WELKOM H3B 11 MAART 2013
STUDIEWIJZER NOG MAAR 4 LESSEN TE GAAN EN EEN LAATSTE PROEFWERK! WeekLes Week 10: 5 maartT/m opdr. 31 Week 11: maartT/m opdr. 41 Week 12: ACTIVITEITENWEEK!Geen huiswerk Week 13: maartT/m opdr. 49 Ik ben 25-3 afwezig is 50min. Week 14: 2 april1 april is Pasen, valt uit. 2 april Proefwerk t/m opdr. 49!!
LESPROGRAMMA Herhaling vorige les Constante kosten, variabele kosten en totale kosten Hw opdr. 32 t/m 35
NIET-COMMERCIELE ORGANISATIES Kenmerk? Noem twee rechtsvormen op….
NIET-COMMERCIËLE ORGANISATIES …..STREVEN NIET NAAR WINST -STICHTING -VERENIGING
COMMERCIËLE ORGANISATIES Kenmerk? Noem de 4 rechtsvormen….. Rechtspersoon: een organisatie kan zelfstandig rechten en plichten aangaan.
COMMERCIËLE ORGANISATIES ……STREVEN NAAR WINST! -Eenmanszaak -Vennootschap onder firma (vof) -Besloten vennootschap (BV) -Naamloze vennootschap (NV)
RECHTSPERSOON …een organisatie kan zelfstandig rechten en plichten aangaan. OndernemingsvormRechtspersoon VerenigingRechtspersoon StichtingRechtspersoon EenmanszaakGeen rechtspersoon! VofGeen rechtspersoon! BVRechtspersoon NVRechtspersoon
CONSTANTE KOSTEN (CK) Vaste kosten Kosten die hetzelfde blijven, ongeacht hoeveel producten een bedrijf maakt. Bijv.: huur, afschrijving, premies van verzekeringen, telefoonabonnement (dit betaal je ongeacht hoeveel je belt)
VARIABELE KOSTEN (VK) Verandert Kosten waarvan totaalbedrag is van de productieomvang. Bijv.: verpakkingsmateriaal, grondstoffen, telefoonkosten (bellen per minuut)
TOTALE KOSTEN (TK) Constante kosten en variabele kosten bij elkaar opgeteld. Afzet: aantal verkochte producten
VOORBEELD: BAKKERIJ LEKKERNIJ Bakker Lekkernij heeft net zijn nieuwe bakkerij geopend. Hij heeft een mooi pand gehuurd in Amsterdam. Hij heeft een lening afgesloten om het pand op te knappen. Hiervoor betaalt hij maandelijks een vast bedrag aan rente. Hij heeft ook een telefoonabonnement aangeschaft om zijn klanten te woord te staan. In zijn winkel wil hij lekkere broodjes, taarten en gebak verkopen. Om dit te maken heeft hij meel, suiker, melk, boter en slagroom nodig.
VOORBEELD: BAKKERIJ LEKKERNIJ Bakker Lekkernij heeft net zijn nieuwe bakkerij geopend. Hij heeft een mooi pand gehuurd in Amsterdam. Hij heeft een lening afgesloten om het pand op te knappen. Hiervoor betaalt hij maandelijks een vast bedrag aan rente. Hij heeft ook een telefoonabonnement aangeschaft om zijn klanten te woord te staan. In zijn winkel wil hij lekkere broodjes, taarten en gebak verkopen. Om dit te maken heeft hij meel, suiker, melk, boter en slagroom nodig.
VOORBEELD: BAKKERIJ LEKKERNIJ Stel dat de bakker onderstaande kosten heeft gemaakt. Wat zijn de gemiddeld variabele kosten per broodje? Wat zijn zijn totale constante kosten (tck)? Afzet van broodjesTotale Variabele Kosten (TVK) Totale kosten (variabel en constant) 1.500€6.000€ €8.000€15.000
VOORBEELD: BAKKERIJ LEKKERNIJ Stel dat de bakker onderstaande kosten heeft gemaakt. Wat zijn de gemiddeld variabele kosten per broodje? Wat zijn zijn totale constante kosten (tck)? /1.500= € 4 Dit zijn de gemiddeld variabele kosten per broodje -TVK+TC=TK €6.000+?= € ?= € Dit kun je checken: € €7.000= € Afzet van broodjesTotale Variabele Kosten (TVK) Totale kosten (variabel en constant) 1.500€6.000€ €8.000€15.000
VOORBEELD: BAKKERIJ LEKKERNIJ Stel dat de bakker onderstaande kosten heeft gemaakt. Wat zijn de gemiddeld variabele kosten per broodje? Wat zijn zijn totale constante kosten (tck)? Afzet van broodjesTotale Variabele Kosten (TVK) Totale kosten (variabel en constant) 1.000€5.000€ €10.000€16.000
VOORBEELD: BAKKERIJ LEKKERNIJ Stel dat de bakker onderstaande kosten heeft gemaakt. Wat zijn de gemiddeld variabele kosten per broodje? Wat zijn zijn totale constante kosten (tck)? /1.000= € 5 Dit zijn de gemiddeld variabele kosten per broodje -TVK+TC=TK €5.000+?= € ?= € Dit kun je checken: € €6.000= € Afzet van broodjesTotale Variabele Kosten (TVK) Totale kosten (variabel en constant) 1.000€5.000€ €10.000€16.000
OPDRACHTEN ……opdracht 32 t/m 35