LEENRECHT in Nederland Presentatie door Kees Holierhoek Voorzitter Stichting Lira KB Brussel, 12 december 2011
Even voorstellen (1) Voorzitter van Lira sinds het begin in 1986 Inmiddels 11.000 aangesloten auteurs en journalisten Verenigd rond auteursrechten op teksten en op producties die op teksten gebaseerd zijn Voorts: secretaris/penningmeester Stichting Leenrecht
Even voorstellen (2) Sinds 1982 bestuurlijk betrokken bij het Nederlandse leenrecht als welzijnsvoorziening Sinds 1995 bestuurlijk betrokken bij onderhandelingen over het nieuwe auteursrechtelijke Nederlandse leenrecht Vanaf 1996: penningmeester van de StOL: Stichting Onderhandelingen Leenvergoedingen
Leenrecht als idee Broedplaats: Vereniging van Letterkundigen Tegelijk met opkomst van commerciële en niet-commerciële bibliotheken VvL vraagt vele jaren lang om leenvergoeding Vooral na afloop van 2e Wereldoorlog Schrijversprotest begin van de jaren zestig Hoogtepunt: auteurs halen hun boeken weg
Verwachtingen en werkelijkheid Auteurs hebben hoge verwachtingen Praten over hoeveel en hoe te incasseren Praten over hoe te verdelen zonder computers Protestacties leiden tot oprichting Fonds voor de Letteren Maar geen leengeld En nog niet zo veel gedachten over andere rechten
Groei naar leenvergoeding Van het Fonds in jaren zestig naar de eerste leenvergoeding Had een welzijnskarakter, was ook opgenomen in een Welzijnswet Waarom? Vanwege de angst voor het buitenland: uitstroom vergoedingen Er was een maximumuitkering: 10.000 gulden per jaar per auteur
Leenvergoeding De uitvoering was in handen van de overheid: ministerie van CRM Rechthebbenden stonden op afstand Kosten waren ongeveer één miljoen gulden op een totaal van (vaak) tien miljoen Ook uitgevers deelden mee Precies geformuleerde voorwaarden, bijvoorbeeld wat betreft de omvang van geschriften
Leenrecht Van leenvergoeding naar leenrecht Onder invloed van Europese richtlijn Die veel ruimte overliet voor een eigen per land verschillende keuze Met ingang van begin 1996: nieuw wettelijk systeem Opgenomen in de Auteurswet 1912 Nog niet echt operationeel in 1996
Stichting Leenrecht Minister wees Stichting Leenrecht aan voor incasso en repartitie In Stichting Leenrecht zitten rechthebbenden Makers alsmede uitgevers en andere producenten Opgedeeld in vijf secties: geschriften, audiowerken, videowerken, visuele werken, multimedia
StOL Wettelijk werd voorzien in een onderhandelingsstichting: Stichting Onderhandelingen Leenvergoedingen Daarin zitten rechthebbenden en betalingsplichtigen Taak: het vaststellen van tarieven Met een onafhankelijke voorzitter, door de minister aangewezen, die geschillen kan beslissen
Verdeelorganisaties In het bestuur van Stichting Leenrecht zitten onder een onafhankelijk voorzitter vertegenwoordigers van verdeelorganisaties Verdeelorganisaties brengen leenrechtgelden naar hun achterban Worden door Stichting Leenrecht aangewezen In die aanwijzing staan de voorwaarden Zoals inzake repartitiereglementen
Het geld Opvallend: auteurs kennen geen aftopping meer Opvallend: hoogste vergoeding is per titel per jaar zoiets van 50.000 euro In totaal: jaarlijks 15 miljoen euro te verdelen
De grondslagen De Auteurswet is gewijzigd waardoor de uitputting van het recht niet plaats vindt voordat het uitlenen begint Uitlenen is een auteursrechtelijk relevante handeling geworden: artikel 12 Aw spreekt van ‘het verhuren of uitlenen van het geheel of een gedeelte van een exemplaar van het werk’ als een vorm van openbaar maken
Uitlenen In de Nederlandse Auteurswet wordt onder uitlenen verstaan: ‘het voor een beperkte tijd en zonder direct of indirect economisch of commercieel voordeel voor gebruik ter beschikking stellen door voor het publiek toegankelijke instellingen’ (artikel 12, lid 3 Aw)
Verhuren In de Nederlandse Auteurswet wordt onder verhuren verstaan: ‘het voor een beperkte tijd en tegen een direct of indirect economisch of commercieel voordeel voor gebruik ter beschikking stellen’ (artikel 12, lid 2 Aw)
Regels voor het leenrecht Verbodsrecht is vervangen door een aanspraak op een billijke vergoeding Betreffende de uitleen van boeken, tijdschriften, bladmuziek, muziek-cd’s, video’s, dvd’s, multimediaproducten, ook kunstwerken in de kunstuitleen etc. Wetenschappelijke en schoolbibliotheken zijn uitgezonderd Net als raadpleging van werken
Van lumpsum naar tarieven per uitlening In 1995: eerste onderhandelingen met bibliotheken over vergoeding in de vorm van lumpsum: één bedrag voor alle uitleen van geschriften in het hele jaar In 1996: herhaling van CRM-repartitie 1995 In 1997: eerste lumpsum-jaar In 1998: tweede lumpsum-jaar In 1999: derde lumpsum-jaar In 2000: eerste tarief per uitlening-jaar
Formule eerste lumpsum Budget boekenuitleen: 800 miljoen gulden Niet-commerciële exploitatie: 5% van budget Aantal boekuitleningen per jaar: 160 miljoen Geeft wenselijk niveau: 25 guldencent per uitlening Te bereiken in het jaar 2005 Wat in 2005 betekende: een niveau van ca. 12 eurocent per uitlening plus inflatiecorrectie
Andere soorten uitleningen Schrijvers en vertalers stonden traditioneel sympathiek tegenover bibliotheken en zagen voordelen voor de promotie van hun werk Muziekauteurs en muziekuitgevers zagen de publieke uitleen als concurrerend en wilden het leentarief gebruiken als marktinstrument om de uitleen af te remmen Uiteindelijk: tarieven voor muziek kwamen wat hoger uit, met speciale hittoeslag
Jeugduitleen Voor uitleningen aan jeugd: zelfde tarieven als aan volwassenen Het is aan de bibliotheek om te beslissen waar de kosten in rekening worden gebracht Dat is meestal niet bij de jeugdleden zelf Volwassenen betalen dus iets extra’s ten gunste van de jeugd
Kosten leenrechtgelden in relatie tot totale budget In totaal belopen de kosten van het leenrecht 4 à 5% van het totale Nederlandse bibliotheekbudget, alle kosten daarin meegenomen
StOL-ervaringen StOL is er voor het vaststellen van de tarieven Nergens anders voor Zo is er een geschil over verlengingen In een cassatieprocedure bij de Hoge Raad Vraag: is voor een verlengde uitleentermijn een nieuwe vergoeding verschuldigd?
Buitenland In Nederlandse bibliotheken staan nogal wat boeken van Belgische schrijvers en vertalers Voor zover uitgeleend: vergoeding wordt door Lira rechtstreeks aan Belgische schrijvers en vertalers uitbetaald Ook veel vertaalde titels in bibliotheken Ook een niet zo hoog percentage oorspronkelijke buitenlandse boeken Betaling vindt plaats via zusterorganisaties
Nederlands belang bij Belgisch leenrecht Al eerder bleek: veel Nederlandse schrijvers en vertalers worden in België uitgeleend Vandaar een stevig Nederlands belang bij Belgische leenrechtvergoedingen Uitbetaling kan het beste via zusterorganisaties lopen op basis van reciprociteit
De toekomst is begonnen Digitalisering: cultureel erfgoed en bibliotheken Lira heeft van veel schrijvers en vertalers digitale rechten toevertrouwd gekregen Met Nederlands Uitgeversverbond (NUV) convenant afgesproken waarin Lira onder voorwaarden collectieve toepassing van die rechten toezegt De proef op de som komt zodra de digitale bibliotheek zich aandient