Bewerkt door Jordy, Amélie & Ineke De wolf en de kraai Niveau 6 2005-2006 Bewerkt door Jordy, Amélie & Ineke
In een donker woud leefden de dieren vredig bijeen In een donker woud leefden de dieren vredig bijeen. Ze waren het vechten beu. 1
Op een dag kwam er toevallig een wolf langs Op een dag kwam er toevallig een wolf langs. De kraai zag de wolf het eerst. Hij legde hem uitvoerig uit hoe de dieren in het woud leefden. “Dat lijkt me gezellig ,” zei de wolf. “Mag ik blijven?” Mag ik blijven? 2
De kraai was niet zo gelukkig met die vraag. Hij riep de dieren bijeen De kraai was niet zo gelukkig met die vraag. Hij riep de dieren bijeen. Alle waren aanwezig. Na zorgvuldig wikken en wegen mocht de wolf blijven. Bla, bla, bla, bla, ... 3
Een hele tijd ging het goed Een hele tijd ging het goed. Tot de wolf geweldig veel zin in een brokje vlees kreeg. Hij snapte wel, dat het niet eenvoudig zou zijn hier een dier te pakken. Daarom verzon hij een list. 4
Hij vroeg de dieren bij hem te komen en trok een onschuldig gezicht Hij vroeg de dieren bij hem te komen en trok een onschuldig gezicht. Hij sprak op gevoelige toon. Vrienden, ik maak me zorgen. Wat gebeurt er met ons als de vijand ons aanvalt? Jullie zijn het vechten volledig verleerd. 5
De dieren werden onrustig. Ze keken schichtig om zich heen. 6
,,Gelukkig heb ik een plan, zei de wolf. ,,Alleen ik ben hier deskundig. Daarom bied ik me vrijwillig aan om jullie te leren vechten. Jullie gooien stenen naar mij. Dan laat ik zien hoe je die kunt ontwijken. Daarna mag ik naar jullie gooien. Wie gewond raakt, wordt gedood. Gewonde dieren zijn immers een te snelle prooi voor de vijand.” 7
De kraai vond het een onzinnig plan. De andere dieren stemden toe De kraai vond het een onzinnig plan. De andere dieren stemden toe. De dieren begonnen op de wolf te mikken. Deze ontweek alle stenen. 8
Daarna was de wolf aan de beurt om te gooien. Hij trof enkele dieren Daarna was de wolf aan de beurt om te gooien. Hij trof enkele dieren. Zo had hij eindelijk wat vlees te eten. 9
Op het laatst raakte hij de kraai Op het laatst raakte hij de kraai. Gelukkig was de kraai niet ernstig gewond. Wanhopig vloog hij in een boom. Die stond bij het meer. 10
De kraai zwaaide wild met zijn vleugels De kraai zwaaide wild met zijn vleugels. ”Kom gauw “riep hij tot de wolf,” ik zie een vijand.” 11
De wolf werd nieuwsgierig en boog zich over het water De wolf werd nieuwsgierig en boog zich over het water. Hij zag een wolf en viel meteen aan. 12
Helaas kon hij niet zwemmen. Hij verdronk Helaas kon hij niet zwemmen. Hij verdronk. Sindsdien waren de dieren zo verstandig geen wolven meer toe te laten. Einde 13