Het bestuur van de stadstaat Paragraaf 2.2 Het bestuur van de stadstaat
Praten over politiek Elke stadstaat had een agora: Groot plein in het midden van de stad. Daar kon iedereen elkaar ontmoeten. Eromheen stonden bestuursgebouwen, tempels en stoa’s. Stoa: zuilengang tegen zon/regen.
Politiek Op de agora konden mannen met elkaar over politiek praten. Het woord komt van polis, dat stadstaat betekend. Politiek, is dus het bestuur van de stadstaat.
Monarchie, aristocratie en tirannie De meeste stadstaten hadden een koning aan de macht: monarchie. Later hadden ze vaak een groep rijke mensen aan de macht: aristocratie. (bv Sparta) Soms was er 1 aristocraat die de macht greep: tirannie. (alleenheerser = tiran) Er waren ook goede tirannen in de oudheid.
Volksvergadering van Athene Athene was in de 6e eeuw VC een aristocratie. Het volk was ontevreden. 1 aristocraat grijpt de macht, en hij gaat het gewone volk helpen. Hij gaat wat veranderen: Eerlijke rechtspraak: rijke en arme mensen worden hetzelfde behandeld.
Veranderingen in Athene Na hem komen er nieuwe veranderingen: Een andere aristocraat gaat een volksvergadering opstellen: burgers mogen meepraten en stemmen! Ze beslissen over oorlog en vrede, geldzaken enz. Athene werd een democratie!
Burgers In Athene mogen dus alle burgers meebeslissen, arm en rijk. Maar niet iedereen is burger! Alleen volwassen mannen die ouders hebben die zelf in Athene zijn geboren, zijn burger! Vrouwen, slaven en vreemdelingen hebben niets te zeggen!
Na Athene worden steeds meer stadstaten ook een democratie. Niet iedereen vind het een goed idee. Het leidde tot oorlog: Alle democratieën met Athene vochten tegen de aristocratieën met Sparta als leider. Na tientallen jaren won Sparta.
Goede sprekers De volksvergadering in Athene kwam regelmatig bij elkaar. Dat gebeurde in de openlucht. Er waren minstens 6000 man voor nodig. Iedereen moest naar je luisteren, dus de spreker moest goed kunnen spreken en een duidelijke stem hebben.
Schervengerecht Elk jaar stemde de volksvergadering in Athene op een persoon. Doe persoon moest de stad voor 10 jaar verlaten. Zo voorkomen ze dat 1 persoon teveel macht krijgt. De naam wordt op een potscherf gekrast. Dit is een schervengerecht!
Einde