Alternatieven beperking Witteveenkader Eddy Haket Stichting van de Arbeid
De Stichting van de Arbeid Overlegorgaan werkgevers- en werknemersorganisaties (private stichting) Werkgevers: VNO-NCW, MKB- Nederland en LTO Nederland Werknemers: vakcentrales FNV, CNV en MHP
De Stichting van de Arbeid Activiteiten: Onderhandelingen op centraal niveau Gezamenlijke lobby Advisering Aanbevelingen cao-partijen
Egbert Witteveen ( ) dg-Financiën, vz. adviescommissie 1995
Witteveenkader invoering 1 juni 1999 middelloon: 2,25% opbouw per jaar eindloon: 2,0% opbouw per jaar vijfpartijenakkoord: 2014 naar respectievelijk 2,15% en 1,9%
Regeerakkoord middelloon: 1,75% opbouw per jaar eindloon: 1,55% opbouw per jaar maximaal over pensioengevend salaris van € langer doorwerken
Sociaal Akkoord (11 april jl.)
Sociaal Akkoord € 250 miljoen ter beschikking alternatief 1: aanvullende spaarfaciliteit uit nettoloon met vrijstelling box 3 alternatief 2: hogere opbouw binnen Witteveenkader, maar met voorheffing beide: hoger opbouwpercentage en ook fiscale faciliteit boven €
Financiële kader
variant 1
Aanvullende spaarregeling TEE premie-inleg uit nettoloon geen vermogensrendementsheffing box 3 geen belasting bij uitkering Eerdere opname: alsnog heffing box 3 Uitvoering door verzekeraars of pensioenfondsen
variant 2
Opbouw volledig via EET Voorheffing nodig voor financiële kader op de korte termijn tot 2017 Voorheffing over premie via eindheffing werkgever of heffing bij pensioen- uitvoerders Voorheffing wordt bij uitkering terug- gegeven (tariefkorting)
Sociale partners Willen totale opbouw van 2%: Variant 1: € 200 miljoen tekort Variant 2: € 750 miljoen tekort Oplossing binnen pensioendomein VPL-premies: raming CPB: 4,0% overheids- en 0,1% marktsector Werkelijkheid markt: tussen 1,4% en 3,4% (gemiddeld € 850 miljoen)
Dank voor uw aandacht