Grammaire thème 4.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Het delend lidwoord Het delend lidwoord is een soort onbepaald lidwoord waarmee je een onbepaalde hoeveelheid aangeeft, bijvoorbeeld:
Advertisements

Delend lidwoord.
Franse Les Les 17 Vorige les/Devoirs Toets vocabulaire P. 26/27
Oefenen voor de toets unité 2
Onze eerstejaars aan het werk tijdens de lessen FRANS Foto’s genomen in 1 MOD a –
Havo 3 Grammaire chapitre 4.
Grammaire chapitre 4 1 hv.
Grammaire chapitre 5 3 havo.
2 hv en 2 A+ Grammaire chapitre 4.
3 vwo+ Grammaire chapitre 2
Namen van landen Les noms des pays.
Tegenwoordig deelwoord
PASSÉ COMPOSÉ ÊTRE APPRENDRE 3 UNITÉ 2.
PASSÉ COMPOSÉ AVOIR APPRENDRE 3 UNITÉ 2.
Grammaire thème 5 4 vwo.
Vous avez passé de bonnes vacances de Noël?
Bienvenue à tous.
Non, je n’ai pas de.
Grammaire chapitre 2 2 havo/vwo.
Grammaire thème 6 4 vwo.
Havo 3 Grammaire chapitre 6.
3 VWO (+) Grammaire chapitre 3. Bijvoeglijke naamwoorden: bijzondere vormen Sommige bijv. nw. veranderen wanneer ze vóór een mannelijk zn. staan dat begint.
Passé composé.
Franse Les Les 16 Vorige les & huiswerk Voyages unité 7 afmaken Les pirates chapitre 8,9, 10 Vorige les & huiswerk Voyages unité 7 afmaken Les pirates.
Franse Les Les 15 Vorige les & huiswerk Extra oefenen meew. Vw.
Franse Les Les 18 Vorige les & huiswerk Zinnen maken / herhalen
Franse Les Les 17 Vorige week Anne chapitre 4/5 Voyages p. 26
Grammaire chapitre 3 3 havo.
Franse Les Les 17 Vorige les & huiswerk Voyages p. 62
Franse Les Les 11 Vorige week Voyages p. 21 Extra oefeningen
2 hv en 2 vwo+ Grammaire chapitre 5.
Grammaire chapitre 1 2 vwo (+).
Franse Les Les 1 Kennismaken / uitleg Chanson assis / debout TPR
Franse Les Les 15 Vorige week Anne chapitre 3 Voyages p. 25/26
Franse Les Les 1 Kennismaken La mémoire Dialogue Chanson + texte
Het betrekkelijk voornaamwoord
Franse Les Les 1 Nous sommes mercredi le 18 mars 2015
Franse Les Les 3 Vorige les & huiswerk Le loup est revenu
Franse Les Les 7 Vorige les & huiswerk Voyages p. 45/46
Franse Les Les 3 Vorige les & huiswerk Voyages p. 37/38/39
Het lijdend voorwerp 3 VMBO - Frans.
Franse Les Les 5 Vorige les & huiswerk Voyages p. 41/43/44
Franse Les Les 6 Vorige les & huiswerk Toets unité 5
In de supermarkt Au supermarché Wat vind jij lekker om te eten? Qu’est-ce que tu aimes manger, toi?
Faire 3 VMBO - Frans.
Franse Les Les 4 Vorige les & huiswerk Voyages p. 40/41 Klokkijken
De ontkenning 2 VMBO - Frans.
HET PERSOONLIJK VOORNAAMWOORD
HET LIDWOORD L’ARTICLE [LS3_4v_u5_animaties_GRIII] [Audio p.1]
Faire connaissance dialogues + exercices
Parler de sa région Parler de ses origines Parler de son weeken-end.
Vorige week Unité 3 p.26/27 voor/achter/naast/tussen devoirs Vorige week Unité 3 p.26/27 voor/achter/naast/tussen devoirs Quel jour sommes-nous aujourd’hui?
Franse Les Les 20 Vorige les Voyages unité 7 p. 56/57 moi non, moi si vergelijkingen p maken Vorige les Voyages unité 7 p. 56/57 moi non, moi si.
Franse Les Les 20 Vorige les Voyages unité 7 p. 56/57 moi non, moi si vergelijkingen p maken Vorige les Voyages unité 7 p. 56/57 moi non, moi si.
Franse Les J’ai perdu mon livre et vous? Les nombres Prononciation J’aime / Je n’aime pas Un jour normal Chanson – Destination ailleurs J’ai perdu mon.
De lidwoorden Kleine woorden met grote gevolgen!! Welke ken je? (ne en fa du)
Unité 1 p. 12/13 – oef. 3 a/b/c Uitleg TPRS TPRS verhaal – introductie Unité 1 p. 12/13 – oef. 3 a/b/c Uitleg TPRS TPRS verhaal – introductie Nous sommes.
Franse Les Les 1 Wat gaan we doen? Qu’est-ce que j’ai fait?
TAALREGELS 33 DE VRAGENDE ZIN
Le COD et le COI Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp (COD) En meewerkend voorwerp (COI)
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Passé composé (voltooid tegenwoordige tijd)
Franse Les – 1e jaar Les 9 Aujourd’hui nous sommes …. Unité 2 page 25
Franse Les Les 1 Kennismaken / uitleg Uitleg methode Hoofdstuk 1a
Delend lidwoord l'article partitif.
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Persoonlijk voornaamwoord
Delend lidwoord Mnl. enk ham - du jambon melk - du lait Vrl. enk
Le passé compose et l’imparfait
Qu’est-ce qu’on va faire?
Transcript van de presentatie:

Grammaire thème 4

L’article partitif: het delend lidwoord Wanneer we in het NL helemaal geen lidwoord gebruiken worden de volgende lidwoorden gebruikt: Du (voor mann. enk. ) De l’ (voor klinker/H) De la (voor vr. enk.) Des (voor alle meervoud)

Exemples Vous voulez du café? Il ya de la confiture? La fenêtre de l’appartement Tu veux des chips? Let op! Franse kazen zijn lekker. Les fromages français sont bons.

Het delend lidwoord verandert in de in drie gevallen: 1- Na een ontkenning: vous avez des gâteaux? Non, je n’ai pas de gâteaux. 2- Na een woord van hoeveelheid: je voudrais deux kilos de pommes. (un peu, beaucoup, beaucoup, une bouteille, un peu, etc.) 3- Als het bijv.nw voor het zn. komt. (Uitz. opfrissen) J’ai acheté de grands verres.

Wanneer gebruik je ook een bepaald lidwoord? Na de ww. aimer, adorer, détester, préférer et haïr gebruik je altijd een lidwoord (le, la, les) afhankelijk van het zn. J’aime les frites. J’adore le soleil. Je préfère les vacances en Turquie.

De gebiedende wijs: l’impératif Wanneer? (bevel, verzoek..) Werkwijze: 1- je richt tot één persoon: gebruik de je vorm van le présent: daarna je weglaten! Parle! Écoute! Regarde! 2- Je richt je tot jezelf en tot andere personen: gebruik de nous vorm van le présent: daarna nous weglaten. Parlons Écoutons Regardons 3- je richt tot meer personen of tot een ‘U’: gebruik de vous vorm in le présent: daarna vous weglaten. Parlez Écoutez Regardez

Voornaamwoorden in de gebiedende wijs: Bel mij appelle-moi Luister naar mij écoute-moi Voornaamwoord achter de impératif. Gebiedende wijs in een ontkennende zin: Ne m’appelle pas Ne m’écoute pas Voornaamwoord vóór de impératif