Samenvatting hoofdstuk 2 Wat moet je leren: Handwerkboek PowerPoints op www.leraareconomie.nl Rekentrainer Opgaven in het handwerkboek! Gebruik de oefenopgaven op onderwijsportaal!
Schaarste Goud = schaars Zandkorrel = niet schaars De verhouding tussen hoeveel vraag en hoeveel er is van een bepaald product Goud = schaars Zandkorrel = niet schaars
Verschillende soorten grafieken Staafdiagram staand Wordt gebruikt om getallen te vergelijken. Staafdiagram liggend Wordt gebruikt om getallen te vergelijken. De ‘balken’ noemen we staven. Deze kunnen gestapeld zijn (zie derde balk van onder) Cirkeldiagram Wordt gebruikt om verhoudingen in procenten of in aantallen weer te geven
Ik wil ook wel zo’n Iphone! De vier mensen hieronder willen allemaal wel de nieuwste Iphone. De wensen die mensen hebben noemen we behoeften. Omdat Iphones niet gratis zijn, is er schaarste. Als er steeds meer mensen een Iphone willen, worden de Iphones ook duurder. Minder Iphones = meer schaarste De nieuwste Iphone Als jij jouw behoefte bevredigt, dus wat koopt, dan noem je dit consumeren. Ik wil ook wel zo’n Iphone! Ik wil wel zo’n Iphone! Wij ook! Om consumeren mogelijk te maken, moeten personen of bedrijven dit mogelijk maken. Iets doen of maken om de behoeften te bevredigen noemen we produceren.
36uur of meer = voltijdbaan Als je minder werkt heb je een deeltijdbaan Iedereen werkt voor een reden. Bijvoorbeeld voor het geld, voor contact met mensen of om bezig te zijn. -> dit noemen we arbeidsmotieven Het werk kan zwaar, licht, gevaarlijk, ongevaarlijk, enz. zijn. Dit noemen we arbeidsomstandigheden. Soms kunnen de arbeidsomstandigheden zo slecht zijn. Daarom heeft de overheid in de Arbowet gezet waaraan een werkplek moet voldoen.
Produceren door bedrijven Wat hebben ze nodig? Arbeid (werknemers) De drie Productiefactoren Kapitaalgoederen (Fabriek, machines, vrachtwagen, enz.) Natuur (Grondstoffen, energie, water) Productie is wat bedrijven doen of maken tegen betaling. Investeren (extra kapitaalgoederen kopen)