Antwoorden oefenstof Opgave 1 a] 12 N/cm2 = N/dm2 b] 0,8 N/mm2 = N/m2

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
§3.7 Krachten in het dagelijks leven
Advertisements

Krachten Voor het beste resultaat: start de diavoorstelling.
Toepassingen op de stelling van Pythagoras
Meten met Maten.
TOEPASSINGEN DRAADTANG A B 24cm 1,5cm
De wet van Pascal + toepassingen
Natuurkunde V6: M.Prickaerts
Luchtdruk Luchtdruk ontstaat omdat er een dampkring rond de aarde aanwezig is Deze “Damp” wordt door de aarde aangetrokken. De “Damp” (lucht) bestaat uit.
UITWERKINGEN TOEPASSINGEN
Uitwerkingen blok 4 hoofdstuk 3 versie 1
Massa, Kracht en gewicht.
Wat is omtrek? Omtrek is:
Stoffen en stofeigenschappen
Newton - VWO Arbeid en warmte Samenvatting.
Fysica Hoofdstuk 1 Druk.
Hfdstk 9 WB Extra opgaven.
Samenvatting Wet van Coulomb Elektrisch veld Wet van Gauss.
havo B Samenvatting Hoofdstuk 2
Presentatie Inhouden en vergrotingen.
De eenparige beweging..
Oefenopgave dichtheid
Hoofdstuk 6: QUIZ!.
Stoffen en stofeigenschappen
JWO eerste ronde 2003 –probleem 13
Δ x vgem = Δ t Eenparige beweging
4.3 Wet van behoud van energie
Voorbeeld opgaven Om de volgende opgaven te kunnen maken moet je de “dichthedentabel” downloaden. KLIK HIER Je mag voor dichtheid van water steeds 1,00.
Als je een veer wilt uitrekken dan zul je daar een kracht op
Deze wetten gelden voor ideale gassen die in een afgesloten
Afleiding vloeistofdruk formule dl1 + voorbeeld 4 berekening
Hydraulisch werktuig 1 + v.b. opg.
Eigen gewicht hefboom Tot nu toe hebben we het gewicht van een hefboom verwaarloosd. 5 m 2 m De bovenstaande balk zou voorheen dus niet gaan draaien. Als.
Welke van de dames zakt het diepste
Druk van een vloeistof (Pvl) ontstaat door het gewicht van de
Hoofdstuk 3 Krachten en hefbomen fffff.
Mechanische druk  .
Natuurkunde Paragraaf 1.5.
Massa, volume en inhoud..
Paragraaf 1.5 Volume & inhoud.
30 x 40 = 1200 m2 8.1 Omtrek en oppervlakte 40 m 30 m
Hydraulische remmen De les start over 5 seconden. Succes.
De weegschaal methode Een goede methode om vergelijkingen mee op te lossen Klik linksonder op deze knop om presentatie te starten. volgende VMBO - Wiskunde.
De stelling van Pythagoras
Berekening middel en water
Momenten Havo: Stevin 1.1 van deel 3.
Cv = F u  F = Cvu  F = Cv(el - bl) u = (el - bl)
Elektriciteit Deel 4 Waterstromen Energie Omzetting Ing W.T.N.G. Tomassen.
Oppervlakte en inhoud.
Inhoud prisma en cilinder Eerst snel een LIVE uitleg Daarna een filmpje Daarna: KEIHARD WERKEN :D.
Inhoud van een balk en cilinder
Mechanische druk Lesplanning Vandaag Inhoudsopgave
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 4
De Oppervlakte van een cilinder
Vandaag: Restant les 3 Verhoudingen
G.Hoeksema Rietveld Lyceum Doetinchem
SCHAAL in toepassingssituaties
Les 9: meten en meetkunde in de tuin
Hoofdstuk 1 - Krachten Paragraaf 5 – Druk
Paragraaf 1.3 – Zinken,zweven en drijven
Voorbeeld opgaven Om de volgende opgaven te kunnen maken moet je de “dichthedentabel” downloaden. KLIK HIER Je mag voor dichtheid van water steeds 1,00.
Les 8 Meten en Meetkunde in huis Les 9 Meten in de tuin
Massa, Kracht en gewicht.
Als je een veer wilt uitrekken dan zul je daar een kracht op
Meten en meetkunde les 3: omtrek, oppervlakte en inhoud
SCHAAL in toepassingssituaties
Wet van Newton F = P  A Kracht (N) = Druk (N/m2)  Oppervlakte (m2)
Wat gaan we vandaag doen
Schooljaar Mr. Coussens 4MO MO MO OMC
Transcript van de presentatie:

Antwoorden oefenstof Opgave 1 a] 12 N/cm2 = N/dm2 b] 0,8 N/mm2 = N/m2 c] 5 N/dm2 = Pa d] 1200 hPa = N/cm2 e] 30 dPa = N/dm2 1200 800000 500 12 0,03

Per pootje wordt dit dus 9 : 3 = 3 cm2 Opgave 2 De piano (vleugel) hiernaast heeft een massa van 180 kg De drie pootjes hebben een kleine oppervlakte, waardoor de druk op de vloer 200 N/cm2 is. a] Bereken de oppervlakte van ieder pootje. Fz = 1800 N A = F : P  A = 1800 : 200  A = 9 cm2 (Totale opp.) Per pootje wordt dit dus 9 : 3 = 3 cm2 Men besluit van hout vierkante “onderleggers” te maken, zodat de druk per pootje de helft wordt. b] Bereken hoe groot de zijde van zo’n onderlegger moet worden. Druk 2x zo klein dan oppervlakte 2x zo groot Als oppervlakte 2x zo groot moet worden dan moet zijde √2x zo groot worden. Zijde was √3 wordt √3 x √2 = √6 cm

Voor massieve voorwerpen geldt Opgave 3 12 cm 4 cm De cilinder hiernaast is gemaakt van aluminium ( = 2700 kg/m3) a] Bereken de druk die de cilinder op zijn ondersteunend vlak uitoefent. Voor massieve voorwerpen geldt P = h x  x g P = 0,04 x 2700 x 10 P = 1080 Pa b] Je neemt nu een cilinder die dezelfde massa heeft, alleen is de diameter 3x zo klein Hoe groot wordt nu de druk? Diameter 3x zo klein, dan oppervlakte 9x zo klein (Acirkel= πr2) Als oppervlakte 9x zo klein, dan druk 9x zo groot Druk was 1080 Pa, druk wordt 9720 Pa

Verhouding oppervlaktes 1 : 52 (Acirkel= πr2) Opgave 4 In het hydraulisch systeem hiernaast, heeft de kleine zuiger een diameter van 1,5 cm en de grote zuiger een diameter van 7,5 cm. Je wilt bij de grote zuiger een kracht van 500 N krijgen. a] Bereken de kracht die je op de kleine zuiger moet uitoefenen Verhouding oppervlaktes 1 : 52 (Acirkel= πr2) Verhouding krachten 1 : 52 Dus kracht op de kleine zuiger moet 20 N zijn De grote zuiger moet 0,3 cm naar rechts bewegen. b] Hoever zul je de kleine zuiger moeten indrukken? Verhouding oppervlaktes 1 : 52 Verhouding lengtes 52 : 1 Dus de kleine zuiger moet je 7,5 cm indrukken

In een U-vormige buis met gelijke afmetingen zit Opgave 5 In een U-vormige buis met gelijke afmetingen zit benzine (( 780 kg/m3). De buis heeft overal dezelfde diameter. In de rechterkant is 17 cm van een onbekende vloeistof geschonken. Het hoogteverschil tussen de 2 vloeistofspiegels is 5 cm. a] Hoeveel zakt het water aan de linkerkant als de onbekende vloeistof weggezogen zou worden? Dus antwoord is 6 cm 5 cm 17 cm 6 cm 12 cm 6 cm Wet van pascal: PX = PY Plucht + Pbenzine = Plucht + Ponbekend b] Bereken de dichtheid van de onbekende vloeistof Pbenzine = Ponbekend h x  x g = h x  x g 0,17 m 0,12 m  x  y 0,12 x 780 x 10 = 0,17 x  x 10  = 550,6 kg/m3