Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz.115 Voorganger:ds. F.H. Folkerts Organist:br. A. de Boer Beamist:br. D.D. Rouwhorst Welkom Opmerkingen kunt u melden bij de leden van het BeamTeam: Karel Moes, Derk Rouwhorst, Sandra Spriensma en Pieter Wiltjer. De Bijbelteksten in deze presentatie zijn ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004, tenzij anders vermeld. Mededelingen of aankondigingen op de beamer? Voor vrijdag uur mailen naar:

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz.115 zondag, 21. april 09:15 Oppas (Geertruida & Elise) 09:30 Kerkdienst: ds. F.H. Folkerts (Assen-West) 14:00 Kerkdienst: ds. W.B. van der Wal (Oosterwolde (Fr.)) 15:15 KP-1 (12-15jr.) - Splitsing van het rijk tot Nehemia - Koek: Riemco maandag, 22. april 19:30 KP- 4 (19+ jr.) dinsdag, 23. april 19:00 KP- 3 (17-19jr.) Agenda aanstaande week 1/2

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz.115 woensdag, 24. april 19:30 Repeteren Praiseband Line Up 20:00 Gemeentekring wo donderdag, 25. april 20:00 Koorrepetitie Voices zondag, 28. april 09:15 Oppas (Immanuël & Ans) 09:30 Leesdienst: br. W. Schaaij 14:00 Kerkdienst: Kandidaat Zeilstra 19:30 Gemeentekring zo-2 Agenda aanstaande week 2/2

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz.115 Bijbelstudiedag - 23 april 1/2

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz.115 Plaats:IJsselhallen, Zwolle Aanvang:10.30 uur Thema:Generaties: close of kloof Sprekers:ds. Tonny Nap en ds. Pier Poortinga U BENT ALLEMAAL VAN HARTE WELKOM! Bijbelstudiedag - 23 april 2/2

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz.115

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz.115 Votum en zegengroet diehe-melenaar-dege-maaktheeft.A-men. On-zehulpisindenaamvandeHE-RE,

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz.115

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz.115 1Lof zij de Heer, de almachtige Koning der ere. Laat ons naar hartelust zingen en blij musiceren. Komt allen saam, psalmzingt de heilige naam, looft al wat ademt de Here. Lied 434: 1, 2, 5

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz.115 2Lof zij de Heer, Hij omringt met zijn liefde uw leven; heeft u in 't licht als op adelaarsvleuglen geheven. Hij die u leidt, zodat uw hart zich verblijdt, Hij heeft zijn woord u gegeven. Lied 434: 1, 2, 5

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz.115 5Lof zij de Heer met de heerlijkste naam van zijn namen, christenen looft Hem met Abrahams kinderen samen. Hart wees gerust, Hij is uw licht en uw lust. Alles wat ademt zegt: Amen. Lied 434: 1, 2, 5

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz.115

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz.115 1Ach, wat moet ik toch beginnen nu ik steeds weer zonden doe. Mijn geweten maakt me moe, brengt mij steeds mijn schuld te binnen. Er is hulp in deze strijd dankzij Jezus, Hij bevrijdt. Gezang 154: 1, 3, 4

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz.115 3Heer, Gij wekt een mens tot leven en Gij trekt hem tot uw licht. Niet meer bang voor het gericht sterven wij - door dood omgeven, leven wij - de dood ten spijt, dankzij Jezus, Hij bevrijdt. 4Kom, vertrouw het woord van Jezus, opgejaagden in de nood, uitgedaagden tot de dood. Glansrijk is zijn gunst bewezen: heil voor tijd en eeuwigheid dankzij Jezus, Hij bevrijdt. Gezang 154: 1, 3, 4

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz.115

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz.115 Abraham op de proef gesteld 1 Enige tijd later stelde God Abraham op de proef. ‘Abraham!’ zei hij. ‘Ik luister,’ antwoordde Abraham. 2 ‘Roep je zoon, je enige, van wie je zoveel houdt, Isaak, en ga met hem naar het gebied waarin de Moria ligt. Daar moet je hem offeren op een berg die ik je wijzen zal.’ 3 De volgende morgen stond Abraham vroeg op. Hij zadelde zijn ezel, nam twee van zijn knechten en zijn zoon Isaak met zich mee, hakte hout voor het offer en ging op weg naar de plaats waarover God had gesproken. Lezen Genesis 22: 1-19

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz Op de derde dag zag Abraham die plaats in de verte liggen. 5 Toen zei hij tegen de knechten: ‘Blijven jullie hier met de ezel. Ikzelf ga met de jongen verder om daarginds neer te knielen. Daarna komen we naar jullie terug.’ 6 Hij pakte het hout voor het offer, legde het op de schouders van zijn zoon Isaak en nam zelf het vuur en het mes. Zo gingen zij samen verder. 7 ‘Vader,’ zei Isaak. ‘Wat wil je me zeggen, mijn jongen?’ antwoordde Abraham. ‘We hebben vuur en hout,’ zei Isaak, ‘maar waar is het lam voor het offer?’ Lezen Genesis 22: 1-19

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz Abraham antwoordde: ‘God zal zich zelf van een offerlam voorzien, mijn jongen.’ En samen gingen zij verder. 9 Toen ze waren aangekomen bij de plaats waarover God had gesproken, bouwde Abraham daar een altaar, schikte het hout erop, bond zijn zoon Isaak vast en legde hem op het altaar, op het hout. 10 Toen pakte hij het mes om zijn zoon te slachten. 11 Maar een engel van de HEER riep vanuit de hemel: ‘Abraham, Abraham!’ ‘Ik luister,’ antwoordde hij. Lezen Genesis 22: 1-19

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz ‘Raak de jongen niet aan, doe hem niets! Want nu weet ik dat je ontzag voor God hebt: je hebt mij je zoon, je enige, niet willen onthouden.’ 13 Toen Abraham opkeek, zag hij een ram die met zijn horens verstrikt was geraakt in de struiken. Hij pakte het dier en offerde dat in de plaats van zijn zoon. 14 Abraham noemde die plaats ‘De HEER zal erin voorzien’. Vandaar dat men tot op de dag van vandaag zegt: ‘Op de berg van de HEER zal erin voorzien worden.’ Lezen Genesis 22: 1-19

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz Toen sprak de engel van de HEER opnieuw vanuit de hemel tot Abraham. 16 Hij zei: ‘Ik zweer bij mijzelf – spreekt de HEER: Omdat je dit hebt gedaan, omdat je mij je zoon, je enige, niet hebt onthouden, 17 zal ik je rijkelijk zegenen en je zo veel nakomelingen geven als er sterren aan de hemel zijn en zandkorrels op het strand langs de zee, en je nakomelingen zullen de steden van hun vijanden in bezit krijgen. 18 En alle volken op aarde zullen wensen zo gezegend te worden als jouw nakomelingen. Want jij hebt naar mij geluisterd.’ Lezen Genesis 22: 1-19

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz Daarna ging Abraham terug naar zijn knechten. Samen gingen ze weer op weg naar Berseba, en daar bleef Abraham wonen. Lezen Genesis 22: 1-19

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz.115

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz.115 3Vraagt naar de HEER en naar zijn sterkte, naar Hem die al uw heil bewerkte. Zoekt dagelijks zijn aangezicht, gedenkt al wat Hij heeft verricht. Slaat acht op 't oordeel van zijn mond en vreest Hem, volk van Gods verbond. Psalm 105: 3, 4, 5

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz.115 4O volk, uit Abraham gesproten, dat zoveel gunsten hebt genoten, o Jakobs kindren, die de HEER heeft uitverkoren, meldt zijn eer. De HEER is onze God; zijn mond spreekt recht op heel het wereldrond. 5God zal zijn waarheid nimmer krenken, maar eeuwig zijn verbond gedenken. Wat Hij beloofd heeft, blijft van kracht tot in het duizendste geslacht. 't Verbond met Abraham, zijn vrind, bevestigt Hij van kind tot kind. Psalm 105: 3, 4, 5

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz.115

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz Door zijn geloof kon Abraham, toen hij op de proef werd gesteld, Isaak als offer opdragen. Hij die de beloften had ontvangen, was bereid zijn enige zoon te offeren. 18 Terwijl er tegen hem gezegd was: ‘Alleen door Isaak zul je nageslacht krijgen,’ 19 zei hij bij zichzelf dat het voor God mogelijk moest zijn iemand uit de dood op te wekken, en daarom kreeg hij hem ook terug, bij wijze van voorafbeelding. Tekst Hebreeën 11: 17-19

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz.115

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz.115 Preek

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz.115

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz Wat Gij beloofd hebt, is in eeuwigheid mij tot een deel en erfenis gegeven waarin mijn ziel zich dag aan dag verblijdt. Uw wet, o HEER, staat in mijn hart geschreven, uw wil doen is mijn lust te allen tijd, U te beminnen is geheel mijn leven. Psalm 119: 42, 44

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz HEER, ondersteun mij, geef mij vaste grond, laat uw beloften heel mijn leven schragen. Beschaam mij niet, ik hoop op uw verbond, bevestig mij, dat mij verlossing dage. Als Gij mij steunt, zal ik te allen stond de vreugde van uw wet in 't harte dragen. Psalm 119: 42, 44

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz.115

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz.115 Onderhoud & Gastpredikanten Collecte

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz.115

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz.115 1Nooit kan 't geloof teveel verwachten, des Heilands woorden zijn gewis. 't Faalt aardse vrienden vaak aan krachten, maar nooit een vriend als Jezus is. Wat zou ooit zijne macht beperken? 't Heelal staat onder zijn gebied. Wat zijne liefde wil bewerken, ontzegt Hem zijn vermogen niet. Gezang 115: 1, 2

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz.115 2Die hoop moet al ons leed verzachten. Komt, reisgenoten, 't hoofd omhoog! Voor hen die 't heil des Heren wachten, zijn bergen vlak en zeeën droog. O zaligheid, niet af te meten, o vreugd, die alle smart verbant! Daar is de vreemdlingschap vergeten en wij, wij zijn in 't vaderland! Gezang 115: 1, 2

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz.115

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz.115 Amen A-men, a-men, a-men.

Liturgie Ld.434: 1, 2, 5 Gz.154: 1, 3, 4 Lz.Gen. 22: 1– 19 Ps.105: 3, 4, 5 T.Hebr. 11: 17–19 Ps.119: 42, 44 Gz.115