‘De’ psyché -> Bestaat niet Wij als horende => dove wereld onbekend › mogen dus niet oordelen (!) Graad van gehoorverlies › rekening mee houden Moeilijk gedrag niet altijd gehoorstoornis › Ook horende -> gedragsmoeilijkheden
Ideale reactie › Respect voor de beperking › Beperking accepteren Slechtste reactie › Beperking negeren › Beperking willen weg werken
Verminderd gevoel › Veiligheid › Geborgenheid › Zekerheid Hoort mama niet aankomen Hoort géén omgevingsgeluiden
Betere ontwikkeling van: › Tastzintuig › Reukzintuig
Gehoor => verte zintuig => grote ruimte Dove => tastbare wereld + kleine zichtbare wereld ruimte
Auditieve beperking belemmert de ontwikkeling van de ruimtelijke beleving…
Agressiviteit + impulsiviteit › Niet begrepen voelen › Niet geaccepteerd voelen Eenzaamheid en isolement › Anders voelen Onzekerheid en twijfel › Nooit zeker over info
Egocentrisme › Gebrek aan aanpassingsvermogen Afhankelijkheid + hulpeloosheid › Weinig voor zichzelf op te komen Gespannenheid › Communicatie vergt veel concentratie
Gehoorgestoorde hebben Vijf keer méér gedragsstoornissen dan goed horende mensen
Bolton,B., Psychology of deafness for rehabilitation counselors.Baltimor, University Park Press 1976 Calon, PJ.A.,Over de persoonlijkheidsontwikkeling bij kinderen met aangeboren of vroeg verworven doofheid. Proefschrift Nijmege, 1950.
Colin, D., Psychologie de l'enfant sourd. Paris, Masson, Jansens, E., De wereld van de dove mens. Orthopedagogica, 37 (1975),4, Warren, F., Young deaf people with severe behaviour problems.Hearing,35 (1980),5,