Kenmerk 30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en taatsburgerschap Les 1: Oorzaken.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Feodalisme en het hofstelsel
Advertisements

Karel en grote problemen
Seculiere en Reguliere Geestelijken
Hoofdstuk 4: Pruiken en Revoluties
Hoofdstuk 6 Democratisering
Hfd. 1.4 opkomst van machtige vorsten
4.1 De Pruikentijd.
Paragraaf 1: Frankrijk in de 18e eeuw
Paragraaf 3 Honger en ellende.
Hoofdstuk 3 Extra informatie…
1.5 De christelijke kerk in West-Europa valt uiteen
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Kenmerk 30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en taatsburgerschap Les 2: Verloop van.
Kenmerk 6: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 2: De Romeinen en hun bestuur.
Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd.
Kenmerk 30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en taatsburgerschap Les 3: Napje aan.
Kenmerk 30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap Les 31: De Franse,
Tijd van Pruiken en Revoluties
Paragraaf 2 Het cultuurstelsel.
H2 De tijd van pruiken & revoluties
Machtige heren, halfvrije boeren
4.3 Revolutie in Frankrijk
Een nieuw koninkrijk Paragraaf 5.1.
Tijd van Pruiken en revoluties
Hoofdstuk V: Rome Les 3 - par 2 – Romeinse samenleving
Wetenschappelijke revolutie
Pruiken en revoluties – 1700 tot Aanloop naar de Franse Revolutie - De Franse revolutie - Napoleon grijpt de macht - Bataafse revolutie in de.
Bestuur in andere landen
Tijd van pruiken en revoluties,
Eén stem per afgevaardigde zul je bedoelen 600 burgers & boeren
Wat moet je weten aan het eind van de les
Wetenschappelijke revolutie
4.5 De Nederlanden onder de Bourgondiërs - de Gewesten
Welke groepen in Frankrijk waren ontevreden in de 18de eeuw
Rond 1500 was Europa een standenmaatschappij
Wat moet je weten aan het einde van de les?
Opkomst van machtige vorsten 1.4. Vorsten brengen een scheiding aan tussen Kerk en Staat Tot de dertiende eeuw dachten de meeste Europeanen dat God maar.
Context 4 Verlichtingsideeën en de democratische revoluties
30De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap 36De opkomst van de politiek-maatschappelijke.
Tijd van jagers en boeren
Eind 18 e eeuw: Uitbraak van democratische revoluties Welk land heerste er over Amerika begin 18 e eeuw?
Ontstaan van een decentrale, feodale standensamenleving
H3.1 Hofstelsel en Horigheid
H2 Pruiken en revoluties§2.3 Revolutie in Frankrijk Welke groepen in Frankrijk waren ontevreden in de 18 de eeuw en waarom waren zij ontevreden? Waarom.
Pruiken en revoluties – 1700 tot 1800
Revoluties in Europa.
De tijd van pruiken en revoluties 4.3 Revolutie in Frankrijk.
4.1 de Pruikentijd.
23 Het streven van vorsten naar absolute macht 27 Rationeel optimisme en een ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving:
Waarom is de Franse revolutie eigenlijk belangrijk?
Tijdvak 7 De tijd van pruiken en revoluties Paragraaf 8.3 Burgers aan de macht.
De tijd van de pruiken en de revoluties
Monniken en ridders 5.3 Machtige heren, halfvrije boeren
Tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900
Pruiken en revoluties 3.2 Revolutie in Frankrijk
Revolutie in Frankrijk
Tijd van pruiken en revoluties 1700 – 1800
Monniken en ridders 5.3 Machtige heren, halfvrije boeren
De vroege middeleeuwen
Pruiken en revoluties 4.1 De pruikentijd
Pruiken en revoluties 4.3 Revolutie in Frankrijk
Tijd van pruiken en revoluties 1700 – 1800
VROEG MODERNE TIJD De democratische revoluties is westerse landen, discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.
Cursus 3.3 Hoe zijn rechten en plichten geregeld? Klas 2 BK Lesweek 3
Cursus 3.2 Hoe verloren vorsten hun macht Klas 2 BK Lesweek 4
Cursus 3.3 Hoe zijn rechten en plichten geregeld? Klas 2 KGT Lesweek 3
Par 3: Oorzaken van de Franse Revolutie
Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd.
Tijd van jagers en boeren Jagers-verzamelaars -Jagen / verzamelen -Taakverdeling -Nomaden -geloof Boeren -Akkerbouw / veeteelt -Ontstaan verschillen in.
Transcript van de presentatie:

Kenmerk 30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en taatsburgerschap Les 1: Oorzaken van de Franse Revolutie

Sociaal-economische en bestuurlijke achtergronden/oorzaken H4:§ 8:p81-2 Sociaal-economische en bestuurlijke achtergronden/oorzaken Standenmaatschappij Al sinds de middeleeuwen 1e De Geestelijkheid 2e De Adel 3e Het Volk

Geestelijkheid (1e stand) Veel macht Invloed op de koning Invloed op de bevolking Veel land (10%) Bij 1% van de bevolking Privileges Hoefde geen belasting te betalen Eigen rechtbank

Adel (2e stand) Veel macht Privileges Invloed op de politiek Bezat 20% van het land Vormde 1½ % van de bevolking Besturen groot deel der bevolking Privileges Maar beetje belasting betalen Eigen rechtbank

De 3e stand, het Volk Gewoonweg de 3e stand genoemd Verzameling van allerlei groepen Veelal boeren Arme stadsbewoners Veelal werkzaam in de nijverheid; een klein deel in de industrie Rijke burgers, de bourgeoisie Bourgeoisie wordt vanaf eind 17e eeuw steeds groter, rijker Verdiende veel geld in de handel en industrie Geen macht, lees: invloed op het bestuur Wel veel belasting betalen

bourgeoisie

Belasting (weegt zwaar) Meeste betaald door de grote massa boeren, die al weinig had. Waren veelal pachter en leefden op de rand van het bestaan. Ze moesten naast (1) belasting, (2) pacht (in natura) ook nog (3) herendiensten verrichten Veel hongersnoden en zo nu en dan opstanden in de Provincie

Bestuurlijke puinhoop & arrogantie Lodewijk XVI erfde een bijna failliete staat Oplossing: belastingen De toestand in het land interesseerde hem weinig, hetgeen ook gold voor de andere kerkelijke- en wereldlijke bestuurders Daarnaast was de rechtspraak oneerlijk leeg!