Agenda  Les 13  wkn 13 2e  hs 2.4 overige kosten

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Samenvatting H5+H6 Maak de opgaven (ook bouwstenen)
Advertisements

Het Eigen Vermogen. Het eigen vermogen is het geld dat de eigenaar zelf in zijn onderneming heeft gestoken. Het is een schuld, want de onderneming zou.
H 22: Kosten van een duurzaam produktiemiddel (dpm)
H 12: Vreemd vermogen lang
Winst- & verliesrekening (of resultatenrekening of baten- & lastenrekening) Het Eigen Vermogen verandert als gevolg van de bedrijfsactiviteiten gedurende.
Klaas koopt een bank voor in de winkel, waarop mensen kunnen zitten
Koopwoning...  (het is niet zo moeilijk…). huiswerk  pak agenda en noteer bij ma 19 januri 5e lesuur:  leren tb 72 tm 77 maken 3.21 tm 3.23 wb 129.
Agenda  Les 13  wkn 13 2 e  hs 2.4 overige kosten  bestuderen tb 32 tm 47 maken 2.15 tm 2.20 (wb tm 84)
Welvaart Hoofdstuk 2.
Niet-commerciële organisaties
Agenda  Lessen (6)  tot  hs 30
Agenda  Les 15  wkn 14 2e  hs 2.6 winst & verlies
Kosten duurzame productiemiddelen
Toegevoegde Waarde Productie = inkomen.
Hoofdstuk 5 “Een eigen bedrijf”
Omzet = de verkoopopbrengst in een bepaalde periode
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
6.2 Maak je winst? Wat is het verschil tussen omzet en afzet?
J. Zonjee Toegevoegde waarde. Marktwaarde en toegevoegde waarde Overheid Bruto en netto.
Algemene Ondernemersvaardigheden
Algemene Ondernemersvaardigheden
Agenda  Les  wkn  hs 2 1 omzet en afzet  bestuderen tb 32 tm 36 maken 2.1 tm 2.5 (wb tm 60)
Financiering en inkoop H5 Exploitatiebegroting Certificeerbare Eenheid Ondernemerschap.
Stap 3; Constant of Variabel?
Exploitatiebegroting Deel 2
5.1 Hoeveel kost dat? Afzet is het aantal producten dat een bedrijf verkoopt. Vermenigvuldig je de afzet met de verkoopprijs (excl. btw) dan weet je wat.
Hoe komt de verkoopprijs van een ijsje tot stand?
Balans per (na afschrijving en winstverdeling)
J. de Lange ECONOMIE HOE KUN JE DAT NOU MAKEN?. Winstberekening Belangrijk PROGRAMMA:
Aantekeningen hfst 6.
Van idee naar onderneming Wat brengt het idee op? FEBRUARI 2016JAN PAUL TER KEURST.
Basisboek Bedrijfseconomie hoofdstuk 3 Financiële overzichten Achtste druk © 2008 Noordhoff Uitgevers © 2010 Economie Leer Kracht.
Hoofdstuk 2 De winstmarge
Hoofdstuk 6 Productie.
Aantekeningen hoofdstuk 8. Een ondernemingsplan maken 1. Een goed idee en jezelf kennen als ondernemer. 3. Zoek naar benodigde vergunningen, diploma’s.
Les 1 Huiswerk was: HST 9 helemaal af.. HST 10 aan de PC Om meer op eigen tempo te kunnen werken, gaan we HST 10 zelfstandig aan de computer maken. Je.
Pag 90 t/m 106. Wat gaan we doen vandaag? Huiswerk af? Controle………. Huiswerk voor maandag 11 april: Opgave 1t/m 6 pag. 98 Terugblik op vorige week, werken.
Kengetallen, analyseren en opzet begrotingen. Hoofdstuk 2 Financiering ZekerhedenObjectVerstrekkingsnormMogelijke looptijd HypotheekOnroerende zakenMax.
Welkom havo 4..
Hoofdstuk 6 Productie en markt.
De balans & de resultatenrekening
3.1 PRODUCTIE.
Welkom havo 4..
Welkom havo 4..
Welkom havo 4..
Antwoorden proeftoets hoofdstuk 8
Administratie van afschrijving
H3 Financiering van een bedrijf
Welkom havo 4..
Beste Havo 4..
Tarief berekenen LG
Welkom havo 4..
Beste Havo 4..
Antwoorden proeftoets hoofdstuk 8
Beste havo 4..
Beste ath 4..
Begroten & Budgetteren
Beste havo 4..
Beste ath 4..
Welkom havo/vwo 3..
Beste ath 4..
Resultatenrekening prognose
Dit is een overzicht van kosten en opbrengsten (omzet)
PRODUCEREN OMZET, AFZET, WINST.
Hoofdstuk De exploitatiebegroting (exploitatiebudget)
BASISREKENVAARDIGHEDEN
Touroperator SunShine
BASISREKENVAARDIGHEDEN
duurzame productiemiddelen
Transcript van de presentatie:

Agenda  Les 13  wkn 13 2e  hs 2.4 overige kosten  bestuderen tb 32 tm 47 maken 2.15 tm 2.20 (wb tm 84)

Kosten Loonkosten en arbeidsproductiviteit Overige bedrijfskosten ingekochte producten (iw) diensten van derden (3en) afschrijving, financiering, huisversting verkoop, voorraad, administratie, enz… Bedrijfs- en maatschappelijke kosten

Kosten van de omzet Opbrengst verkopen (omzet: p x q) Af: inkoop-/productiewaarde van de omzet* kosten grondstoffen / inkoop kosten hulpstoffen kosten diensten van derden Brutowinst (toegevoegde waarde) Grondstoffen zijn stoffen die in het product terechtkomen. Voorbeeld: hout in meubels. Hulpstoffen zijn stoffen die tijdens de productie nodig zijn maar niet in product terecht komen. Voorbeeld: energie van zaagmachine. Diensten van derden zijn handelingen die je niet zelf uitvoert maar laat doen / inkoopt van andere bedrijven. Voorbeelden: schoonmaakbedrijf, accountantsbureau, advertisingbureau, transportonderneming… * Zie toelichting bij deze sheet!

Overige bedrijfskosten Brutowinst Af: overige bedrijfskosten: afschrijvingen salarissen huisvesting, financiering, voorraden, verkoop, administratie, bureaukosten… Nettowinst

Afschrijving Het in de boekhouding tot uitdrukking brengen van de waardevermindering - door gebruik of verstrijken van tijd – van duurzame productiemiddelen heet afschrijving. In de boekhouding heeft ieder duurzaam productiemiddel een zogenaamde boekwaarde, die wordt berekend als aanschafwaarde min afschrijvingen.

Afschrijving berekenen: formule Aanschafwaarde* inclusief kosten ingebruikname Restwaarde minus kosten buitengebruikstelling aantal perioden van gebruik (levensduur) tip: altijd formule opschrijven! / * verleden of verwacht!

Voorbeeld opgave afschrijving Gegeven Een machine gaat 3 jaar mee en kost bij aanschaf € 21.000. Na 3 jaar worden de onderhoudskosten te hoog en moet de machine vervangen worden. De oude machine brengt dan nog € 3.000 op. Gevraagd 1. Hoeveel bedraagt de afschrijving per jaar? 2. Maak een overzicht van de boekwaarde!

Uitwerking opgave afschrijving A – R / n dus 21.000 – 3.000 / 3 = € 6.000 de afschrijving bedraagt € 6.000 p.j. De boekwaarde eind jaar 1: € 15.000* De boekwaarde eind jaar 2: € 9.000 De boekwaarde eind jaar 3: € 3.000** * aanschafwaarde – afschrijving ** restwaarde

Vast percentage aanschafprijs Aanschafwaarde inclusief kosten ingebruikname Wanneer afschrijving berekend wordt met de voorgaande formule, dan is de afschrijving een vast percentage van de aanschafprijs. Voorkopen d.w.z. ingekocht maar nog niet ontvangen Voorverkopen d.w.z. verkocht maar nog niet afgeleverd. Een ondernemer streeft naar beperken van (prijs-)risico, dus streeft naar een zo laag mogelijke economische voorraad.

Interestkosten Duurzame productiemiddelen leggen beslag op vermogen. (Voor aaschaf was geld nodig!) Vermogen heeft een prijs: interest (= rente) hetzij als kosten van een financiering hetzij als kosten vanwege gederfde interest % van de financiering of % van het gemiddeld geïnvesteerd vermogen Je hebt eerder gezien dat er voor alles wat een onderneming nodig heeft een investeringsplan nodig was. Alle investeringen kosten geld. Dat heb je gezien in het financieringsplan. Het geld kan komen uit eigen vermogen (je had het op een bankrekening staan) of uit vreemd vermogen (je hebt het moeten lenen). Als je het moet lenen kost het natuurlijk geld want een bedrijf dat geld uitleent wil daarmee verdienen en vraagt een rente. Maar als het je eigen geld is, dan verlies je een bron van inkomsten, want op een bankrekening (zoals spaarrekening of belegging) ontvang je juist een vergoeding (rente) voor je geld en dat loop je mis als je het geld investeert.

Financieringskosten Een financiering, zoals een (hypothecaire*) lening bestaat altijd uit twee elementen: Aflossingen (= het terugbetalen van de schuld) die nooit tot de kosten behoren en Renten en kosten (= een vergoeding voor de financiering) die altijd tot de kosten behoren! * Hypothecair dat wil zeggen met een onderpand als zekerheid voor de geldgever! Tip: fris indien nodig eerder geleerde goed op!

Voorbeeld opgave financiering Gegeven Voor de eerder genoemde machine moet € 15.000 geleend worden. De bank wil een lening verstrekken waarvoor geldt: Interestpercentage 7,5% op jaarbasis Aflossing te voldoen in 3 gelijke jaarlijkse termijnen. Afsluitprovisie eenmalig 1,25% van het te lenen bedrag. Gevraagd 1. Hoeveel moet er in 2e jaar aan de bank betaald worden? 2. Hoeveel bedragen de kosten in het 1e jaar?

Uitwerking opgave financiering Aan de bank te betalen 2e jaar: rente en aflossing. Aflossing bedraagt € 5.000 Rente bedraagt € 750 Totaal te voldoen aan de bank € 5.750* De kosten in het 1e jaar bestaan uit: Rente € 1.125,00 Afsluitprovisie € 187,50 Totale kosten € 1.312,50** * zie de notities bij deze sheet! ** let op: instinker! (welke?) Aflossing: € 15.000 / 3 = € 5.000 per jaar. In jaar 1 is de schuldrest € 15.000 In jaar 2 is de schuldrest € 10.000 In jaar 3 is de schuldrest € 5.000 Ofwel in jaar 2 is er 1x afgelost! Rente betaal je over de schuldrest dus 0,075 x € 10.000 = € 750 Rente in het 1e jaar 0,075 x € 15.000 Afsluitprovisie 0,01,25 x € 15.000 Let op de instinker: aflossingen zijn nooit kosten!

Overige kosten Gewoon goed tekstboek leren…

Ten slotte...