil? Ontwikkelingsadequaat: doet het kind niets waar het te jong of te oud voor is, past het seksuele gedrag bij de ontwikkelingsleeftijd van het kind? Contextadequaat: is het seksuele gedrag van het kind gepast, stoort of choqueert het anderen in de omgeving niet? Zelfrespect: heeft het kind zicht op de gevolgen van zijn of haar gedrag, neemt het geen risico’s die schadelijke gevolgen kunnen hebben?
Wederzijdse toestemming We zijn allen akkoord over wat er gaat gebeuren. Het is ok voor iedereen. We weten wat de bedoeling is. We vinden het leuk en fijn. Ik doe graag mee.
Vrijwilligheid Ik doe mee omdat ik daar zelf voor kies. Ik word niet onder druk gezet. Niemand zal boos zijn als ik niet mee doe. Ik doe het niet voor het geld.
Gelijkwaardigheid We hebben evenveel te zeggen. Er is niemand met meer macht of autoriteit. Ik ben even sterk als de anderen.
Leeftijds- of ontwikkelingsadequaat Hoort dit bij mijn leeftijd? Is dit niet voor veel oudere of jongere kinderen? Past dit bij wat andere kinderen ook doen op die leeftijd?
Contextadequaat Context Kan dit op deze plaats en op dit moment? Zijn er geen toeschouwers?
Zelfrespect Is dit niet gevaarlijk voor mij? Kan dit mij schade berokkenen? Kan dit mij pijn doen? Gaan anderen mij uitlachen?
Regels seksueel gedrag Toestemming Ik doe alleen seksuele dingen als ik die zelf wil en de ander akkoord gaat. Vrijwilligheid Ik voel me niet onder druk gezet. Ik zet niemand onder druk. Gelijkwaardigheid Ik ben niet de meerdere of de mindere. Leeftijds- of ontwikkelings- adequaat Ik doe dingen die passen bij mijn leeftijd. Context adequaat Ik doe de dingen op een plaats en een manier die anderen niet storen. Zelfrespect Ik doe mezelf of anderen geen pijn.
Er is sprake van groen gedrag als: Er een duidelijke wederzijdse toestemming is. Geen enkele vorm van dwang of druk is. Beide partijen gelijkwaardig zijn. Het gedrag bij leeftijdsgenoten geobserveerd wordt. Het gedrag niet aanstootgevend is voor anderen. Het gedrag niet schadelijk is voor het kind of de jongere zelf.
Er is sprake van geel gedrag als: Er geen duidelijke wederzijdse toestemming is. Er lichte vorm van dwang of druk is. Er sprake is van lichte ongelijkwaardigheid. Het gedrag niet helemaal leeftijdsadequaat is. Het gedrag licht aanstootgevend is voor anderen. Het gedrag zelfbeschadigend kan zijn voor het kind of de jongere zelf. Geel gedrag is vrij “normaal” in de ontwikkeling van gezond seksueel gedrag, want grenzen verkennen en uitdagen hoort nu eenmaal bij de ontwikkeling.
Er is sprake van rood gedrag als: Er geen duidelijke wederzijdse toestemming is. Er gebruik wordt gemaakt van manipulatie, chantage of macht. Er sprake is van grote ongelijkwaardigheid. Het gedrag niet leeftijdsadequaat is. Het gedrag beledigend of kwetsend is voor anderen. Het gedrag fysieke, emotionele of psychologische schade veroorzaakt voor het kind.
Er is sprake van zwart gedrag als Er geen duidelijke wederzijdse toestemming is. Seksueel contact wordt afgedwongen met dreigementen. Er sprake is van grote ongelijkwaardigheid. Het gedrag niet leeftijdsadequaat is. Het gedrag is zwaar aanstootgevend voor anderen. Het gedrag zware fysieke, emotionele of psychologische schade veroorzaakt voor het kind of de jongere zelf. Alle vormen van seksueel gedrag die bij de wet verboden zijn
Reageren op gedrag Groen Geel Rood Zwart Bekijk/beluister Benoem confronteer Bevestig Begrens/leid af Verbied Verbied/grijp in. Leg uit “Negeer” Observeer Observeer extra Straf /verwijs door
Hoe te reageren? Groen: accepteren en eventueel uitleggen. Geel: begrenzen, alternatieven bieden en uitleggen. Rood: verbieden, uitleggen en controleren, eventueel straf of interventie aankondigen. Zwart: verbieden, uitleggen, tussenkomen met straf of/en begeleiding.
Het is geen 100% lijst Niets is zwart-wit Eigen normen en waarden Overleg met elkaar en GW-er!!
Vragen?