De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Le COD et le COI Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp (COD) En meewerkend voorwerp (COI)

Verwante presentaties


Presentatie over: "Le COD et le COI Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp (COD) En meewerkend voorwerp (COI)"— Transcript van de presentatie:

1 Le COD et le COI Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp (COD) En meewerkend voorwerp (COI)

2 IN HET NL HEN: lijdend voorwerp: ik heb hen gezien.
Ik heb wie gezien? Hen (lijdend voorwerp). HUN: met meewerkend voorwerp, belanghebbend voorwerp (zonder voorzetsels) Of ondervindend voorwerp (als een meewerkend voorwerp maar zonder voorzetsels: Ik heb het hun verteld Zal ik hun een coka inschenken? Het verbaasde hun niets. ALS JE IN EEN ZIN EEN VOORZETSEL GEBRUIKT – ALTIJD HEN. We gingen naast hen zitten.

3 Tu connais Marc? - oui, je connais Marc.
- oui, je le connais. Tu appelles tes parents? - oui, j’appelle mes parents. - oui, je les appelle. Julien t’a vu?(toi) - oui, Julien m’a vu.(moi) Tu manges la tarte? - oui, je mange la tarte. - oui, je la mange.

4 Le COD Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp zijn:
enkelvoud  meervoud me/m‘  - (mij)  nous  - (ons) te/t'   - (jou)  vous  - (jullie/u) le/l'  (hem/het)  les  (ze) la/l'  (haar/het)

5 Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp vervangt een lijdend voorwerp (ding of persoon) en komt hiermee in geslacht en getal overeen: Je mange la pomme Je la mange. Je vois Julie Je la vois. Je ne mange pas la pomme. Je ne la mange pas. Je ne vois pas Julie Je ne la vois pas. ++:Met werkwoorden aimer, préférer, détester + dingen: geen COD. J’aime le fromage - j’aime ça.

6 COD au présent – au passé composé en de plaats
J’ai mangé la pomme. Je l’ai mangée. (als het lijdend voorwerp voor het werkwoord staat, het voltooid deelwoord richt zich dan naar het lijdend voorwerp: L’ = la pomme (la pomme – vrouwelijk – mangée) J’ai vu Jean et Marie. Je les ai vus. Je n’ai pas mangé la pomme. Je ne l’ai pas mangée

7 COD au futur proche of met hele werkwoorden
Je vais manger la pomme. Je vais la manger Je ne vais pas la manger. Je veux manger la pomme. Je peux la manger. Je ne peux pas la manger

8 COI – ALS MEEWERKEND VOORWERP
Tu parles encore à ta copine? Oui, je parle encore à ma copine. Oui, je lui parle encore Tu as donné le livre à Julien? Oui, j’ai donné le livre à Julien. Oui, je lui ai donné le livre. Tu vas donner les fleurs à tes parents? - Oui, je vais donner les fleurs à mes parents. - Oui, je vais leur donner les fleurs.

9 Le COI – als meewerkend voorwerp
Als het persoonlijk voornaamwoord meewerkend voorwerp is, gebruikt men: Me/m’ (aan mij) Te/t’ (aan jou) Lui (aan hem – aan haar) Nous (aan ons) Vous (aan jullie) Leur (aan hun)

10 Le COI Het persoonlijk voornaamwoord als meewerkend voorwerp vervangt een persoon (en niet een ding). Je donne à Julie un cadeau. Je lui donne un cadeau. Je ne lui donne pas de cadeau. France raconte à moi une histoire. France me raconte une histoire. France ne me raconte pas d’histoire.

11 COI et passé composé et futur proche
Je lui ai donné un cadeau. Je ne lui ai pas donné de cadeau. Je vais lui donner un cadeau. Je ne vais pas lui donner de cadeau. Je peux lui donner un cadeau. Je ne peux pas lui donner de cadeau.

12 Persoonlijk voornaamwoorden – na andere voorzetsels en met nadruk.
MOI ik TOI jij LUI – ELLE HIJ – ZIJ NOUS WIJ VOUS JULLIE – U EUX – ELLES ZIJ (MAN. EN VR).

13 MET NADRUK (of losstand) en na andere voorzetsels
Moi? Non, je ne vais pas venir! Toi? Tu es ici? Pas croyable!! Na voorzetsels: pour, chez, avec: Je vais me promener avec elle (avec Julie). Je vais travailler pour lui (pour mon père). Je vais chez eux (chez mes copains).


Download ppt "Le COD et le COI Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp (COD) En meewerkend voorwerp (COI)"

Verwante presentaties


Ads door Google