Het wat en hoe van gebiedsgerichte clusterontwikkeling

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De sociale draagkracht van de dorpen in Borsele Frans Thissen Universiteit van Amsterdam.
Advertisements

Korte inleiding, expertmeeting woonwerkmilieu’s Atelier Zuidvleuigel, 11 juli 2007 Pieter Tordoir Stedelijke samenhang en synergie komen niet vanzelf RUIMTELIJK.
1 Leren op de werkplek: Een werknemers- perspectief Lezing in de leergang ‘Tussen senioriteit en seniorentijd’ NIP, Amsterdam, 22 januari 2010 Prof.dr.
Stichting Dijk van een Kust
Expertmeeting 3 Kansen en initiatieven tussen regionale en locale economie.
Bedrijventerreinen als economische motor Presentatie door drs. Gerrit Ybema Ybema Economy Solutions Bedrijventerreincongres 2006 Zutphen, 5 oktober 2006.
Informatiebijeenkomst PGB 14 mei 2012 Begeleiding nieuwe doelgroepen van AWBZ naar Wmo.
Waar een kleine gemeente groot in kan zijn Schaal van een kleine gemeente vraagt samenwerking: -Inhoud -geografisch Kleinere teams Minder formatie plaatsen.
Leefbaarheid en Vitaliteit van dorpen: Mythes en Uitdagingen
Economie in stedelijke netwerken - samenvatting essay - lastige vragen
Hoofdstuk 3 Nederland: stedelijke gebieden Paragraaf 1 t/m 4
Samen innoveren: duurzaam samen
Innovatie en Educatie in agrarische productie Het IAP N. V
Vertrouwen als samenwerkingsmechanisme binnen ruimtelijke planning Jasper de Vries/ 28 oktober 2008/ Rotterdam.
Hoe blijf ik overeind als welzijnsprofessional?
RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR
Ketenmanagement in de publieke sector, in het bijzonder in de sociale zekerheid 23 januari 2006 door: Roel in’t veld.
Maatschappelijk Aanbesteden
Cocreatie in de opsporing
Stand van zaken Werkplaats Slim & Snel verbinden
Par 3.1: Van stad naar stedelijke zone
Doelstellingen Formuleren
wgr+ en politieke legitimatie parallelsessie CoP conferentie d.d. 7-8 december 2006 STADSREGIO ARNHEM NIJMEGEN Carol van Eert secretaris-directeur.
Vormen van bestuurlijke lichtheid CoP Conferentie d.d. 7-8 december 2006 Carol van Eert secretaris-directeur.
Peter Schwartz The art of the long view stappenplan
1 Beleidsaanbevelingen SP2SP symposium 8 maart 2010.
Organisatiestructuur en
Hst 3: De wereld van de stad
Woon-werkdynamiek in de Randstad W oningbouw in de Noordvleugel als voorwaarde voor economische groei Frank van Oort, Thomas de Graaff, Gusta Renes & Mark.
Strategisch Leren in Regionale Netwerken Willem Salet Hgl planologie UvA.
Hoofdstuk 4 Nederland: stedelijke gebieden Paragraaf 5 t/m 8
Dementie Zorg voor later, nu Joan Veldhuizen Hein van der Reijden.
© Stratix 2007 Overview Plan van Aanpak Vraagbundeling voor de realisatie van municipal wireless [in het nederlands]
Kiezen voor Certificering NMKG/ StimulansZ netwerkmiddag 12 oktober 2006 Gerrit Jan Schep.
Is flexicurity (in) de beperking meester?
4 havo 3 Stedelijke gebieden § 4-5
30 januari 2013 Leegstand en regionale samenwerking Henk Ovink wnd. DG Ruimte en Water Ministerie van Infrastructuur en Milieu.
Presentatie sessie: Wonen: regionale afspraken
Verkenning rollen en taken EduStandaard tbv:
Vitale opgaven voor de Stad bestuursvergadering ZON, 4 febr. 2014
SESSIE 8 PLEIDOOI VOOR DUURZAME CULTUURBELEVING OP SCHOOL.
(regionale) samenwerking Peter Metz Waterschap Rijn & IJssel
Vitale opgaven voor de Stad november 2014
Regionale samenwerking Geïntegreerde kindvoorziening Dhr. van Gelder wethouder De Marne Mw. Hartman-Togtema wethouder Loppersum.
DOOR REGIONALE AFSPRAKEN De klant centraal Kwaliteit belangrijker dan kwantiteit?! Jan Doorakkers, 3 december 2014.
Presentatie titel BIMBDK01 Bedrijfskundige thema’s Week 2
Presentatie titel Rotterdam, 00 januari 2007 BIMBDK01 Bedrijfskundige thema’s Week 7 Thema 12 – Omgevingsinvloeden Business IT & Management
Presentatie titel BIMBDK01 Bedrijfskundige thema’s Week 7
HET MERK DEN HAAG SESSIE CITYBRANDING MEET&SHARE 10 NOVEMBER.
Sportieve omgeving / onderneming Hulsberg Jack Opgenoord Huis voor de Sport.
Wat is een Theory of Change? ‘Iedere interventie is gebaseerd op veronderstellingen over wat die interventie teweeg zal brengen’ Het plaatje: welke interventie.
RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR Delft in regionaal perspectief positie, toekomst, beleid Inleiding, Raadsbijeenkomst 9 april 2015 Prof dr Pieter.
Vlaams Parlement, Brussel 10 december 2015 Onderzoeksresultaten en beleidsrelevantie.
Vitale krimpregio’s: kansen in een diverse arbeidsmarkt Prof. dr. Frank van Oort Den Haag, 1 november 2012.
Regie van ketens en netwerken in de WMO 9 december 2010 Theo Konijn.
Programma Natuur en Water Radenconferentie Midden-Holland 11 februari 2013 Jan Vente.
Sturen van infrastructuren – de publieke waarde(n) van netwerken
Advies aan gemeenteraad Bergen
Lokaal, Sociaal en Beleid Een problematiek in viervoud
mr. dr. Harm Borgers 14 november 2016
Kim Putters Giessenburg 11 oktober 2017.
Doorontwikkeling economische samenwerking regio
4 havo 3 Stedelijke gebieden § 4-5
Presentatie MRA Netwerkdag 19 april 2018
Social in bestek: proportionaliteit, EMVI & BVP Presentatie Stadspartners 9 sept Louis Polstra.
RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR
Leegstand en regionale samenwerking
Servitisation of data analytics models: strategic options and challenges Inspiratiesessie SLF Summit 2018.
Nationale Omgevingsvisie
Informatiebijeenkomst Buurtteams Amsterdam & Aanvullende ondersteuning Wmo 9 en 18 september 2019.
Transcript van de presentatie:

Het wat en hoe van gebiedsgerichte clusterontwikkeling RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR Het wat en hoe van gebiedsgerichte clusterontwikkeling Mechanismen, voorwaarden, valkuilen Presentatie voor het Bedrijventerreinencongres 2007 Prof dr Pieter P Tordoir Universiteit van Amsterdam Ruimtelijk Economisch Atelier Tordoir

Outline Wat is lokale clusterontwikkeling Bronnen van meerwaarde RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR Outline Wat is lokale clusterontwikkeling Bronnen van meerwaarde - vertikale, diagonale en horizontale relaties - externe effecten Modellen van aanpak Kritische voorwaarden Enkele valkuilen

Wat is het? Samenhangende ontwikkeling Met een (zekere) planmatigheid RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR Wat is het? Samenhangende ontwikkeling Met een (zekere) planmatigheid Binnen een duidelijk afgebakend gebied Zodanig dat het geheel meer waard is dan de som der delen

Meerwaarde door vertikale relaties RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR Meerwaarde door vertikale relaties Het gebied als complex Voorbeelden: fabricagecomplexen, Central Business Districts, creatieve complexen, woonwerk- en woonzorgcomplexen. DSM-terrein, Greenports, Zuidas Gebaseerd op: toeleverantie, uitbesteding & afzet in bedrijfskolom hoge transportkosten: nabijheid dus efficiënt hoge transactiekosten: je wilt je naburige partners goed kunnen monitoren Planmatige ontwikkeling: noodzakelijk om technische redenen (dedicated infrastructuur) of hoge transactiekosten

Meerwaarde door diagonale relaties RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR Meerwaarde door diagonale relaties Het gebied als formatie Voorbeelden: Schipholcomplex, havencomplex, stationslocaties/trafficcentra, technologieparken Gebaseerd op: gemeenschappelijke voorzieningen Hoge transportkosten: nabijheid dus efficiënt Voorziening vraagt groot draagvlak van gebruikers (zogenaamde marktdrempel) Planmatige ontwikkeling: noodzakelijk om marktdrempel te halen voor voorziening en gebruik daarvan ruimtelijk efficiënt te organiseren

Meerwaarde door horizontale relaties RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR Meerwaarde door horizontale relaties Het gebied als ‘warenhuis’ Voorbeelden: gespecialiseerde winkelcentra, leisuregebieden Gebaseerd op: waarde van keuzemogelijkheden en multi-purpose bezoek van klanten En op marktstrategisch gedrag van aanbieders (spiegelgracht-effect) Planmatige ontwikkeling: in principe niet noodzakelijk (markt werkt vanzelf)! Maar toch: goede ruimtelijke organisatie en branding helpt

Meerwaarde door externe effecten RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR Meerwaarde door externe effecten Externe effecten: wisselwerking tussen (naburige) partijen buiten de markt om Positieve externe effecten: het gebied als innovatief cluster Voorbeelden: clusters van creatief ondernemerschap, concentraties van bedrijven met specifieke nationaliteit Gebaseerd op: lokale circulatie van kennis en informatie (it’s in the air) sociale relaties en pre-competitieve samenwerking Planmatige ontwikkeling: in principe niet noodzakelijk: organisch proces. Maar toch: ontwikkeling kan soms een handje worden geholpen

Minderwaarde dor externe effecten RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR Minderwaarde dor externe effecten Negatieve externe effecten: het gebied klapt (zonder ingrijpen) uit elkaar Voorbeelden: gespannen relaties tussen kantoren, logistiek, wonen, leisure, etc. etc. (alomtegenwoordig!) Gebaseerd op: verschillende activiteiten die geen nabuurschap verdragen gelijksoortige activiteiten die geen nabuurschap verdragen voorzieningen die geen nabuurschap verdragen Planmatige ontwikkeling: de klassieke case voor planmatig ingrijpen! De markt faalt hier. Essentieel: zekerheid bieden met bestemming en zonering

Mechanismen in de praktijk RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR Mechanismen in de praktijk Er werken vrijwel altijd (vele) verschillende mechanismen tegelijk, met ieder hun afstandsgradiënt Gebiedsgerichte clusterontwikkeling moet daarom altijd op vele schaalniveaus tegelijk worden bezien: van de straat tot mondiale netwerken Cruciaal zijn de verbindende netwerken, tussen actoren, tussen schaalniveaus, binnen en vooral ook tussen gebieden. Een algemene trend: mechanismen op micro- als macroniveau nemen toe in relatief belang. Amsterdam is belangrijk voor de Zuidas, maar de lokale kwaliteiten en de (inter-)nationale netwerken zijn nog belangrijker.

RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR Modellen van aanpak Model 1: organische groei. Clusters ontwikkelen door markt en verdragen weinig planning. Zeer gebruikelijk! Vb: meeste creatieve clusters Model 2: kavelgewijze ontwikkeling langs kernfaciliteit. Gebruikelijk: van kantorencentrum bij afslag of station tot haventerreinen Model 3: ontwikkeling vanuit kernbedrijf, research- of onderwijsfaciliteit. Gebiedsintegraal. Nog weinig gebruikelijk in Nederland. Kansrijk onder voorwaarden Model 4: combinatie van 1-2-3; programmatische ontwikkeling van verschillende gebieden en netwerken. In Nederland alleen rond mainports. Kansrijk maar ook lastig

RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR Succesfactoren Inspelen op autonome en endogene ontwikkelingen. Clusters zijn niet maakbaar, wel beïnvloedbaar en breekbaar. Autonome trekkers meekrijgen (coalitievorming) Weten welke mechanismen waar en hoe (kunnen) spelen en wat hun waarde is. Dit kunnen overbrengen Dansen tussen de schalen. Afstemmen in regionaal en nationaal kader Dansen tussen aspecten. Ruimtelijke ontwikkeling + fysieke infra + kennis- en onderwijsinfra + woonklimaat + institutioneel klimaat Tijd hebben en zekerheid bieden. Lastig!!

Organisatie Niet, tenzij: klassieke kavelgewijze uitgifte RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR Organisatie Niet, tenzij: klassieke kavelgewijze uitgifte Regionale context: masterplanning & afstemming ruimte & infra, liefst ook verevening, koppeling van (her-)structurering bestaande aan ontwikkeling nieuwe lokaties, 1 acquisitieloket Gebiedsniveau: autoriteit voor ontwikkeling, gatekeeping, beheer & gemeenschappelijke voorzieningen. Publiek, privaat of (liefst) combinatie daarvan. Essentieel: ruimtelijke en financiële reserveringen voor schuifprocessen & continue optimalisatie Nationaal/regionaal niveau: gerichte integrale stimulering. Een Zuidas is nog geen Finanzplatz!

Een paar valkuilen (niet alle!) RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR Een paar valkuilen (niet alle!) Overnemen wat de buren hebben bedacht Ontwikkelen wat er nog niet is Ontwikkelen zonder schaarste Ontwikkelen om de verkeerde redenen (vb: kantoren als geluidsscherm Grondboeren aan de macht Niet weten wat zich binnen bedrijven afspeelt Geen stamina hebben Te lang trekken aan dood paard Kortom: niet of niet slim faseren

RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR

RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR