Armoede en depressie Een (niet) evident verband? Katia Levecque
Inhoudstafel 1. Depressie en specifieke aspecten van de armoede 1.1 Inkomensarmoede 1.2 Niet kunnen sparen 1.3 Geen woningbezit 1.4 Schulden 1.5 Betalingsmoeilijkheden 1.6 Gedepriveerde woning 2. Bronnen
1.1 Inkomensarmoede Verbanden gevonden tussen inkomensarmoede en depressie op basis van PSBH Laag inkomen gaat samen met hogere prevalenties van depressieve gevoelens Ernstig depressief syndroom Economic hardship
1.2 Niet kunnen sparen Belangrijke risicofactor in ontwikkeling van depressieve klachten Bivariaat perspectief Multivariaat perspectief Bij ernstig depressief syndroom Supressor – effect Niet kunnen sparen verhoging depressief syndroom betalingsmoeilijkheden
1.3 Geen woningbezit Meer depressieve gevoelens bij huurders dan bij eigenaars met betalingsproblemen Aanwezigheid van betalingsmoeilijkheden Eigen woning zorgt voor gevoel van economische zekerheid en onafhankelijkheid.
1.4 Schulden Associatie met depressief gevoel en ernstig depressief syndroom Tot kwart hoger in huishoudens die nog schulden moeten afbetalen Gaat gepaard met angst voor: Disconnectie Dakloosheid Lastig gevallen worden Wanhoop en depressie
1.5 Betalingsmoeilijkheden Indicator registreert moeilijkheden bij betalen van rekeningen voor: Water, gas en electriciteit Huisvesting Algemeen zijn er moeilijkheden bij realisatie van een basisrecht.
1.6 Gedepriveerde woning Socio – economische achterstelling Ernstig depressief syndroom anderhalf keer zo groot bij Personen die een woning betrekken van fysiek slechte kwaliteit Personen met betalingsmoeilijkheden
2 Bronnen LEVECQUE, K. (2008). Armoede en depressie. Een (niet) evident verband? pp. 228 – 241.