De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Hoofdstuk 3 De Grieken.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Hoofdstuk 3 De Grieken."— Transcript van de presentatie:

1 Hoofdstuk 3 De Grieken

2 Hellas

3 Aantekeningen § 3.2 Monarchie = Alleenheerschappij, bestuur door een vorst (koning), die meestal door erfopvolging wordt aangewezen. Aristocratie = regering van een groep mensen met veel aanzien en macht Democratie = Volksregering (Grieks:demos). Bestuur waarbij het volk mag meebeslissen. Tirannie = een alleenheerschappij, waarin 1 man op onwettige manier de macht heeft gekregen.

4 Het bestuurlijke systeem van Sparta
Het politieke systeem bestond uit: Twee koningen: Deze hadden vrij weinig macht; het was hun taak het leger aan te voeren ten tijde van oorlog. Het koningschap was erfelijk. Als er geen oorlog was, fungeerden ze als rechters en priesters. Eigenaardig is dat Sparta tot in de klassieke tijd geregeerd werd door koningen, waar in vrijwel alle andere Griekse stadstaten de monarchie was verdwenen. Bovendien regeerden er steeds twee koningen gelijktijdig. Hun werkelijke politieke macht was echter niet erg groot. Gerousia: Raad van achtentwintig mannen, die ouder dan zestig jaar moesten zijn. De leden werden door de apella voor het leven benoemd. Ook de twee koningen maakten deel uit van de gerousia en zaten de vergadering voor. De gerousia bereidde wetten en besluiten voor. Apella: was de Spartaanse volksvergadering. Alle mannelijke vrije burgers, ouder dan 30 jaar zetelden in deze volksvergadering. Deze vergadering had weinig invloed. De Apella stemde over de voorstellen van de Gerousia. Vijf eforen: De vijf eforen vormden het dagelijkse bestuur van Sparta. Zij werden gekozen door en uit de apella. Ze hadden ook een controlerende taak, ze controleerden of iedereen, dus ook de twee koningen, zich aan de wetten van het Spartaanse volk hield. Volgens Aristoteles een ideale mengconstitutie: - monarchie – vertegenwoordigd door: Twee koningen - aristocratie – vertegenwoordigd door: Gerousia - democratie – vertegenwoordigd door: Apella en eforen

5 De belangrijkste elementen van Kleisthenes hervormingen:
Hij stelde een volksvergadering in Hij stelde het schervengericht (ostracisme) in. Schervengericht (ostracisme): Tijdens het schervengericht konden alle aanwezigen de naam van een ongewenste burger op een potscherf krassen. Wie 6000 stemmen kreeg moest binnen 10 dagen de stad verlaten en mocht 10 jaar lang niet meer terugkeren. Kleisthenes van Athene ca. 570 v.Chr – 507 v.Chr.

6 Perikles Perikles was een staatsman en leider van Athene gedurende de grootste culturele en politieke bloeitijd die de stad ooit gekend heeft. Door zijn leiding wordt deze periode ook soms ‘de eeuw van Perikles’ of ‘Gouden eeuw van Athene’ genoemd. Perikles 495 v.Chr – 429 v.Chr

7 Het burgerschap: Wanneer bezat je het burgerschap in de polis Athene? Een burger was: Een volwassen man van wie de vader en de moeder in Athene geboren waren Uitgesloten van het burgerschap waren: - vrouwen, vreemdelingen en slaven Rechten van de burger: Mag land bezitten Mag deelnemen aan de volksvergadering

8 Vragen 1. Wat is een monarchie? 2. Wat is een aristocratie?
3. Wat is een democratie? 4. Wat is een tirannie? 5. In welke bestuursvorm zou jij willen leven? Leg je antwoord uit.


Download ppt "Hoofdstuk 3 De Grieken."

Verwante presentaties


Ads door Google