Arbeidsmarkttransities in Nederland Dynamiek op de Nederlandse arbeidsmarkt: de focus op kwetsbare groepen Ruben van Gaalen en Wendy Smits Den Haag, 3 maart 2011
Arbeidsmarkttransities gedurende beroepsloopbaan Fase in de levensloop Conjunctuur Toegenomen dynamiek door maatschappelijke, demografische en economische ontwikkelingen De meeste mensen maken gedurende hun arbeidsloopbaan meerdere arbeidsmarkttransities door. Sommige transities houden verband met de fase in de levensloop waarin iemand zich bevindt, zoals de overgang van school naar werk en de overgang van werk naar pensionering. Jongeren verlaten school, met of zonder diploma en gaan op zoek naar werk. De meeste slagen daar in. Sommige zijn eerst nog een tijdje werkloos. Jongeren wisselen, vrijwillig of onvrijwillig, aan het begin van hun beroepsloopbaan vaak van baan tot ze een baan gevonden hebben die goed bij past bij hun kennis vaardigheden en ambities. Dan volgt er een fase in de beroepsloopbaan dat mensen langer in bij dezelfde werkgever blijven werken en daar carrière gaan maken. Het aantal transities neemt af tot ze de pensioensgerechtigde leeftijd naderen en de arbeidsmarkt verlaten. Sommige wat eerder dan anderen. Transties houden ook verband met de conjuncturele situatie. Als het economisch slecht gaat raken meer mensen hun baan kwijt en worden werkloos. Als het goed gaat zijn er meer mogelijkheden om de huidige baan in te ruilen voor een interessantere baan bij een andere werkgever. Transities houden ook verband met institutionele factoren en veranderingen daar in. als wetgeving het makkelijker maakt om mensen te ontslaan is het waarschijnlijk dat mensen vaker transities doormaken van werk naar werkloosheid van de ene baan naar de andere baan Algemeen is het idee dat mensen tegenwoordig, los van de conjuncturele situatie en los van de fase in de levensloop, meer arbeidsmarkttransities doormaken dan voorheen. De baan voor het leven zou niet meer bestaan. Meer dynamiek gedurende de beroepsloopbaan kan verschillende consequenties hebben. Baanzekerheid neemt af en dat heeft wellicht ook gevolgen voor de inkomenszekerheid van mensen. Sommige groepen op de arbeidsmarkt, zoals als laagopgeleiden, ouderen , mensen met een slechte gezondheid en allochtonen lopen meer risico om na baanverlies niet meer aan de slag te komen dan anderen. Informatie over arbeidsmarktransties is van groot belang voor de ontwikkeling van sociaal beleid dat gericht is op een verdere flexibilisering van de arbeidsmarkt en een hogere arbeidsparticipatie. Te denken valt aan maatregelen die anticiperen op de inkomensonzekerheid die kan voortvloeien uit arbeidsmarkttransities, maar ook aan regelingen die mensen in staat stellen om zich voor te bereiden op transitierisico’s. Bijvoorbeeld door investeringen in employability, dat wil zeggen het vermogen om werk te krijgen en te behouden. Dat is in het bijzonder van belang voor kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt, zoals ouderen, niet-westerse allochtonen en mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt Standcijfers volstaan niet om een goed licht op dit vraagstuk te kunnen schijnen. Het is bijvoorbeeld niet alleen van belang hoeveel mensen werkloos zijn en of sommige groepen vaker werkloos zijn dan anderen maar het is ook van belang om in kaart te brengen wie er werkloos worden en wie er weer in slagen snel aan het werk te gaan. Een hoog werkloosheidpercentage voor een bepaalde groep kan immers zowel het gevolg zijn van een hoge instroom in werkloosheid als een lage uitstroom. Hier ook het belang van dynamische cijfers t.o.v. standcijfers uitleggen Dynamiek op de Nederlandse arbeidsmarkt
Transitionele arbeidsmarktbenadering Huishouding Opleiding Betaald werk Betaald werk Pensionering De transitionele arbeidsmarktbenadering van Gunther Schmidt biedt een goede kapstok voor de beschrijving en verklaring van de verschillende overgangen op de arbeidsmarkt en tussen de arbeidsmarkt en andere leefdomeinen: opleiding, zorg, werkloosheid en pensionering. Het CBS heeft de laatste jaren nieuwe statistieken ontwikkeld over al deze overgangen. In de publicatie DNA hebben we de cijfers op een rij gezet en ik zal hiervan enkele resultaten bespreken. Ik zal eerst ingaan op transities tussen werk en geen werk en vervolgens op de transties van werk naar werk. Ook zal ik wat opvallende gegevens voor kwetsbare groepen laten zien, vooral mensne met een slehte gezondheid, allochtonen en mensen die door bedrijfseconomisch ontslag hun baan hebben verloren. Andere kwetsbare groepen: zoals laagopgeleiden en ouderen komen later vanmiddag nog uitgebreid aan bod. Werkloosheid Dynamiek op de Nederlandse arbeidsmarkt 2 2
Transities tussen werk en geen werk Betaald werk, werkloosheid en inactiviteit Inkomstenbron: inkomsten uit arbeid versus inkomsten uit uitkering Transities tussen werk en geen werk kunnen op verschillende manieren in kaart worden gebracht. Er kan worden gekeken naar de activiteiten die mensen feitelijk uitvoeren, zijn ze aan het werk in een baan van minimaal 12 uur en als ze niet aan het werk zijn, willen ze werken en zijn ze op op zoek en beschikbaar. Als aan al deze voorwaarden is voldaan dan zijn ze werkloos. Zo niet dan worden ze tot de inactieven gerekend. Een nadere benadering is om te kijken naar de voornaamste bron van inkomsten. Is eerst betaald werk de voornaamste inkomensbron en een periode later uitkering dan is er sprake van een transitie van werk naar een uitkering. Het CBS past beide benaderingen toe. Komen beide aan verschillende informatiebehoeften tegemoet.Bijvoorbeeld: gevolgen van toegenomen dynamiek voor inkomenszekerheid dan is het goed om de transities te benaderen vanuit het inkomensperspectief. Voor beleid gericht op werkloosheidsbestrijding biedt de eerste benadering over het algemeen de meeste informatie. Dynamiek op de Nederlandse arbeidsmarkt
Transities tussen werkloosheid, inactiviteit en werk Plaatje uitleggen: het gaat om jaarcijfers. mensen die in 2008 betaald werk hadden en een jaar later in 2009 niet meer. Zijn feitelijk nettostromen (gemiddeld). Want mensen kunnen tussendoor meerdere transties hebben doorgemaakt. Het CBS publiceert ook kwartaalcijfers Opvallend is dat er een grote groep is die het ene jaar inactief en een jaar later toch aan het werk. Inactieven zijn dus geen evrloren groep voor de arbeidsmarkt! (maar vanzelfsprekend zijn velen tussendoor wel een tijdje werkloos geweest, maar niet allemaal zo blijkt uit de kwartaalcijfers) Dynamiek op de Nederlandse arbeidsmarkt
Transities tussen bijstand en werk N.B. Deze figuur heeft alleen betrekking op werknemers. De instroom lijkt structureel te dalen De uitstroom lijkt meer afhankelijk van de conjunctuur Dynamiek op de Nederlandse arbeidsmarkt
Transities tussen WW en werk Het zelfde geldt voor de WW Dynamiek op de Nederlandse arbeidsmarkt
Transities tussen AO-uitkering en werk Instroom wat toegenomen, uitstroom afgenomen Dynamiek op de Nederlandse arbeidsmarkt
Sociale Dynamiek & Uitbreiding Arbeidsrekeningen Dat beeld zien we terug als we verder inzoomen op mensen met een slechte gezondheid. Dit is een bijzonder kwetsbare groep op de arbeidsmarkt, en zoals verwacht ligt de instroom van geen werk naar werk voor deze groep veel lager dan voor mensen zonder gezondheidsklachten. We zien ook dat voor mensen met langdurige aandoening zonder AO uitekering de instroom is toegenomen tov 2003-2004 maar voor de groep met een AO uitkering is de instroom in werk juist afgenomen. Sociale Dynamiek & Uitbreiding Arbeidsrekeningen
Dynamiek op de Nederlandse arbeidsmarkt Hoe gaat het met werknemers die hun baan zijn kwijtgeraakt . De figuur laat voor verschillende ontslagroutes het percentage werknemers zien dat na ontslag weer een baan had. Er zijn duidelijke verschillen tussen ontslagroutes. Collective uitsroom doet het het best, ondanks het feit dat deze werknemers veel concurrenten hebben die indzelfde regio op zoek moeten naar een baan. Dynamiek op de Nederlandse arbeidsmarkt
Werkzekerheid 2004-2007 Dynamiek op de Nederlandse arbeidsmarkt Tenslotte wil ik de allochtonen uitlichten: Deze figuur geeft inzicht in de groep mensen die vaker transities van werk naar geen werk doormaken. Dynamiek op de Nederlandse arbeidsmarkt
Transities van werk naar werk Externe transities andere werkgever van werknemer naar zelfstandige en vice versa Interne transities Verandering van functie (beroepenmobiliteit) Vervolgens wil ik nog wat zeggen over transities van werk naar werk. We hebben zowel externe transities als interne transities in kaart gebracht. Interne transitie: andere functie bij dezelfde werkgever. Externe transities of wel verandering van werkgever, voor degenen die in loondienst zijn ofwel een overgaan van werk als werknemer naar werk als zelfstandige. Dynamiek op de Nederlandse arbeidsmarkt
Dynamiek op de Nederlandse arbeidsmarkt Extern: alleen werknemers in dit plaatje Extrene transities hangen sterk samen met de conjunctuur dan interne transities. Wel lijkt het erop dat externe transitiesm structureel toenemen. Vanaf 2008 gaat het economisch slechter maar het aantal werknemers dat van baan is veranderd, weliswaar iets gedaald, maar ligt nogal altijd op het niveau van 2006-2007 toen het economisch veel beter ging. Dynamiek op de Nederlandse arbeidsmarkt
Dynamiek op de Nederlandse arbeidsmarkt
Dynamische cijfers zijn een belangrijke aanvulling op standcijfers Conclusie Dynamische cijfers zijn een belangrijke aanvulling op standcijfers Maken inzichtelijk welke groepen het meest kwetsbaar zijn voor conjuncturele en structurele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt Dynamiek op de Nederlandse arbeidsmarkt