ACADEMISCHe vaardigheden - C1.4

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Tevredenheid met behandelaar en behandeling.
Advertisements

Het schrijven van een practicum verslag
Lessen uit het Noorden 2 februari 2011 “Op weg naar huis bijeenkomst”
Het inzetten van social media voor het vak Duits in de tweedeklassen havo/vwo op het Candea College. M.T Roggenthien.
Het formuleren van hoofd- en deelvragen
Uiterlijke structuur aanbrengen
ACADEMISCH SCHE VAARDIGHEDEN - C1.3 SIMONE OSKAM MSC CU C243A.
Profielwerkstuk maken
ACADEMISCH e vaardigheden – wc2
Lesgeven en begeleiden
Workshop Onderzoeksvaardigheden
PO Aërosolen en vuile lucht
Onderwerp Vraagstelling Theorie Methodiek verslaglegging
Een onderzoeksplan schrijven
THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD
Een lessenserie van drie lessen
Zakelijk lezen Nederlands.
De geo basisboek Hoofdstuk 1.
Ingenieursvaardigheden
Hoofdstuk 10 Prestaties beoordelen en bijsturen
Het Debat Opbouw en inhoud.
Hoe een juiste onderzoeksvraag opstellen?
Kennis - Intelligentie
Academische vaardigheden - C1.5
ACADEMISCH SCHe vaardigheden - C1.1
Nieuwe kerndoelen voor het basisonderwijs. Kerndoelen zijn streefdoelen, zij geven aan wat iedere school in elk geval nastreeft bij leerlingen. Daarbij.
MET DANK AAN COLLEGA’S IN DEN LANDE ! vee 2012
Pass’t Montessorionderwijs ?
Hoofdaannamen van Appreciative Inquiry
Kennis verbreden en verdiepen
Communiceren met Marloes
Een jaar verder Vernieuwing examenprogramma CKV
Dienstverlening voor integere en geweldloze communicatie Presentatie door R.R. Annema.
Slot 4Hc.
Stappenplan Samenvatten
Strategisch belang van de internaten en opvangcentra GO!
Ordenen van gegevens Inleiding informatiesystemen © Sander Cox.
Algemene Sociologie PA – B1
voor familie en vrienden van
Is dit onderzoek belangrijk? Is dit onderzoek onbelangrijk?
Ruimte voor de Rivier Hoofd en deelvragen.
Reclame Masters | Ik en reclame!
Jongeren en informatieverwerking. Informatie en de ‘generatie Einstein ‘ Een hardnekkige misvatting: Jongeren zijn voldoende ict-vaardig want ze zijn.
Solliciteren: wat wil ik?
Methoden & Technieken Hogeschool Rotterdam,
Onderzoeksvaardigheden 3
Lezen: doe het goed voor
Tekstverklaring Hoe doe je dat?.
Slc kwartaal 3. programma Hoe is het gegaan Verwachtingen Tips and tricks Opdrachten slc.
onderzoeksvraag Soorten onderzoeksvragen Exploratieve onderzoeksvraag
Onderzoek I Bijeenkomst 3
Opgroeien in de stad les 3
Retoriek, argumentatieleer en dialoog Definitiespel
Bron: Baarda, B. (2014) Dit is onderzoek!
Plancyclus, les 4  Actualiteit  Vragen naar aanleiding van vorige les  Vragen over hoofdstuk 4 en 5  Observeren met een plan; het verschil tussen observeren.
Pemwjk3. Programma tafeltjesronde over ruimte en materiaal Bespreek de inzichten die naar aanleiding van de tafeltjesronde over ruimte en materialen hebt.
Studiekeuze: ontwikkelen van betrokkenheid en identiteit Inleiding decanensymposium 17 september 2015 Monique Volman.
Wat is een goede onderzoeksvraag?
Professionele nieuwsgierigheid Coaching en gesprekstechnieken
Naar een leerlijn ‘onderzoekende houding’ ECENT conferentie, 5 juni 2009 Ton van der Valk, Universiteit Utrecht FIsme; Junior College Utrecht.
Waar blijft de tijd Sociale media in jouw leven. Waar blijft de tijd Intro Je hoorde het verhaal van Marijke. Reageer eens op haar situatie. Sociale media.
Centraal Examen Nederlands
Bron: Baarda, B. (2014) Dit is onderzoek!. Inhoud bijeenkomst 2 Onderzoeksdoel formuleren Onderzoeksvragen (hoofdvraag met deelvragen) formuleren.
Leesvaardigheid Lezen en leestoetsen. ▪ 1. Gouden tip voor leestoetsen ▪ 2. Hoe pak je leestoetsen aan? ▪ 3. Wat doe je bij onbekende woorden? ▪ 4. Hoe.
Uitleg bij de vragenlijst Veiligheidsbeleving
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
Groep 5 Begrijpend lezen lezen
Poëzie “Hoe breek ik een gedicht open?”.
Een vergadering organiseren
Vergadering Personeelsdienst
Transcript van de presentatie:

ACADEMISCHe vaardigheden - C1.4 Simone Oskam MSc s.w.m.oskam@utwente.nl CU C243a

Agenda c 1.4 Terugkoppeling inleidingen Onderzoeksvragen: concepten & definities onderzoeksvraag in een literatuurverslag onderzoeksvraag en doelstelling soorten onderzoeksvragen Zoeken naar bronnen: zoektermen formuleren ToDo

Ervaringen met inleidingen “De software die hiervoor geschreven […] deprimerend kan werken omdat het vaak te streng is. “ “Wat zijn daar nu de redenen voor?” “Een veel genoemd antwoord hierop is een gebrek aan motivatie (Groeneveld, 2005).” “Het blijkt dat meisjes die vaak tijdschriften lezen en veel televisie kijken snel ontevreden zijn met hun eigen lichaam. Dat is vaak bij meisjes in de puberteit het geval omdat hun waarneming van het eigen lichaam door massamedia beïnvloed worden.” “De vraag is echter of …” “Tegenwoordig worden er … “

Ervaringen met inleidingen “Wat mij dan vaak opvalt, is dat de kinderen het woord moeten voeren omdat zij het Nederlands wel onder de knie hebben, in tegenstelling tot hun ouders.” “Hoe komt het dat …” “Wat is het effect van … op het onderwijs?” “In de huidige situatie worden social media en onderwijs als twee losse onderdelen gezien die niet te combineren zijn. Dit terwijl social media niet meer weg te denken zijn in de huidige maatschappij.” “Het doel van dit onderzoek is [….] te veranderen.”

Ervaringen met inleidingen “Met Nederlands alleen kom je namelijk niet ver in de wereld.” “bracht Commissie X advies ‘Zicht op werk, […] uit. De analyse van dit advies is dat het maatschappelijk en economisch niet acceptabel is als jongeren langdurig buiten het arbeidsproces staan. Toch is dat de dreigende realiteit.’ “In deze studie wordt bekeken of het project […] is een recent plan. Het is belangrijk om hier onderzoek naar te doen om te kijken of het werkt of dat er toch misschien andere middelen gebruikt moeten worden.” “negatieve effecten op leerprocessen te vermijden zodat leerlingen optimaal kunnen presteren. Het is belangrijk dat leerlingen met verschillende leerstijlen op een soort muziek zich allemaal goed kunnen concentreren en leren.”

Tips voor inleidingen Beschrijf specifiek wie/wat je bedoelt (wat is ‘tegenwoordig’?) Vermijd vooronderstellingen/aannames/stellingen zonder onderbouwing Onderbouw je beweringen, maak ze aannemelijk Gebruik bronnen (al dan niet wetenschappelijk) voor onderbouwing Stel geen vragen (behalve onderzoeksvraag) in de inleiding maar beschrijf situatie, probleem en belang. Schrijf formeel, zakelijk en neutraal Schrijf eenduidig (beweringen, zinnen, verwijswoorden)

Definiëren DEFINITIE GEDEFINIEERD Een definitie is een uitspraak die de betekenis van een term omschrijft.

“Fiets” woord, betekenis, referent Bij Kritisch Reflecteren wordt gevraagd of concepten uit ozvraag goed zijn gedefinieerd. Wat is goed? Gaan we nu bekijken. Een woord is een talige eenheid; een betekenis is het ‘idee’, het ‘concept’ of het ‘begrip’ dat met dat woord wordt aangeduid (zie verkeersbord); een referent is een object in de werkelijkheid, waarnaar in een bepaalde taaluiting wordt verwezen.

Definiendum, definiens, Referent Woord: definiendum (‘wat gedefinieerd moet worden’) “Fiets” Betekenis: definiens (de uitleg; ‘wat definieert’) “Tweewielig voertuig dat wordt voortbewogen door op pedalen te trappen” Een object in de werkelijkheid: Referent (tastbaar) waarnaar wordt verwezen met woorden, staat buiten de taal.

De reikwijdte van een definitie Lexicaal De betekenis volgens “de” taalgebruiker. Descriptief en empirisch. Te vinden in een woordenboek. Stipulatief De betekenis volgens de schrijver/spreker “in dit verband”. Prescriptief en kan ter discussie staan. Preciserend Tussenvorm, is nauwkeuriger en ‘vernauwender’ dan een lexicale definitie. Overweging t.o.v. de term ‘de pretentie van…’; studenten zullen vragen of deze driedeling ook slaat op ‘soorten definities’. Op zich zijn dit wel drie soorten definities, hoewel dat weer afhankelijk is van de (werk)definitie van ‘soorten’ .

vraag Lexicaal, stipulatief of preciserend? Fiets 1) Een tweewielig vervoermiddel waarop men, zittend op een zadel, zich door te trappen voortbeweegt, waarbij de trapbeweging via een ketting het achterste wiel laat roteren, terwijl de handen middels een stuur het voorste wiel van richting kunnen doen veranderen. 2) de; m en v -en tweewielig voertuig dat wordt voortbewogen door op pedalen te trappen. 3) Het gezondste vervoermiddel op wielen. Lastig om een goed voorbeeld te verzinnen waar het verschil (want: heel subtiel…) tussen stipulatief en preciserend blijkt. Vandaar het subjectieve ‘gezondste’, wat wel stipulatief kan zijn maar te gekleurd is om preciserend genoemd te mogen worden.

Soorten definities Soort Principe Voorbeeld Intensioneel “Wat het is” Een provincie is een deelgebied van een land met een eigen regionaal bestuur. Extensioneel “Wat ertoe behoort” De provincies van Nederland zijn Groningen, Friesland, Drenthe (etc). Operationeel “Hoe het is te herkennen” Een clown heeft meestal een wit geschilderd gezicht, een rode neus en een raar hoedje op. Synoniem “Waar het een ander woord voor is” Een rijwiel is een fiets.

Definitiefouten WAT EEN DEFINITIE NIET MAG ZIJN: Circulair; het definiendum komt geheel of gedeeltelijk terug in het definiens. Een fiets is een vervoermiddel om op te fietsen. Obscuur; het definiens bevat woorden of termen die vaag, dubbelzinnig of slecht gedefinieerd zijn. Een fiets is een doe-het-zelf-vervoermiddel. Te wijd; het definiens omvat meer referenten dan er onder het definiendum vallen. Een fiets is een vervoermiddel met wielen. Te nauw; het definiens omvat minder referenten dan er onder het definiendum vallen. Een fiets is een vervoermiddel met twee wielen en meerdere versnellingen. Geladen; het definiens impliceert ten onrechte een oordeel over het definiendum: Een fiets is een populair vervoermiddel bij arme mensen. Het voorbeeld in circulair heeft geen verklarend vermogen, ‘een vervoermiddel’ is vaag en dus slecht, ‘een vervoermiddel met wielen’ kan ook op een auto slaan. De definitie in ‘te nauw’ sluit diverse referenten buiten (zoals fietsen zonder versnelling), de geladen definitie is te gekleurd.

Functie van definities Begripsproblemen oplossen of voorkomen (‘Hebben we het over hetzelfde?’) Structureren van een betoog (‘Waar ga ik het precies over hebben?’) Argumenteren (‘Waar héb je het over?’)

vragen WAT IS HET DEFINIENDUM EN WAT HET DEFINIENS? WAT VOOR SOORT DEFINITIES WORDEN GEGEVEN? Retorische vormen communiceren een advertentieboodschap op een kunstzinnig afwijkende manier. Retorische vormen worden vaak opgedeeld in schema’s en tropen.(…) Schema’s zijn oppervlakkige tekstuele afwijkingen die expliciet zijn en voor iedereen waarneembaar. Denk bij schema’s aan rijm, alliteratie, enzovoorts. Tropen zijn betekenisarme versieringen, die onze aandacht trekken maar weinig bijdragen aan de identificatie met de advertentie-boodschap. Voorbeelden: ‘Heerlijk Helder Heineken’, ‘Giroblauw past bij jou’. Gebaseerd op: Enschot, R. e.a. (2006). Retoriek in reclame. Waardering voor verbo-pictorale retorische vormen. In: ‘Tijdschrift voor Taalbeheersing’, jrg. 28, 2, p.142-158 Definiendum: retorische vormen Definiens: een advertentieboodschap op een kunstzinnig afwijkende manier Soort: intensioneel Definiens: schema’s en tropen Soort: extensioneel Definiendum: schema’s Definiens: oppervlakkige tekstuele afwijkingen die expliciet zijn en voor iedereen waarneembaar Soort: intensioneel en extensioneel (denk daarbij aan: ) Definiendum: Tropen Definiens: betekenisarme versieringen, die onze aandacht trekken maar weinig bijdragen aan de identificatie met de advertentie-boodschap Soort: intensioneel en extensioneel (Voorbeelden: )

De onderzoeksvraag Wat is waaraan/aan wie onderzocht?

De onderzoeksvraag… Is het startpunt van je onderzoek Is het focuspunt tijdens je onderzoek Is het houvast voor je lezer

Soorten onderzoeksvragen Beschrijvend Welke, hoe, hoeveel? Verklarend Waardoor? In hoeverre wordt …. beïnvloed door …? Voorspellend Wat zal er gebeuren als…? Vergelijkend Is … meer, beter, groter dan ….? Beoordelend Hoe goed is ….? Adviserend Wat te doen inzake ….?

Operationaliseren Maak duidelijk WAT precies je gaat onderzoeken  definieer je begrippen (zie hand-out) Maak duidelijk HOE je gaat onderzoeken  methode van onderzoek Maak duidelijk WAARAAN/AAN WIE je gaat onderzoeken  selectie van te onderzoeken materiaal/personen 22-09-11

Eisen aan een onderzoeksvraag Praktische eisen niet te ruim geformuleerd duidelijk geen onbewezen vooronderstellingen geen ja/nee-vraag Wetenschappelijke eisen de vraag moet nog niet beantwoord zijn het antwoord moet van belang zijn de vraag moet te operationaliseren zijn de vraag moet het onderzoeken waard zijn. Leg uit en licht toe.

vragen WAT IS DE ONDERZOEKSVRAAG? WELK TYPE VRAAG? Ulrich Beck ( 2000) vestigt de aandacht op verschillende veranderingen die onze maatschappij ondergaat. In dit paper focussen we op veranderingen op de arbeidsmarkt. Uit het onderzoek van Diane Perrons ( 2000) zien we dat de door Beck voorspelde veranderingen zich in het Verenigd Koninkrijk aan het realiseren zijn. In dit paper wordt nagegaan of deze veranderingen ook in België van toepassing zijn. Daarvoor zal eerst een theoretisch kader worden geschetst op basis van bestaande literatuur. Meer bepaald kijken we hoe volgens Beck de eerste moderniteit geleidelijk aan evolueert tot een tweede moderniteit, ook wel reflexieve moderniteit genoemd. Vervolgens bespreken we wat die reflexieve moderniteit eigenlijk inhoudt. Welke door Beck voorspelde maatschappelijke veranderingen zijn zich niet alleen op de Engelse maar ook op de Belgische arbeidsmarkt aan het realiseren? 21

todo Formuleer een onderzoeksvraag die aansluit bij de zojuist geschreven probleemsignalering. Benoem de kernwoorden in je onderzoeksvraag, waarop je in de databases literatuur gaat zoeken. *zie activiteitenoverzicht