1Korinthe 6 :12-20 1
12 Alles is mij geoorloofd, maar niet alles is nuttig...
12 Alles is mij geoorloofd, maar niet alles is nuttig... 23 Alles is geoorloofd, maar niet alles is nuttig. Alles is geoorloofd, maar niet alles bouwt op. 1Korinthe 10 3
12 ... Alles is mij geoorloofd, maar ik zal mij door niets laten knechten. 4
12 ... Alles is mij geoorloofd, maar ik zal mij door niets laten knechten. 3 Want vroeger waren ook wij verdwaasd, ongehoorzaam, dwalende, VERSLAAFD aan velerlei begeerten en zingenot, levende in boosheid en nijd, hatelijk en elkander hatende. Titus 3 5
12 ... Alles is mij geoorloofd, maar ik zal mij door niets laten knechten. 3 Oude vrouwen eveneens, priesterlijk in haar optreden, niet kwaadsprekend, niet verslaafd aan veel wijn, in het goede onderrichtende, Titus 2 6
13 Het voedsel is voor de maag en de maag voor het voedsel, en God zal zowel het een als het ander teniet doen. Maar het lichaam is niet voor de hoererij, doch voor de Here, en de Here voor het lichaam. 7
13 (U zegt:) ”Het voedsel is voor de maag en de maag voor het voedsel, en God zal zowel het een als het ander teniet doen.” Maar het lichaam is niet voor de hoererij, doch voor de Here, en de Here voor het lichaam. 8
14 God heeft niet alleen de Here opgewekt, maar zal ook ons opwekken door zijn kracht. 9
14 God heeft niet alleen de Here opgewekt, maar zal ook ons opwekken door zijn kracht. 42 Er wordt gezaaid in vergankelijkheid, en opgewekt in onvergankelijkheid; 43 er wordt gezaaid in oneer, en opgewekt in heerlijkheid; er wordt gezaaid in zwakheid, en opgewekt in kracht. 1Korinthe 15 10
15 Weet gij niet, dat uw lichamen leden van Christus zijn?... 11
15 Weet gij niet, dat uw lichamen leden van Christus zijn?... “oordeelt zelf...” “ik spreek als tot verstandigen...” “logische eredienst...” “de geestelijke mens onderzoekt alle dingen...” 12
15 ... Zal ik dan leden van Christus wegnemen om er leden ener hoer van te maken? Volstrekt niet! 13
16 ... Of weet gij niet, dat wie zich aan een hoer hecht, één lichaam (met haar) is? Want, zegt Hij, die twee zullen tot één vlees zijn. 14
16 ... Of weet gij niet, dat wie zich aan een hoer hecht, één lichaam (met haar) is? Want, zegt Hij, die twee zullen tot één vlees zijn. 24 Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en ZIJ (= een man en zijn vrouw) zullen tot een vlees zijn. Genesis 2 15
17 Maar die zich aan de Here hecht, is één geest (met Hem). 16
17 Maar die zich aan de Here hecht, is één geest (met Hem). 8 ... tot de ongehuwden en de weduwen zeg ik: Het is goed voor hen, indien zij blijven, zoals ik. 9 Indien zij zich echter niet [kunnen] beheersen, laten zij dan trouwen. Want het is beter te trouwen dan van begeerte te branden. 1Korinthe 7 17
18 Vliedt de hoererij... 18
18 Vliedt de hoererij... 10 En ofschoon zij dag aan dag tot Jozef sprak, voldeed hij niet aan haar wens bij haar te gaan liggen en omgang met haar te hebben. 11 Op zekere dag kwam hij het huis binnen om zijn werk te verrichten, terwijl niemand van de huisgenoten daar in huis was. 12 Toen greep zij hem bij zijn kleed en zeide: Kom bij mij liggen. Maar hij liet zijn kleed in haar hand achter, VLUCHTTE en liep naar buiten. Genesis 39 19
18 ... Elke andere zonde, die een mens doet, gaat buiten zijn eigen lichaam om. Maar door hoererij bezondigt men zich aan zijn eigen lichaam. 20
18 ... (U zegt:) “Elke zonde, die een mens doet, gaat buiten zijn eigen lichaam om.” Maar (ik zeg:) door hoererij bezondigt men zich aan zijn eigen lichaam. 21
19 Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de heilige Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt? 22
19 Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de heilige Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt? 13 In Hem zijt ook gij, nadat gij het woord der waarheid, het evangelie van uw redding, hebt gehoord; in Hem zijt gij, toen gij gelovig werdt, ook verzegeld met de heilige Geest der belofte... Efeze 1 23
19 Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de heilige Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt? 13 En sommigen van u zijn dat (hoereerders, dronkaards etc.) geweest. Maar gij hebt u laten afwassen (lett. gij zijt gewassen), maar gij zijt geheiligd, maar gij zijt gerechtvaardigd door de naam van de Here Jezus Christus en door de Geest van onze God. 1Korinthe 6 24
20 Want gij zijt gekocht en betaald 20 Want gij zijt gekocht en betaald. Verheerlijkt dan God met uw lichaam. 25
20 Want gij zijt gekocht en betaald 20 Want gij zijt gekocht en betaald. Verheerlijkt dan God met uw lichaam. 20 (Abraham) ... gaf Gode eer, 21 in de volle zekerheid, dat Hij bij machte was hetgeen Hij beloofd had ook te volbrengen. Romeinen 4 26