Welke wegraking naar wie?

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Epilepsie.
Advertisements

Thermische letsels.
Hyponatriemie en de hersenen
Bipolaire stoornissen
INFORMATIEDAG VOOR MANTELZORGERS
HOGE GEZONDHEIDSRAAD CONSEIL SUPERIEUR DE LA SANTE 1 Screening naar hartafwijkingen die voorbeschikken tot plotse hartdood bij adolescenten en jongvolwassenen.
Epilepsie Oud en Nieuw(s).
Attentie voor Dementie Frontotemporale dementie Riëtte Oudenaarden, verpleegkundig specialist geriatrie.
De vasculaire patiënt Wiens zorg is het?.
Spraakverwarring ME, CVS, post-viraal vermoeidheidssyndroom
Apparent Life Threatening Event
De Grote ACS Kennis Quiz
Angststoornis.
Palliatieve zorg en Hartfalen
Symposium “Zingevingvragen (h)erkennen”
Orthostatische hypotensie
Het syndroom van Foix-Chavany-Marie
Voorspellende factoren van post-CVA depressie
Symptomen narcolepsie:
Critical Appraisal Topic
Diagnostische waarde EEG in relatie tot post ictaal interval
Coma Frank Buntinx.
Delier Een tijdelijke psychische stoornis veroorzaakt door een lichamelijke aandoening met kenmerken zoals wisselend bewustzijn, desoriëntatie, hallucinaties,
In dit hoofdstuk komt aan de orde: Achtergrondinformatie Stoornissen in het bewustzijn In dit hoofdstuk komt aan de orde: Achtergrondinformatie Stoornissen.
Somatoforme stoornis Begripsbepaling (achtergrondinformatie):
Stoornissen in het bewustzijn
Herman Nys Directeur CBMER KULeuven.  Wet 28 mei 2002 (BS 22 juni 2002)  Wet van 10 november 2005 tot aanvulling van W. 28 mei 2002 met bepalingen over.
F.C. Visser Stichting CardioZorg Amsterdam
AL amyloidose oorzaak, klachten en behandeling
T24 Twee patiënten met een wegraking
Samenvatting casus 68 jarige mevr. Gevonden op het toilet door haar dochter. Mogelijk hele nacht daar gelegen. Geen kracht in benen, spreekt onsamenhangend.
dr Harold de Valk, internist-endocrinoloog UMC Utrecht
T7 Een 50-jarige man met, en een 45-jarige man zonder pijn op de borst
NaH bij kinderen en jongeren Feiten, fabeltjes en interventies E
Herhaling belangrijke punten EHBO
TRAININGSLEER Bijeenkomst 3
Hoorcollege 3 Overgewicht Diabetes Jelle Wijma
Het observeren van het bewustzijn.
Epilepsie.
Een 58-jarige vrouw met pijn op de borst
Edwin van Dellen Floor Frenkel Cyra Leurs Elsa Hilverdink
Shock flauwte E. Flink 2014.
Workshop Kantelproef opstelling en uitvoering Els Verkoulen en Dr.Narender van Orshoven.
ICD ICD = implanteerbare cardioverter defibrillator Een ICD kan nodig zijn bij gevaarlijke hartritmestoornissen, zoals kamertachycardie en kamerfibrilleren.
“ A thrilling story “ Dr. Narender van Orshoven, Neuroloog
Het organiseren van een syncope service en enkele praktijkvoorbeelden Els Verkoulen, Laborant KNF Roger Nieling, Verpleegkundig specialist intensieve zorg.
Heeft deze patiënt meningitis? Dries Verheijen 21 augustus 2012.
DE KANTELPROEF.
 Wie zijn wij?  Waar hebben wij dit gedaan?  Wat hebben wij gedaan?  Tandheelkunde en fysiotherapie?
Hartcentrum Hasselt Betere Toegankelijkheid in 2011.
Hartfalen Hospice Wageningen Renkum Adri Jobse huisarts.
Onbegrepen syncope: Rol van de neuroloog
Ouderen die bewegen en vallen…
Praten over seks: waarom, wanneer en hoe; wat zijn belemmeringen?
Natuurlijk leert de Koninklijke EHBO je helpen
Michael Groeneweg, kinderarts - MDL
Herhaling belangrijke punten EHBO
Wegrakingen bij kinderen… op bezoek bij de kindercardioloog
Deel 1: Syncope Moderatoren: Dr. B. Vanhauwaert & Dr. R. Jansen PROGRAMMA 8u30 – 9u00 Ontvangst 9u00 – 9u10 Welkomstwoord Deel 1: Syncope Moderatoren:

Ziektebeelden en pathologie
Warmteletsels Achtergrondinformatie De stofwisseling:
Pathologie van het Binnenoor
Psychiatrische stoornissen
Medische kennis Bouke Cuperus
Pathologie van het Binnenoor
Pijn op de borst Noorderpoort PRS Pijn Thorax.
Vasovagale collaps Pijnlijk been
Duizeligheid.
Transcript van de presentatie:

Welke wegraking naar wie? De wegraking Terminologie Waarde van de anamnese Welke wegraking naar wie? E.I.Hoff CAT 27-10-2005

Definitie Een wegraking is: kortdurend bewustzijnverlies met spontaan herstel niet veroorzaakt door schedeltrauma

Terminologie ‘voorbijgaande bewusteloosheid’ Thijs RD et al, Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:1625-30 EHBO LUMC, 8 weken, 123/4300 = 2.9 %. Inclusie: kortdurend niet-traumatisch bewustzijnsverlies Termen: “Collaps, syncope, flauwvallen, wegraking, insult”

Terminologie collaps = val zonder een evidente externe oorzaak als struikelen wegraking = voorbijgaande bewusteloosheid zonder oorzaak (TLOC) => syncope = wegraking op basis van cerebrale hypoperfusie => insult = epileptische aanval Geen plaats voor ‘collaps eci’ of ‘wegraking eci’

Syncope 1) Onvoldoende pompfunctie hart (ritmestoornis, cardiomyopathie) 2) Onvoldoende circulerend volume (diuretica, bijnierschorsinsufficientie) 3) Falen autonoom zenuwstelsel (MSA/Parkinson, diabetes/amyloidose, psychofarmaca/alfa-adrenerge blokkers) 4) Tijdelijke stoornis in autonome regulatie van circulatie: reflexsyncope (vasovagale syncope, mictiesyncope) # Symptomatologie: - kan ontstaan na snel opstaan / lang staan (2, 3, 4), tijdens inspanning (1) of erna (3) - kan beginnen met licht gevoel in hoofd, verminderde visus, ‘geluiden ver weg’ - bleekheid, misselijkheid, zweten door ‘autonome activatie’ (4) - bewustzijnsverlies met vallen, meestal hypotoon - soms met schokken na de val: kortdurend en asynchroon - snel en vlot herstel

Syncope vs. Insult Biemond cursus 2005 Suggestief voor syncope: autonome activatie (bleek, misselijk, zweten) Suggestief voor insult: (laterale) tongbeet, lang bewusteloos, langdurig verward na wegraking N.B. Sensitiviteit en specificiteit van voorspellende factoren in onderzoeken naar ‘syncope vs. insult’ vaak bias door heterogene samenstelling van groepen => onderliggend lijden bepaalt daarin frequentie van voorspellende factoren

Wieling et al. Diagnostische strategie bij wegrakingen: belang van anamnese. Ned Tijdschr Geneeskd, 2003;147:849-54 Diagnostische opbrengst: anamnese, lichamelijk onderzoek en ECG kan onderscheid maken tussen wegraking op basis van epilepsie danwel syncope, en tussen een reflexsyncope en een potentieel levensbedreigende cardiale syncope (32-74%)

Welke wegraking naar wie? (epidemiologie) Een wegraking bij patiënt <35 jaar vrijwel altijd op een functionele stoornis in bloeddrukregulatie (reflexsyncope) Bij patiënten >35 jaar naast reflexsyncope ook orthostatische en postprandiale hypotensie, sinus-caroticussyndroom, ritmestoornissen en klepgebreken

Welke wegraking naar wie? Colman et al. Patient met onbegrepen wegraking: neuroloog of cardioloog? Ned Tijdschr Geneeskd, 2003;147:841-3 1. Reflexsyncope komt zeer veel voor 2. Goede anamnese van belang in onderscheid insult  syncope 3. Syncope: vaak geen neurologische of cardiologische ziekte als verklaring Conclusie: Onderzoek door een arts met speciale belangstelling voor de regeling van de bloedsomloop (internist, cardioloog, neuroloog, huisarts of geriater) levert meer op dan aanvullend cardiaal of neurologisch onderzoek. De arts kan daarbij eventueel gebruikmaken van een kanteltafeltest of van sinus-caroticusmassage.

Wat te vragen? (patient, familie, huisarts, GGD) Leeftijd, medicatiegebruik Wat was patient aan het doen? Voelde patient het aankomen? Autonome activatie? Duur, gelaatskleur, trekkingen tijdens wegraking? Patient meteen weer helder of langdurig verward?