Onderzoeksmethoden en -Technieken Prof. Dr. P. Theuns Lokaal 3C233 http://homepages.vub.ac.be/~ptheuns/index.html peter.theuns@vub.ac.be
Beroepsopleiding of onderzoeksopleiding Experimentele methoden WAAROM werkt het? Beroep: Empirische benadering GEBRUIK wat werkt Veel onderlinge kritiek, maar beide benaderingen zijn complementair
Methodologie en Onderzoek METHODEN: HOE doen we onderzoek Methodologie: welke stappen moet/kan men zetten om tot bepaalde inzichten te komen Onderzoeksopzet VALIDITEIT: kunnen we conclusie trekken die aansluit bij de onderzoeksvraag BETROUWBAARHEID: repliceerbaarheid van experiment Correlatie/associatie versus Causaliteit TECHNIEKEN: WAARMEE doen we onderzoek Psychometrie: hoe verschillen tussen individuen (intra en inter-individueel) registreren Instrumentarium VALIDITEIT: meet test wat we willen meten BETROUWBAARHEID: stabiliteit van de test (repliceerbaarheid)
Correlatie/associatie <> Experiment Associatie verbanden waarnemen In de lente ziet men ooievaars en worden er meer kinderen geboren Kinderen die veel TV kijken zijn aggressief Experiment causaliteit onderzoeken door het gevolg van gecontroleerde verandering na te gaan 2 groepen kinderen, 1 groep kijkt naar aggressieve tekenfilm, andere groep kijkt naar niet-aggressieve tekenfilm. Nadien wordt hun gedrag op de speelplaats vergeleken
Variabelen Onafhankelijke variabele (independent variable) Gecontroleerd door onderzoeker Afhankelijke variabele (dependent variable) Varieert in functie van onafhankelijke variabele Bijkomende variabelen (extraneous variable) = Alle andere invloeden die niet worden gecontroleerd of gemeten en die (ongeweten) effekt hebben op afhankelijke variabele Random fout (vb. gemoedstoestand, temperatuur, …) Constante fout (vb. “parallelle test” eenvoudiger, altijd complexe stimulus links aanbieden) Verwarrende variabele (confounding variable) koffie, seizoen, lawaai als samen met onafhankelijke variabele ook een verwarrende variabele varieert kan men niet besluiten of onafhankelijke dan wel verwarrende variabele (mede)oorzaak is van variatie in afhankelijke variabele
Analytisch of stochastisch verband ? 30 Analytisch verband Kennis van meetwaarde voor 1 variabele laat toe de meetwaarde voor de andere variabele perfect te voorspellen 25 20 Y1 15 10 5 5 10 15 20 25 30 X1 Voorbeeld: Y1 = X1 + 1 Stochastisch verband Kennis van meetwaarde voor 1 variabele laat slechts toe de meetwaarde voor de andere variabele min of meer correct te schatten 30 25 20 Y2 15 10 5 5 10 15 20 25 30 Voorbeeld: Y2 0.94X2 + 2.77 X2
Spreidingsdiagram en Associatie 5 10 15 20 25 30 X1 Y1 5 10 15 20 25 30 X6 Y6 5 10 15 20 25 30 X5 Y5 Stochastisch niet-lineair verband Kromlijnige correlatie Analytisch lineair verband Volkomen positieve correlatie Analytisch niet-lineair verband Kromlijnige correlatie 5 10 15 20 25 30 X4 Y4 5 10 15 20 25 30 X2 Y2 Stochastisch lineair verband Hoge positieve correlatie 5 10 15 20 25 30 X3 Y3 Stochastisch lineair verband Lage positieve correlatie Stochastisch lineair verband Hoge negatieve correlatie
Monotoon verband monotoon stijgend monotoon dalend A B A B Indien a < c en b < d is er een monotoon stijgend verband tussen X en Y. monotoon stijgend monotoon dalend a b d c A B a b d c A B niet monotoon stijgend niet monotoon dalend a b d c A B a b d c A B
Associatie is niet altijd monotoon Conformiteit aan invloed van leeftijdsgenoten
Correlatie <> Causaliteit Causaliteit (om te slagen) vereist Noodzakelijke voorwaarden (genoeg intelligentie) EN Voldoende voorwaarden (…) Correlatie Voorbeeld: X=inbraken, Y=kerken, Z=bevolkingsdichtheid X Y Toeval X Y X Y Z Interveniërende variabele Z Y X Y X Schijnverband
Loodintoxicatie en cognitief functioneren Acute loodvergiftiging cognitieve deficits, persoonlijkheidsveranderingen hersenbeschadigingen (epilepsie, bewustzijnsstoornissen) Sub-acute loodvergiftiging ? Hypothese: sub-acute loodintoxicatie heeft negatief effect op cognitieve ontwikkeling Experimenteel onderzoek (uitgesloten bij mensen ethiek) Correlatie-onderzoek Onafhankelijke variabele: Intoxicatie Afhankelijke variabelen: Cognitief functioneren
Operationalisering van onderzoek Loodintoxicatie loodconcentratie meten in bloed melktanden nagelvuil / huisstof haar Cognitief functioneren IQ-test Aandachtsproef Geheugenonderzoek Leervermogen ... er is een zwakke negatieve correlatie MAAR: Confounding variable = Socio-economische klasse Bronnen van lood: verkeer en industrie oude huizen (water, verf)
Dierexperiment loodintoxicatie Geheugentaak X1= water voor geboorte X2= loodintoxicatie voor geboorte Y1= water na geboorte Y2= loodintoxicatie na geboorte ratten met loodintoxicatie vergeten welke kaas ze al hebben weggehaald O3 en O4 zijn het zwakst prenatale loodintoxicatie is het gevaarlijkst bij onderzoek van kinderen nagaan waar moeder heeft gewoond
Psychologische tests vroeger Middeleeuwen “Abnormaal gedrag wordt veroorzaakt door bezetenheid door demonen” wie niet verdrinkt is bezeten wie verdrinkt wordt vrijgesproken
Onderzoekssetting
Aanwezigheid van onderzoeker Doet U maar gerust alsof wij er niet zijn !