Ontwikkeling van de muziek in de middeleeuwen & Esthetica
Muziek Gregoriaans Wereldlijke muziek Liturgisch drama en kerkelijke muziek Ontwikkeling van meerstemmige muziek
Kerkelijke muziek- Romaans Begrippen: Liturgie Getijden Gregoriaans Psalmen Eenstemmige, niet instrumentale muziek werd gezien als de beste manier om god te aanbidden.
Muzieknotatie Guido van Arezzo Solmisatie Johanneshymne
In hedendaags notenschrift
Liturgisch drama Ontstaan vanuit gezongen missen Rolverdeling en dialogen: tropes Paastrope quem quaeritis (Wie zoekt gij?) Priester richt zich tot de 3 Maria’s. In Latijn Steeds verder uitgebreid tot complete theatrale opvoering. ‘volkse’ variant: Passiespel
Musica Mundana Theologie en muziektheorie: Hemelse muziek. Muziek als manier om Gods werk te doorgronden Musica humana: de menselijke stem is voor dit doel het meest geschikt. Door het ontbreken van muziekinstrumenten wordt de ontwikkeling van meerstemmigheid (harmonie) gestimuleerd.
Polyfonie in de kerkelijke muziek Poly= meer Foon = Stem meerstemmigheid Homofoon: eenstemmig Notre Dame: kapelmeesters spelen belangrijke rol in ontwikkeling meerstemmige gezongen kerkmuziek. Cantor: Leider koor en muziekdocent kerk Hoofdmelodie=Cantus Firmus Contratenor: 2e en 3e stem naast de bestaande melodielijn. Tweede en derde stem hebben ‘vrij bewegende’ melodielijnen. Stemmen gaan dus niet helemaal gelijk op. Perotin: Viderunt omnes (1198)
La Messe de Nostre Dame (1363) Oudste bekende mis van 1 componist: Guillaume de Machaut. Vaste onderdelen mis: Ordinarium Kyrie “Heer ontfermt u over ons” Gloria “Eer aan god” Credo “Geloofsbelijdenis” Sanctus “Heilig” Agnus dei “Lam gods” (Doorontwikkeling: 200 jaar later, Palestrina)
Hofmuziek en wereldlijke muziek Motet d’ardant desir Muzikale begeleiding en dansmuziek trommel met fluit, triangel, zink harp, luit, schalmei en rechtsonder speelt een man op het portatief . In de middeleeuwen werd nog niet vastgelegd welk instrument welke partij speelde. Estampie : langzame instrumentale dansmuziek
Italiaanse wereldlijke muziek uit het Trecento Florence- Florentijnse school: voorlopers van de Renaissance: Giotto, Landini, Dante, Lorenzetti. Trecento= 14e eeuw Madrigaal: vocale compositie (bijvoorbeeld gedicht) op wereldlijke tekst. Ballata: Verhalend danslied met coupletten en refreinen, volksliedkarakter. Landini: combineerde ontwikkelingen uit de franse kerkmuziek met muziek van troubadours. Codex Squarcialupi: Ecco, la primavera
Esthetica: Mimesis Esthetica= leer van het schone, kunstfilosofie Belangrijke ideeen over kunst uit de oudheid. Waarom? Deze hebben tot de dag van vandaag invloed! Mimesis= nabootsing, idee dat kunst de werkelijkheid moet nabootsen. Plato (427-347 v.C.): mooie dingen zijn mooi omdat ze lijken op de zuivere schoonheid van de ideeënwereld…. ideeënleer? In Plato’s tijd werd er vooral realistische kunst gemaakt. Zou hij hier wel of geen voorstander van zijn geweest?
Esthetica: Aristoteles (384-322 v.C.) “Onze zintuigen zijn de poorten tot de werkelijkheid” Noodlot Kunst om een mogelijke andere wereld voor te spiegelen
Basisregels voor de tragedie Wat is tragedie? In een tragisch theaterstuk loopt het slecht af met de hoofdpersoon. Dit is het grote verschil met komedie, waarin alles goed af loopt. Meestal word de hoofdpersoon gestraft vanwege trots, hebzucht of koppigheid. Ook zit er vaak een les in een tragedie. Tragedies werden opgevoerd tijdens jaarlijkse Griekse feesten ter ere van de godheid Dionsysus. Toneelschrijvers konden tijdens deze gelegenheden een prijs winnen met hun nieuwste stukken. De Griekse filosoof Aristoteles (384 - 322 v.Chr.) stelde een boek samen met regels voor tragedieschrijvers. Volgens hem is het doel van een tragedie om bij het publiek medelijden of angst op te roepen. Regels: Eenheid van tijd: een toneelstuk moest niet meer dan de gebeurtenissen van een dag vertellen. Iets uit een ver verleden werd verteld in plaats van gespeeld. Eenheid van plaats: het stuk moest zich op dezelfde plaats afspelen. Dit is het podium. Eenheid van handeling. Alles wat op het podium gebeurd moest direct met het verhaal te maken hebben. De tragedies die zijn bewaard uit die tijd zijn voornamelijk afkomstig van Aeschylos (ca. 525-456 v.Chr.), Sophocles (496-406 v.Chr.) en Euripides (484-406 v.Chr.).
Vaste opbouw Expositie: introductie van de karakters en situatie. Motorisch moment: dramatische ontwikkeling wordt ingezet. (conflict) Climax: hoogtepunt dramatische handeling. Crisis: fase van onzekerheid. Peripetie: ommekeer. Ontknoping: afloop, Catastrofe: rampzalige afloop. Kun je een sprookje verzinnen dat aan deze afloop voldoet? Voorbeeld: Ifigeneia in Aulis
Opdracht: mediatheek Opdracht: ontwikkeling van muziek in de middeleeuwen. 1. Ga naar http://static.digischool.nl/mu/leerlingen/geschiedenis/middeleeuwen/algemeen.htm Lees de pagina’s over middeleeuwse muziek en beluister de muziekfragmenten. N.b. Deze site is al wat ouder en gemaakt voor leerlingen die het muziekexamen oude stijl deden. Dat betekent dat jullie niet alle op de site genoemde begrippen hoeven te kennen, maar alleen de begrippen die in de jullie eigen boek genoemd worden. Ook kan het zijn dat niet al het geluidsmateriaal meer werkt. 2. Zoek op youtube naar opnames van middeleeuwse muziek. Maak een worddocument aan. Zoek 4 middeleeuwse liederen op uit de volgende stijlen: 1. Gregoriaans 2. Middeleeuws motet uit de wereldlijke muziek, van troubadours of minnesänger 3. Polyfone kerkmuziek uit de Notre Dameschool 4. Italiaanse wereldlijke muziek uit de veertiende eeuw. Beschrijf van ieder fragment: - Om welke soort muziek het gaat. - Wat de kenmerken zijn. - Waar en met welk doel het uitgevoerd werd. - (indien bekend) de componist. Kopieer de links van de fragmenten in het document. Nu heb je een soort playlist van 4 fragmenten. Mail deze naar je buurman/buurvrouw en naar j.belger@kgcnijmegen.nl 3. Beluister de middeleeuwse playlist van je buurman of buurvrouw.
Volgende week: Middeleeuwse stadswandeling. Verzamelen in lokaal. Meenemen: Telefoon met internet (als je die hebt) Camera Iets om te schrijven.