STOF PW hst. 3 Fictie vertelstandpunten

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Algemene Weetjes Over Tekst verklaren en het CSE.
Advertisements

H2 Grammatica zinsdelen
STUDIEWIJZER NEDERLANDS
PW hst. 4 (ma ) Spelling Werkwoorden: pv, vd, twd, inf.,bijv. nw (vd of twd) Koppelteken, trema, apostrof.
E XAMEN SAMENVATTEN 2010 II 1. Hoe luidt de beoordeling van de samenvatting? 2. Hoe ziet de samenvatting eruit?
MET DANK AAN COLLEGA’S IN DEN LANDE ! vee 2012
DE SOLLICITATIEBRIEF = VISTEKAARTJE NUMMER 1
Hoe maak je schooltaal toegankelijk?
WERKWOORDSPELLING Hoe doe je dat ?.
Hoe leer je lange teksten
Een werkstuk maken.
Letterkunde van 1800 tot 1914 griezelverhaal schrijf je eigen
De dag van het solliciteren Blok 1
Samenvatting Havo 5.
Blok 6.
voor familie en vrienden van
Blz. 98 Blok 4 5. Schrijfvaardig.
Briant College Fictie h4 Spanning. Briant College ­ Wat een verhaal spannend maakt ­ Welke ‘trucjes’ de schrijver gebruikt om het verhaal spannend te.
Het schrijven van een verhaal
Briant College Fictie h4 Tijd. Briant College ­ Op welke manier een schrijver ‘tijd’ gebruikt in een verhaal. 2 Wat ga je deze les leren.
Tekstverklaring Hoe doe je dat?.
Module Grammatica K3 zinsontleding.
Module Grammatica K3 zinsontleding.
Hoe maak je een werkstuk? Begin op tijd!!. Kies een leuk onderwerp  Denk aan een hobby, sport, beroep, stad of onderwerp uit een van de lesboeken van.
Grammatica zinsdelen H1 t/m H6
Centraal Examen Nederlands
Eindtoets taal Oefenreeks 11 Gebruikte symbolen Ga naar mijn volgende dia Ga naar mijn voorgaande dia Ik wil nog even mijn informatie raadplegen.
FICTIE 1.1 VERHAALPERSONEN. AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET JE Wat een verhaalprobleem/thema is en hoe dit verwoord wordt. Hoe spanning ontstaat en welke.
Effecten van taal Onderzoek naar wat woorden, zinsconstructies en tekststructuren doen met de ontvanger.
WOORDEN 3.7 STIJLFIGUREN De betekenis van de woorden uit deze paragraaf 2.Wat stijlfiguren zijn: hyperbool, eufemisme, understatement, litotes.
Woordenschat Letterlijk en figuurlijk taalgebruik.
Mondzorg - persoonsgericht
Klas 3vwo Over lezen Blok 3
Cursus 1.2 Werken met een Atlas Klas 1 BK Lesweek 5
Het schrijven van een verhaal
De vraag is je beste vriend
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
Studieloopbaanbegeleiding
HOOFDSTUK 6 Goed voor het milieu?
Beeldspraak: de vergelijking
Taalverzorging Voorbereiding toets.
Onvoltooid deelwoord/bijvoeglijk gebruikt deelwoord
Cursus 1.2 Werken met een Atlas Klas 1 KGT Lesweek 5
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
Groep 5 Begrijpend lezen lezen
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
Lezen 1.2 Leesstrategieën, tekstverband/signaalwoorden onderwerp en hoofdgedachte.
Poëzie “Hoe breek ik een gedicht open?”.
Overtuigende tekst/betoog
Effect van vertelstandpunt, tijd
Week 1, les 5.
Schrijven Een Verslag.
H1, H2, H3 Nieuw nederlands Klas 3
Thema 4: Zo bereik je meer
Een instructie schrijven
Hoe schrijf je een recensie?
Zelf schrijven van een ‘grappig’ nieuwsbericht
Ik heb mijn boek uit… Wat nu?.
Aan elkaar of los? Schrijven zonder fouten
Informatieve teksten, interviewverslag
Vergelijkingen oplossen
Interview verslag schrijven
De schrijver mee op reis
De schrijver mee op reis
Stappenplan werkwoordspelling
Een (informatief) Artikel schrijven
Hoofdstuk 5 Taalverzorging
Examen samenvatten 2010 II Hoe luidt de beoordeling van de samenvatting? Hoe ziet de samenvatting eruit?
Grammatica: werkwoorden
Doel van deze les: Een brief schrijven op een officiële manier.
Transcript van de presentatie:

STOF PW hst. 3 Fictie vertelstandpunten thema (3 manieren van verwoorden) spanning + cliffhanger verhaalruimte Spelling VD & OD als bijv. nw hoofdletters werkwoordspelling

STOF PW hst. 3 Schrijven (formuleren, blz. 112) incongruentie herkennen verbeteren Woorden moeilijke woorden stijlfiguren hyperbool eufemisme understatement litotes

STOF PW hst. 3 Leertips Fictie: zorg dat je eerst de definities van de verschillende kernbegrippen kent. zoek daarna een “fictief” verhaal en lees dit. Ga vervolgens na: wat het vertelstandpunt gebruikt is waarom je dit denkt en waaraan je dit ziet welk thema centraal staat en hoe je dit op drie manieren kunt verwoorden op wat voor manier de schrijver probeert spanning op te bouwen waar het verhaal zich afspeelt en wat voor gevolgen dit heeft op de personages en de gebeurtenissen

STOF PW hst. 3 Leertips Spelling: zorg dat je de theorie goed kent VD en OD als bijv. nw: schrijf tien werkwoorden op schrijf van ieder werkwoord het VD en het OD op maak bij ieder werkwoord twee zinnen, waarbij je eerst het VD als BNW en vervolgens het OD als BNW gebruikt hoofdletters maak de opdrachten die bij hoofdletters horen nogmaals

STOF PW hst. 3 Leertips Formuleren: zorg dat je de theorie goed kent Maak zes zinnen waarbij een incongruentiefout op de loer ligt drie zinnen waarbij het moeilijk is om te bepalen of het onderwerp ev of mv is drie zinnen waarbij het lastig is om het MVW en het OND uit elkaar te houden Woorden: zorg dat je de betekenis van de woorden weet & leer de definities van de stijlfiguren Bij moeilijke woorden  maak zelf met ieder woord een zin Bij stijlfiguren  maak de bijbehorende opdrachten nogmaals + bedenkt zelf bij ieder stijlfiguur 3 voorbeelden.