De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

HET LIDWOORD L’ARTICLE [LS3_4v_u5_animaties_GRIII] [Audio p.1]

Verwante presentaties


Presentatie over: "HET LIDWOORD L’ARTICLE [LS3_4v_u5_animaties_GRIII] [Audio p.1]"— Transcript van de presentatie:

1 HET LIDWOORD L’ARTICLE [LS3_4v_u5_animaties_GRIII] [Audio p.1]
Stem NL: Het lidwoord Stem FR: L’article

2 Bepaald lidwoord: speciale gevallen (1)
Nederlands: geen lidwoord  Frans: bepaald lidwoord Voor een zelfstandig naamwoord dat algemeen wordt gebruikt: Fransen drinken veel wijn.  Les Français boivent beaucoup de vin. Melk is goed voor de gezondheid.  Le lait est bon pour la santé. Na de werkwoorden aimer, détester, préférer, adorer: Ik houd van koffie.  J’aime le café. Bij een beschrijving van het uiterlijk: Hij heeft blond haar.  Il a les cheveux blonds. [De zinnen moeten één voor één invloeien, op het juiste moment, synchroon aan de animatie] [Audio:] [p.2] Stem NL: Het bepaald lidwoord [speciale gevallen, deel 1]. Stem NL: Soms komt het voor dat je in het Nederlands géén lidwoord gebruikt, maar in het Frans wel een bepaald lidwoord moet gebruiken. We noemen hier de drie meest voorkomende gevallen. Stem NL: Je zet altijd een bepaald lidwoord voor een zelfstandig naamwoord dat algemeen wordt gebruikt. Wij zeggen: FRANSEN drinken veel wijn, maar in het Frans komt er een lidwoord voor ‘Français’: FR: Les Français boivent beaucoup de vin. NL: Het gaat hier namelijk om Fransen in het algemeen. NL: Nog een voorbeeld: Melk is goed voor de gezondheid. FR: Le lait est bon pour la santé. NL: In het Nederlands dus geen lidwoord voor ‘melk’, ‘maar in het Frans is het ‘LE lait’. NL: Ook krijg je in het Frans een bepaald lidwoord na de werkwoorden aimer, détester, préférer, adorer. Kijk maar mee: NL: NL: In het Nederlands zeggen we: Ik houd van koffie. Maar in het Frans is het: FR: J’aime le café. NL: Tot slot gebruikt het Frans een bepaald lidwoord bij een beschrijving van het uiterlijk. Hij heeft blond haar. FR: Il a les cheveux blonds. Vertaal een Nederlandse zin dus nooit letterlijk naar het Frans, maar denk aan de regels! We hebben nu drie situaties genoemd waarin het Frans een bepaald lidwoord gebruikt, maar het Nederlands niet. In je Manuel staan nog een paar gevallen. Bestudeer dus paragraaf 1.3! 1.3

3 Het delend lidwoord 1: vorm
Delend lidwoord = de + een bepaald lidwoord de + le  du Il y a encore du pain, si tu veux. de + la Susanne mange de la soupe tous les soirs. de + l’ As-tu de l’argent? de + les  des J’ai acheté des livres. [p.4] Stem NL: Het delend lidwoord, deel 1: de vorm NL: Het delend lidwoord bestaat uit ‘de + een bepaald lidwoord’. Let op: zoals je hier kunt zien, wordt de + le samengetrokken tot ‘du’ en de + les wordt ‘des’. FR: Il y a encore du pain, si tu veux. Susanne mange de la soupe tous les soirs. As-tu de l’argent? J’ai acheté des livres. 1.4

4 Het delend lidwoord 2: gebruik
Wanneer gebruik je het delend lidwoord?  Om een onbepaalde hoeveelheid aan te geven.  Als er in het Nederlands geen lidwoord staat. Voorbeelden: Nous achetons des bananes. Il vend des voitures. Je bois du café. C’est de la confiture. [p.5] NL: Het delend lidwoord, deel 2: het gebruik NL: Je weet nu hoe het delend lidwoord eruitziet: dat is du, de la, de l’ of des. Maar wanneer gebruik je het? Het delend lidwoord wordt gebruikt als het om een onbepaalde hoeveelheid gaat. In het Nederlands gebruiken we in dit geval geen lidwoord. De volgende voorbeelden zullen dit verduidelijken. FR: Nous achetons des bananes. NL: Wij kopen bananen. Er wordt niet gezegd hoeveel bananen, dus het gaat hier om een ONbepaalde hoeveelheid. Daarom gebruik je in het Frans het delend lidwoord. FR: Il vend des voitures. NL: Hij verkoopt auto’s. In het Nederlands dus weer geen lidwoord, maar in het Frans een delend lidwoord omdat je niet weet hoeveel auto’s hij verkoopt. FR: Je bois du café. NL: Ik drink koffie. FR: C’est de la confiture. NL: Dat is jam. 1.4

5 Geen delend lidwoord, maar ‘de’
Na een woord van hoeveelheid Il mange beaucoup de pommes. Nous avons trop de devoirs. Combien de livres lis-tu pendant les vacances? Na een ontkenning Je n’ai pas de stylo. L’enfant ne boit pas de lait. [p.6] Stem NL: Soms gebruik je echter geen delend lidwoord, maar alleen het woordje ‘de’. Wanneer is dat het geval? Na een woord van hoeveelheid en na een ontkenning. We geven eerst een paar voorbeelden met een hoeveelheidswoord: FR: Il mange beaucoup de pommes. NL: Hij eet veel appels. ‘Beaucoup’ is ‘veel’ en is dus een woord van hoeveelheid. Daarna volgt ‘de’. FR: Nous avons trop de devoirs. NL: Wij hebben te veel huiswerk. Ook ‘trop’ is een hoeveelheidswoord. FR: Combien de livres lis-tu pendant les vacances? NL: Hoeveel boeken lees je tijdens de vakantie? Zoals gezegd gebruik je ‘de’ ook na een ontkenning: FR: Je n’ai pas de stylo. NL: Ik heb geen pen. FR: L’enfant ne boit pas de lait. NL: Het kind drinkt geen melk. 1.5

6 Uitdrukkingen: geen lidwoord
Een aantal uitdrukkingen heeft – net als in het Nederlands! – geen lidwoord Avoir raison / tort Avoir faim / soif Avoir envie de Avoir mal Voorbeelden: J’ai soif. Avez-vous envie d’aller au café avec nous? [p.7] Stem NL: Uitdrukkingen: geen lidwoord In bepaalde uitdrukkingen wordt helemaal geen lidwoord gebruikt. Het gaat hier om bijvoorbeeld: FR: Avoir raison / avoir tort NL: gelijk, ongelijk hebben FR: Avoir faim / avoir soif NL: honger, dorst hebben FR: Avoir envie de NL: zin hebben om FR: Avoir mal NL: pijn hebben Je zegt dus: NL: Ik heb dorst. FR: J’ai soif. NL: Hebben jullie zin om met ons naar het café te gaan? FR: Avez-vous envie d’aller au café avec nous? Zoals je ziet, gebruikt je in het Nederlands ook geen lidwoord in deze uitdrukkingen, dus dat moet goed gaan! 1.6

7 Het lidwoord voor landennamen
Voor de namen van landen staat een bepaald lidwoord (le, la, l’ of les) La France, le Canada, l’Italie, les Etats-Unis In/naar + landennaam: En France, en Italie  vrouwelijk Au Canada, au Maroc  mannelijk Aux Etats-Unis, aux Pays-Bas  meervoud Uit/van + landennaam: De France, d’Allemagne  vrouwelijk Du Danemark  mannelijk Des Etats-Unis  meervoud [p.8] Stem NL: Tot slot vertellen we hier iets over het lidwoord voor landennamen Voor de namen van landen staat in het Frans een bepaald lidwoord, dus le, la, l’ of les. Het is dus: la France, le Canada, l’Italie, les Etats-Unis. De meeste landennamen zijn overigens vrouwelijk, dus dan gebruik je ‘la’. Sommige landen zijn mannelijk en er zijn een paar landennamen die meervoud zijn. Als een landennaam met een klinker of een stomme h begint, schrijf je l’. De vertaling van ‘in’ of ‘naar’ in combinatie met een landennaam, is in het Frans: FR: EN: En France, en Italie NL: ‘En’ wordt gebruikt voor vrouwelijke landen. Omdat de meeste landen vrouwelijk zijn, zul je deze vorm dus het meest tegenkomen. FR: AU: Au Canada, au Maroc NL: ‘Au’ hoort bij mannelijke landennamen. FR: AUX: Aux Etats-Unis, aux Pays-Bas NL: ‘Aux’ gebruik je voor landennamen in het meervoud. Uit of van plus landennaam is: FR: DE: De France, d’Allemagne NL: ‘De’ of ‘d’’ is voor vrouwelijke landennamen. Let op: dus geen DE LA of DE L’! FR: DU: Du Danemark NL: ‘Du’ wordt gebruikt bij landennamen die mannelijk zijn. FR: DES: Des Etats-Unis NL: ‘Des’ is voor landennamen in het meervoud. 1.7


Download ppt "HET LIDWOORD L’ARTICLE [LS3_4v_u5_animaties_GRIII] [Audio p.1]"

Verwante presentaties


Ads door Google