Note stratégique “L’environnement dans la Coopération belge au Développement”
Voorafgaand proces bij de leefmilieustrategie Er werd gekozen voor een breed participatief proces : “maximum aan relevante stakeholders is de beste garantie voor de latere toepassing van een strategie” (2000-uren-werk-document, 18-maand-periode). Projectfiche “Leefmilieu in de Belgische OS” werd aan het Strategisch Comité van onze DGD goedgekeurd (24/01/2013). De strategie moest een antwoord geven op (1) de gewijzigde organisatie van DGD, (2) de nieuwe wet betreffende de Belgische OS, (3) de internationale engagementen in BE op EU- en internationaal niveau en (4) de evoluties/veranderingen in de BE-partnerlanden. D2.4 organiseerde met KLIMOS een brainstormingssessie (08/03/2013) waardoor het uittekenen van een eerste mindmap mogelijk werd. Tijdens een eerste analytische fase werd relevante informatie in het FOD-hoofdbestuur bijeen gebracht en werd een formele bilaterale bevraging in de Belgische concentratielanden opgezet waaraan 15 posten meewerkten (juni-september 2013). Tijdens een tweede contextuele fase werden 5 overlegvergaderingen georganiseerd (okt/nov 2013) waarop FOD-diensten, instellingen, NGAs en universiteiten werden uitgenodigd (60 effectieve deelnemers). Prioriteitsvoorstellen kwamen tot stand en legden de grondslag voor deze strategie. De evaluatie van de eerste strategie “leefmilieu” (2002) werd afgerond (06/11/13) door de diensten van de ‘Bijzondere Evaluator’. Een DGD-managementresponse volgde hierop (20/02/2014). Parallel met de managementresponse werd een eerste sneuveltekst van de strategienota naar alle bilaterale en multilaterale OS-posten en naar alle deelnemers van de workshops verstuurd (24/01/2014). Er kwamen 32 reacties (jan/maart 2014) waarmee ook daadwerkelijk werd rekening gehouden. In overleg met D2.4, het hoofd van D2 en de beleidscel OS, werd de laatste hand gelegd aan de nota. Deze werd naar het secretariaat van het Strategisch Comité verstuurd (17/03/2014) en ze werd er door de leden van het S.C. “als zeer goed” onthaald (zie website DGD). De Minister OS keurde de strategienota goed op 28/04/2014.
Contexte général de la stratégie environnementale Défis mondiaux (drivers of change) : (1) croissance économique, (2) technologie & science, (3) démographie, (4) glissements des pouvoirs sur le plan géopolitique, (5) les droits humains et la déclaration de Rio sur l’environnement et le développement L’environnement dans les pays partenaires : suivi spécifique dans chaque pays, a une dimension régionale transfrontalière, (souvent) seulement perceptible à long terme, fait naitre des conflits d’intérêts dans la société et domaine (souvent) touché par la corruption. Les structures décentralisées jouent un rôle essentiel sans pourtant disposer des budgets et connaissances environnementales Défis pour la Coopération belge au développement : (1) Un environnement sain est l’assise du bien-être humain (2) la dégradation de l’environnement influe sur l’efficacité de la CD (3) les populations les plus pauvres dépendent fortement des ressources naturelles pour leur subsistance et leur santé (4) la lutte contre la pauvreté axées sur l’adaptation aux changements climatiques et sur la conservation ou la restauration des écosystèmes améliorent la résilience des groupes de population vulnérables (5) la définition et la réalisation de priorités ciblées Évaluation de la première stratégie environnementale (2002)
Doelstellingen en Normen De Wet betreffende de Belgische OS ( 19/03/13 & 09/01/14) : algemene doelstelling : Duurzame ontwikkeling Die beantwoordt aan de behoeften van de huidige generaties zonder hierdoor voor toekomstige generaties de mogelijkheid in het gedrang te brengen om ook in hun behoeften te voorzien (Brundlandt Rapport). Die rechtvaardige toegang geeft en een billijke verdeling van natuurlijke hulpbronnen, welvaart en welzijn binnen de grenzen van de Aarde. Met een economische bedrijvigheid die zich situeert in zijn sociale en culturele context binnen de draagkracht van het leefmilieu Impliceert een overgang naar duurzame productie- en consumptiepatronen Normatief kader : Internationale doelstellingen en aanbevelingen (o.a. Global Public Goods) Mensenrechtenprincipes Verantwoorde soevereiniteit (minimaal ‘do no harm to others’ principe) Milieuprincipes (voorzorg, vervuiling, common but differentiated responsabilities, aansprakelijkheid, compensatie, subsidiariteit etc.) Multilaterale milieuverdragen Rio-verdragen #3# : klimaat, biodiversiteit, woestijnvorming Beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling – PCD Hulpeffectiviteit
Vision et priorités Un paradigme « belge » cherchant à intégrer notre approche du développement et la vision de l’environnement, caractérisés par des choix rationnels & des priorités opérationnelles réalisables et basés sur les points forts de notre pays et la réalité dans chaque pays partenaire : Un environnement de qualité, accepté et durable auquel la Belgique et ses habitants contribuent de manière active et proactive, à court et à long terme, en évoluant vers des modes de production et de consommation plus durables et équitables, en élaborant des processus pour la conservation et la protection de l’environnement et en les appliquant de façon efficace dans les processus de développement mondiaux Priorités belges : une approche sur 3 axes (I) Intégration transversale de la politique environnementale dans les secteurs prioritaires de la CoopGovBe : Renforcement des capacités via transferts entre institutions clés de connaissances, technologies et compétences en collaboration avec la société civile et les acteurs régionaux et nationaux (environmental governance) (II) Appui environnemental sectoriel spécifique à chaque pays partenaire suivant ses propres besoins de développement dans le pays partenaire permettant un développement socioéconomique inclusif et équilibré (III) Recherche de cohérence des politiques en faveur du développement entre acteurs concernés et synergies et complémentarités dans les programmes de coopération par pays afin d’augmenter l’efficacité de la CD belge
Thematische ‘transversale’ integratie van de leefmilieuproblematiek in de Belgische prioritaire ontwikkelingssectoren (I) Onderwijs : (1) onderwijs & vorming zijn hoekstenen voor de realisatie van een aangepast leefmilieubeleid & transitie naar groene economie, (2) kwaliteitsonderwijs (! professioneel en technisch onderwijs !), permanente vorming & toegepast wetenschappelijk onderzoek dragen bij tot de implementatie van de strategie, (3) (leraren)opleiding, onderzoek en natuurweten-schappelijke vorming zal personeel afleveren die haar milieukennis zal doorgeven, … Basisinfrastructuur : (1) de gevolgen op de ecosystemen, (2) de economische levensduur, (3) mogelijke alternatieven, (4) onderhoudsplannen, (5) verhoging van de energie efficiëntie, (6) stimulering van gebruik van duurzame materialen, (7) milieuvriendelijke technieken, … Gezondheidszorg : (1) aandoeningen & ziektes agv. lucht- en waterverontreiniging, (2) klimaatverandering vs. vector dragende ziektes, (3) gezondheidspreventie bij mijnbouw, (4) vergiftigingen agv. pesticiden & bemesting, (5) verdwijnen van soorten met verlies aan geneeskrachtige stoffen, … Landbouw en Voedselzekerheid : (1) bodemproductiviteit en duurzame landbouw, (2) industriële landbouw en de druk op natuurlijke rijkdommen, (3) groene economie (zie uiteenzetting D2.2) met vermindering van milieurisico’s & respect voor ecologische schaarste, (4) rechtszekerheid, (5) technologische innovaties, (6) rationeel (her)gebruik van water, … Voorkomen van natuurrampen : (1) disaster risk reduction, (2) voorspelbaarheid, (3) paraatheid bij rampen, (4) verhoging van resilience, weerbaarheid, veerkracht, …
Un appui environnemental sectoriel et spécifique pour chaque pays partenaire (II) Le choix des quatre secteurs est basé sur (i) l’expertise belge existante, (ii) la demande dans les pays partenaires de la BE et (iii) les résultats des 5 réunions de concertation en préparation de la note stratégique ! La gestion durable de l’eau : (i) changement climatique et disponibilité d’eau, (ii) réduction du gaspillage, réuitilisation des eaux domestiques et épuration des eaux usées, (iii) gestion intégrée des bassins versants, (iv) politique et systèmes d’approvisionnement d’eau garantissant de l’eau potable payable et sûre. L’ exploitation durable des terres et des sols : (i) restauration des sols dégradés, (ii) disponibilité des terres & land grabbing, (iii) techniques agricoles adaptées, (iv) protection des sols. La gestion durable des forêts : (i) diminution de la commercialisation illégale des bois, (ii) développement d’un cadre légal, (iii) combination du développement économique & gestion du territoire. La gestion intégrée des déchets dans les villes : (i) une politique de déchets et de réutilisation des déchets en tant que matières premières, (ii) stimulation des politiques d’urbanisation.
Beleidscoherentie in BE en EU (III) Complementariteit en synergie tussen landenprogramma’s en de regionale organisaties Alle actoren van de BE-OS dragen bij tot de realisatie van de strategie De beleidsdocumenten van de partnerlanden staan centraal bij het uitwerken van programma’s en projecten Analyses van internationale organisaties, NGAs & privé-sector zullen gebruikt worden Tijdens de beleidsdialoog in de partnerlanden zal ook verplicht gesproken worden over leefmilieu & natuurlijke rijkdommen Beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling (PCD : Policy Coherence for Development) Wat ? Een proces waarbij beleidsbeslissingen van ANDERE domeinen die positief of minstens neutraal bijdragen tot de doelstellingen van OS. PCD in EU : voedselzekerheid, migratie, handel, financiën, veiligheid én klimaatverandering PCD in BE : Interdepartementale Commissie voor beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling (ICBO), Adviesraad en Platform PCD met beleidskeuzes en concrete acties die een impact hebben op de OL. PCD in OL : Tijdens de verschillende beleidsdialogen. Verandering van consumptie- en productiepatronen : meer duurzame patronen, een (groene) kringloopeconomie, verbetering van grondstoffenefficiëntie, uniform certificerings- en controleproces, duurzaam/maatschappelijk verantwoord ondernemen, juridische & fiscale instrumenten, van milieu-bewust-weten naar milieu-bewust-doen. Een koolstofarme ontwikkeling dmv. gediversifieerd energiegebruik, hogere energie-efficiëntie, betere toegang tot hernieuwbare (duurzame) energie.
Mise en oeuvre & moyens Avec qui ? Avec quoi ? Tous les diplo-postes & représentations CTB dans les pays partenaires : dialogues politiques & groupes de travail environnementaux dans les PVDs, plans annuels, développer des partenariats entre institutions/ANG/privé locales et belges D2.4 : service qui coordonnera, donne des appuis, influence les politiques Centers of Excellence dans les pays partenaires : transferts des connaissances & technologie, accompagne investissements durables, transposition des découvertes et recommandations e.a. au secteur privé Administrations décentralisées : enregistrer & utiliser ‘lessons learnt’ Secteur privé (+ BIO, BTC, TfD-Center, …) : promouvoir une économie verte Organisations loc.& BE des producteurs, consommateurs, environnementales : sensibilisation Universités-BE (Acropolis) & Instituts Scientifiques (Belspo, IRSNB, Tervuren,..) Avec quoi ? Incorporer frais/coûts supplémentaires (éventuels) lors de la planification durable des P&P (soutenus par GEF/LDCF/SCF/GCF et/ou budgets des P&P) Les budgets environnementaux : (i) contributions obligatoires & volontaires aux fonds multilatéraux, (ii) FBSA, (iii) AB consolidation de la société & bonne gouvernance, (iv) sensibilisation par & de la société civile locale, (v) fonds d’étude & expertise, (vi) des budgets & fonds humanitaires (prévisibilité & préparations des catastrophes) Instruments “environnementaux” : papers Tec&Sci, documents de vulgarisation & communications, sites web, KLIMOS-toolkit, aide scientifique par helpdesk
Besluit De strategie : (i) richtlijn voor alle BE-OS-actoren, (ii) integratie van leefmilieu in planning & uitvoering van alle activiteiten van BE-OS, (iii) leidraad voor integratie van leefmilieu in beleidsdialoog, (iv) integratie van leefmilieu & duurzaamheid in de internationale onderhandelingen, (v) referentie voor toewijzen van middelen, (vi) instrument voor PCD Deze nota maakt keuzes voor het Belgisch ontwikkelingsbeleid inzake leefmilieu door, in een geest van wederzijdse solidariteit, actieve kennisuitwisseling en het streven naar beleidscoherentie voor ontwikkeling, de mondiale ‘global public goods’ veilig te stellen voor toekomstige generaties. Deze strategie zal pas echt concreet worden indien alle actoren van de Belgische ontwikkelingssamenwerking (de beleidsmakers, de private sector, het maatschappelijk middenveld en de gedecentraliseerde besturen in het partnerland) de bescherming en het correct gebruik van de diensten van het leefmilieu in hun acties integreren. Gemeenschappelijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheid is grondtoon. Gezien de diverse landencontexten, zal deze strategie moeten aansluiten bij de reële situatie in elk ontwikkelingsland. De vertalingen in het FR, EN, ES zijn bijna klaar en zullen geofficialiseerd & asap gedrukt en vermenigvuldigd worden. Eerste aanzet voor een operationeel plan bij deze strategie zal door D2.4 opgemaakt worden vóór 31/12/2014 waarin de DGD-managementsresponse tenvolle aan haar recht zal komen.