Inzoomen op Zuidoost-Azië Astrid Cijsouw

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Arm en rijk in Nigeria.
Advertisements

Transport en Infrastructuur
Paragraaf 4. Schaalvergroting na 1945.
Nederland in de 20ste eeuw
APARTHEID IN ZUID- AFRIKA OMGEDRAAID? ASSF-project Nick Laarhoven, voorjaar 2012.
Aantekening §1 B-nummers.
§15 Japan, een oude tijger Dichtbevolkt: 130 miljoen inwoners.
HOOFDSTUK 10 ONTWIKKELINGSPEIL.
1.4 een geglobaliseerde wereld
Paragraaf 3.3 Indonesië in de wereld.
Hoofdstuk 1 Genoeg voor iedereen?
Hoofdstuk 4. Europa in beweging.
Paragraaf 2.3 Arbeidersparadijs.
Het cultuurstelsel verdwijnt
Terugblik §1.2 -> de deelvraag
Indonesië.
Indonesië.
Indonesië.
Hst 2: ZOA: Een regio in beweging
Hst 2: ZOA: Een regio in beweging Ifugao, een inheems volk op de Filipijnen. Kolossale rijstterrassen die dreigen te vervallen doordat boeren wegtrekken.
Hst 2: ZOA: Een regio in beweging
Indonesië.
Schroeven en schrobben De industrie en de dienstverlening
Hfst 1: de wereld; Het wereldbeeld
Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: bevolking Paragraaf 9 t/m 11
Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: bevolking Paragraaf 9 t/m 11
Hoofdstuk 3 Gebieden: Indonesië Paragraaf 1 t/m 6
Hoofdstuk 3 Gebieden: Indonesië Paragraaf 7 t/m 12
2.1 - Kloof wordt breder Regionale ongelijkheid op wereldschaal:
Hoofdstuk 2 Patronen op de wereldkaart: wereldbeeld Paragraaf 1 t/m 4
Hoofdstuk 3 Zuidoost-Azië als ontwikkelingsgebied Paragraaf 11 t/m 14
1.2 De grens gaat open Mexico had vroeger een gesloten economie kenmerken: - hoge invoerrechten - quota - importsubstitutie - uitvoer van landbouwproducten.
Terra Tweede Fase havo © Wolters-Noordhoff bv
Terra Tweede Fase vwo © Wolters-Noordhoff bv Make poverty history In 2000 zijn millenniumdoelen vastgesteld, bijvoorbeeld: in 2015 moeten armoede.
§ 5 JAPAN EN ANDERE TIJGERS
HOOFDSTUK 11 GLOBALISERING.
§ 2 CHINA DE FABRIEK VAN DE WERELD
Hoofdstuk 2 Patronen op de wereldkaart: wereldbeeld Paragraaf 1 t/m 4
Hoofdstuk 2 Verbanden tussen patronen Paragraaf 6 t/m 9
Hoofdstuk 4 Aardrijkskunde, economie en maatschappij
Hoofdstuk 3 Gebieden: Indonesië Paragraaf 13 t/m 20
Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa.
Aardrijkskunde voor de 2e fase VWO 5 en VWO 6. Samenvatting
Aardrijkskunde voor de 2e fase VWO 5 en VWO 6. Samenvatting
8.1 Waarom handel met het buitenland?
Paragraaf 1: Kolonies inpikken.
 Industriële revolutie Uitleg  Periode waarin de landbouw voor de meeste mensen in Europa als belangrijkste middel van bestaan verdrongen werd door.
Nakijken lesbrief Opdracht 5: Gebied E (Laagland v. Oost-China)
Antwoorden mobieltje- uit lagelonenlanden dus goedkoper.
2 vwo Ontwikkeling, arm en rijk par 7- 8
1 TH Hoofdstuk 1 Bevolking § 2 en 3
WERELD 2 h/v Ontwikkeling, arm en rijk par Drie aanwijzingen: koopkracht is hoog dienstenmaatschappij scoort hoog op welzijnsindex Nederland is.
Titel wereld moet weg. 1 havo/vwo 1 Bevolking § 2-4.
1 VWO Hoofdstuk 1 Bevolking § 2 - 4
De structuur van de economie
Hoofdstuk 6 De Chinese bevolking.
2TH Hoofdstuk 3 Steden, van hier tot Tokyo §2 en 3
H o o f d s t u k 3 H e t W e l v a a r t s p e i l § 3.1 Werken en waar? Drie bestaansmiddelen of economische sectoren Primaire, secundaire en tertiaire.
1. globalisering. 1 Weg uit Nederland a Daar zijn de lonen lager. Daar is de productie dus goedkoper. Tot 1989 bestond het IJzeren Gordijn nog. De uitwisseling.
SO terug.
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen.
Hoofdstuk 3 Globalisering van de economie.
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen
Waaraan herken je een ontwikkelingsland?
Hoofdstuk 3 Bronnen van energie: Brazilië
Aardrijkskunde voor de 2e fase VWO 5 en VWO 6. Samenvatting
Blok 2 Koffie en suiker Deelvraag:
1 vmbo-T/havo 1 bevolking, §2 en 3
Buitenland - economie leerjaar 3
Waaraan herken je een ontwikkelingsland?
Transcript van de presentatie:

Inzoomen op Zuidoost-Azië Astrid Cijsouw §3.3 Inzoomen op Zuidoost-Azië Astrid Cijsouw

Singapore Zeestraat kolonisten (Portugezen, Nederlanders, Britten) Handelsparadijs  vrijhaven; -lage belastingen -geen toltarieven -geen invoerrechten Veel kooplieden

Singapore Singapore = leeuwenstad Na WO2 : zelfstandige ministaat  1 politieke partij Alles en iedereen inzetten om geld te verdienen Gebieden werden aangewezen als export processing zones distributiecentra  gigantische haventerreinen

Singapore Welvaart Hogere lonen  Richten op levering hoogwaardige industrieproducten; de hightechnology sector  Specialiseren in dienstensector Groei Knooppunt in het mondiale stedennetwerk

Singapore Hoe heeft het zo “groot” kunnen worden? Lage lonen Goede scholing Rol overheid  autoritaire regime (nauw verbonden met het bedrijfsleven; goed geregeld) Geen vrijheid van meningsuiting Geen echte democratie Goede infrastructuur Vele woningen Investeringen in de industrie, scholing en nieuwe ontwikkelingen Gedisciplineerd personeel lange werkdagen weinig invloed vakbonden Open markt met weinig corruptie en stabiele prijzen

Singapore Demografisch transitiemodel

Singapore Bevolkingsgroei: Voor WO2 : immigratie; Chinezen Na WO2 : bijna onmogelijk Singapore ongeschoold binnen te komen  na industrialisatie ; verruiming regels  toen veel wegtrekkers, ergens anders beter  Singapore groeide; ze kwamen terug Veel nieuwe gastarbeiders; industrie etc.

Singapore Enorme jaarlijkse groei van totale buitenlandse handel (20%); mede door economische groei van China & India Groot deel import weer geëxporteerd, soms zelfs alleen overgepakt, slechts een fractie is voor Singapore zelf Ook groei in totale uitvoer actieve handelsbalans

Indonesië

Indonesië Tempo bevolkingsgroei neemt geleidelijk af Plan overheid gezinsplanning Maar blijft steken in 3e fase transitiemodel; minder geboortes & minder doden Achterblijvende gebieden: 2e fase Bevolking is erg ongelijk verdeeld Jakarta: 12.623 mensen/km² Transmigratieprogramma door regering Hoog urbanisatietempo; industriële ontwikkelingen onevenwichtige verdeling; logisch want in de belangrijke steden(soms van mondiaal belang)is de minste armoede (investeringen) Veel leven onder de armoedegrens; 16,6% in 2006

Indonesië Arbeidsmigratie Wie: veel jonge mensen vooral vanuit Java Naar: landen in Zuidoost-Azië Slecht (betaald) werk Mensen ontzien de papieren rompslomp, dus geen contact met bemiddelingsbureau = illegale arbeidsmigratie

Indonesië 1949 onafhankelijk agrarische industriële economie 1980-1997: -openstelling wereldmarkt -mindere invloed overheid buitenlandse investeerders gemengde kapitalistische economie (vrijheid met regels) *belangrijk is: de olie-exportafhankelijk *richt zich op arbeidsintensieve producten i.p.v. vaak technologische producten *Indonesië profiteert te weinig; komt door: politieke instabiliteit,corruptie, infrastructuur, lonen

Thailand

Thailand 66 miljoen inwoners (2006) Ongelijke bevolkingsspreiding 1/2 leeft rond steden en bij vruchtbare kustvlaktes en rivierdalen. 1 op 6 woont in Bangkok; 12 miljoen Verstedelijkingstempo is hoog Ongeveer in 4e fase van transitiemodel Thailand is lid van de ASEAN Groei Thailand is te danken aan de rond 1980 dure Japanse munt Japanners vonden in Thailand lagere productiekosten Razendsnelle bevolkingsgroei (Bangkok) groeiende kloof arm en rijk; sociale spanningen Groei productie milieuproblemen Groei verkeer verkeersopstoppingen

Thailand

Thailand Overheid ingrijpen: Betere ruimtelijke spreiding Oplossen van drukte Ontwikkeling achterland beïnvloeden Regionale stimuleringsproject met 11 provincies ten noorden en ten oosten van Bangkok Eastern Seaboard Overplaatsing van bedrijven vanuit Bangkok naar ‘t oostelijk kustgebied pullfunctie; nieuwe werkgelegenheid + exportvolume vergroten Ontlasting van het overvolle havengebied van Bangkok

Einde