Persoonlijk voornaamwoord

Presentatie over: "Persoonlijk voornaamwoord"— Transcript van de presentatie:

1 Persoonlijk voornaamwoord

2 Het persoonlijk voornaamwoord
Frans Nederlands Je Ik Tu Jij Il Hij Elle Zij On Men, wij (spreektaal) Nous Wij Vous Jullie, u Ils Zij (mannelijk) Elles Zij (vrouwelijk On gebruiken de Franse in de spreektaal als wij. In plaats van il of elle kun je ook een naam gebruiken: il est – Sem est elle est – Sarah est In plaats van ils of elles kun je ook twee of meer namen gebruiken: ils sont – Sem et Sarah sont elles sont – Sarah et Julie sont Let op! Bij elles kunnen er alleen vrouwelijke namen komen! Terwijl bij ils zowel mannelijke als vrouwelijke namen kunnen komen zolang er maar minimaal één mannelijke naam in staat!

3 Het persoonlijk voornaamwoord oefenen
Vertaal de volgende persoonlijke voornaamwoorden: Ik _______ Hij _______ Wij _______ Jullie _______ Zij(mannelijk) _______ Jij _______ Zij _______ U _______ Zij(vrouwelijk) _______

4 Het persoonlijk voornaamwoord oefenen
Vertaal de volgende persoonlijke voornaamwoorden: Ik __je__ Hij _______ Wij _______ Jullie _______ Zij(mannelijk) _______ Jij _______ Zij _______ U _______ Zij(vrouwelijk) _______

5 Het persoonlijk voornaamwoord oefenen
Vertaal de volgende persoonlijke voornaamwoorden: Ik __je__ Hij __il__ Wij _______ Jullie _______ Zij(mannelijk) _______ Jij _______ Zij _______ U _______ Zij(vrouwelijk) _______

6 Het persoonlijk voornaamwoord oefenen
Vertaal de volgende persoonlijke voornaamwoorden: Ik __je__ Hij __il__ Wij _nous__ Jullie _______ Zij(mannelijk) _______ Jij _______ Zij _______ U _______ Zij(vrouwelijk) _______

7 Het persoonlijk voornaamwoord oefenen
Vertaal de volgende persoonlijke voornaamwoorden: Ik __je__ Hij __il__ Wij _nous__ Jullie _vous__ Zij(mannelijk) _ils__ Jij _tu__ Zij _elle__ U _vous__ Zij(vrouwelijk) _elles__