Correct bronvermelden Voor bij de PO en voor andere werkstukken
Bronvermelding in de tekst Omdat je weinig informatie uit eigen onderzoek hebt, zul je heel veel bronnen moeten vermelden bij het maken van een werkstuk. Bij een citaat (letterlijk), dan zet je de tekst tussen aanhalingstekens en direct achter de tekst de auteurs (achternamen) en het jaartal van publicatie. ‘hij springt als een giraffe van een keukentafel.’ (Jansen, 2010) Bij het gebruiken van een bron in eigen woorden, schrijf je aan het eind van de alinea de bron op dezelfde manier op. De zon is de minst verre ster, de andere sterren zijn veel verder weg. Toch is de zon verder weg dan de planeten Mars en Venus. (de Vries en Groot, 2002) Bij meer dan twee auteurs noem je de eerste auteur (alfabetisch) en zet je daarna et al. neer. ‘Japanners zijn kleiner dan Amerikanen.’ (Jansen et al., 2009)
Bronvermelding buiten de tekst Aan het eind van elk werkstuk maak je een bronnenlijst van alle geraadpleegde bronnen. Dus ook als je er alleen een plaatje uit gebruikt hebt. Verwijzen naar boeken Achternaam auteur, voorletter(s) (Jaar van uitgave). Titel. Eventuele subtitel. Plaats uitgever. uitgever. Radzinsky E., Stalin (1996), Onthullingen uit geheime privé-archieven, Amsterdam. Uitgeverij Balans. In de literatuurlijst komen de boeken op alfabetisch op naam van de auteur!
Bronvermelding buiten de tekst Ook naar internetbronnen moet je verwijzen. Probeer dit zo compleet mogelijk te doen, al komt het voor dat de auteur niet te vinden is. Verwijzen naar internetbronnen Achternaam auteur, voorletter(s) (Publicatiejaar of update). Titel van de website. Geraadpleegd op dag maand jaar, adres website. Meijden, B. van der (1998). Schiphol als thema voor een geschiedenis-, internet- en/of profielwerkstuk. Geraadpleegd op 7 juli 2005, http://www.histopia.nl/schiphol.htm