Demografie: transitie en migratie VWO
Wat is demografie? De wetenschap die de getalsmatige kenmerken van de bevolking en de ontwikkelingen daarin beschrijft en verklaart. Bijvoorbeeld daling van de vruchtbaarheid stijging van het geboortecijfer ontwikkeling van de kindersterfte vergrijzing van de bevolking
De bevolkingsontwikkeling + geboorten - sterfgevallen + vestiging / immigratie - vertrek / emigratie __________________ = saldo bevolkingsontwikkeling positief saldo: bevolking groeit negatief saldo: bevolking krimpt
De natuurlijke groei Geboortecijfer Vervangingsniveau Vruchtbaarheid Aantal levendgeborenen per 1000 inwoners van de gemiddelde bevolking per jaar Vervangingsniveau Het vruchtbaarheidsniveau waarbij vrouwen gemiddeld precies genoeg dochters krijgen om zichzelf aantalsmatig te vervangen in de bevolking Vruchtbaarheid De werkelijk gerealiseerde voortbrenging van kinderen door de bevolking Sterftecijfer Aantal sterfgevallen per 1000 inwoners van de gemiddelde bevolking per jaar Geboorteoverschot: geboorten > sterften = positief saldo van de natuurlijke bevolkingsgroei Per definitie is het vervangingsniveau gelijk aan een nettovervangingsfactor van 1. Nettovervangingsfactor: Het gemiddeld aantal dochters dat een groep vrouwen ter wereld zou brengen indien bepaalde leeftijdsspecifieke vruchtbaarheids- en sterftecijfers zouden gelden. De nettovervangingsfactor geeft de tendens van de toekomstige bevolkingsontwikkeling aan volgens de geboorte- en sterfteverhoudingen in de beschouwde periode. Als de waarde van dit cijfer over een lange reeks van jaren groter dan één is, zal de bevolking op den duur toenemen, bij een waarde kleiner dan één afnemen. De buitenlandse migratie is hierbij buiten beschouwing gelaten. Bron: CBS
Demografische kenmerken Zuigelingensterfte: Het aantal levendgeborenen dat vóór de eerste verjaardag is verleden per 1000 geboorten Kindersterfte: Het overlijden van kinderen vóór hun vijfde verjaardag per 1000 geboorten Levensverwachting Het aantal jaren dat een persoon van een bepaalde leeftijd naar verwachting (nog) zal leven
Spreiding en dichtheid Bevolkingsdichtheid (gemiddeld) aantal inwoners per vierkante kilometer in een gebied Bevolkingsspreiding laat zien hoe de bevolking over een gebied verdeeld is
Leeftijdsdiagram of bevolkingspiramide? Een grafische weergave van de verdeling van de bevolking naar geslacht en leeftijd waarbij leeftijd op de verticale as (y-as) is geplaatst Welke helft geeft de mannelijke bevolking aan en welke de vrouwelijke? Animatie: http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/bevolking/cijfers/extra/piramide-fx.htm De naam leeftijdsdiagram of bevolkingsdiagram verdient de voorkeur boven leeftijdspiramide. De voorstelling kan immers ook een granaatvorm of urnvorm betreffen. De linkerzijde geeft de mannelijke bevolking weer, de rechter de vrouwelijke bevolking. Doorgaans worden de leeftijdsverdelingen van mannen en vrouwen in één grafiek geplaatst, die van de mannen links en die van de vrouwen rechts van de verticale leeftijdsas. In bevolkingen waarin de vruchtbaarheid langdurig boven vervangingsniveau verkeert, heeft een dergelijke grafische voorstelling de vorm van een piramide. In bevolkingen waarin de vruchtbaarheid langdurig gelijk is aan het vervangingsniveau, is de grafische weergave van de leeftijdsverdeling kegelvormig. Bevolkingen die langdurig te maken hebben met een vruchtbaarheid beneden vervangingsniveau, heeft de grafische leeftijdsverdeling de vorm van een ui. Overigens kan de invloed van het saldo van de buitenlandse migratie, mits voldoende groot, dit beeld gedeeltelijk verstoren. Bron: CBS.
Wat lees je af? Voorbeeld Egypte 2010, prognose Absolute aantallen Piramidemodel Hoog geboortecijfer, maar afnemend Een jonge bevolking Een sterk groeiende bevolking Groeitempo neemt af Hoge groene druk Hoge zuigelingensterfte Hoog sterftecijfer Lage levensverwachting Lage gemiddelde leeftijd Geboortecohort: een groep personen die allemaal in een zelfde periode, bijvoorbeeld een kalenderjaar, zijn geboren. Bron: CBS.
Demografische druk Vergrijzing Ontgroening Demografische druk toename van het aandeel ouderen in de samenleving Ontgroening afname van het aandeel jongeren in een samenleving Demografische druk verhouding tussen ‘productieve leeftijdsgroep' en de ‘niet-productieve leeftijdgroep’ de som van de 'groene druk ' en de 'grijze druk' A+C x 100 B Grijze druk het aantal personen van 65 jaar of ouder als percentage van het aantal personen van 20–64 jaar Groene druk het aantal personen jonger dan twintig jaar als percentage van het aantal personen van 20-64 jaar Gemiddeld is in Nederland in 2007 de demografische druk 67%. Veel gemeenten in Zeeland en het noorden en noordoosten van Nederland hebben een hoge demografische druk. De gemeente Rozendaal (bij Arnhem) scoort hiervan het hoogst, maar liefst 96%. Steden hebben over het algemeen een laag percentage. De gemeente Groningen heeft met 45% het laagste percentage. Utrecht en Amsterdam volgen Groningen op met beide 47%.
Wat drukt het zwaarst? http://www.rivm.nl/vtv/object_map/o219 7n21782.html Groningen 44,8 Amsterdam 47,4 Eindhoven 57,3 Utrechtse Heuvelrug 79,3 Bloemendaal 88,6 Urk 92,2 Nederland 67,0 Wat valt op op de foto? Geen kleine kinderen en baby’s, evenmin als bejaarden. . De bedoeling is dat de leerling ziet dat de demografische druk wordt beinvloed door vergrijzing en geboorteniveau. Urk is een voorbeeld van een jonge bevolking, de renteniersregio’s Bloemendaal en Heuvelrug van een vergrijsde bevolking. In beide gevallen leidt dit tot een hogere druk. In de grote steden wonen naar verhouding meer mensen in de productieve bevolking. Zeewolde (70,2) is een jonge gemeente, dankzij de suburbanisatie van een groot aantal jonge gezinnen. Het geboortecijfer is er hoog, evenals in Urk. Het vruchtbaarheidscijfer is leeftijdsspecifiek: het aantal kinderen per 1000 vrouwen tussen de 20 en 45 jaar. In Zeewolde ligt dit dus veel lager dan in Urk.
Demografische transitie De overgang van een hoog sterfte- en geboortecijfer naar een laag sterfte- en geboortecijfer in een bevolkingsgroep West-Europa maakte deze overgang door tussen 1750 en 1960. Het transitieproces begon tijdens de opkomst van de industrialisering in de 18de eeuw in Europa. De bevolking nam in die periode sterk toe. In de zuidelijke landen startte de overgang veel later en werd er ingezet door een verbetering van de gezondheidszorg. De sterfte daalde er sneller dan de vruchtbaarheid, waardoor de toename van de bevolking er ook sterker was. Met name Afrika bevindt zich nog op het hoogtepunt van de transitie.
1. De agrarisch-ambachtelijke fase: lage groei Hoog geboortecijfer en hoog sterftecijfer Samenleving gekenmerkt door landbouw en ambachten Pas trouwen als de man een gezin kan onderhouden Hoog geboortecijfer dat reageert op sterftecijfer kind is ‘economic asset’ hoge huwelijksvruchtbaarheid Sterftecijfer weerspiegelt economische, politieke en medische omstandigheden hoge kindersterfte korte levensverwachting Welk leeftijdsdiagram hoort bij deze fase? Bij deze fase hoort een typische piramidevorm met een extreem brede basis. Al in de jonge cohorten is door de hoge zuigelingen- en kindersterfte een duidelijke versmalling zichtbaar. Kinderen worden gezien als economische steun: hulp op het land en in de werkplaats enerzijds en als oudedagsvoorziening anderzijds.
2. De proletarische fase: de schaar gaat open Aanvankelijke stijging geboortecijfer werk in industrie maakt eerder trouwen mogelijk Sterftecijfer daalt versneld grotere voedselzekerheid ontwikkeling medische wetenschap verbetering hygiëne aanleg waterleiding aanleg riolering Levensverwachting neemt toe Welk leeftijdsdiagram hoort bij deze fase? Het bijbehorende bevolkingsdiagram is nog steeds een piramide, maar de jongere cohorten verbreden zich. De sterfte op jonge leeftijd neemt immers af.
3. De moderne fase: de schaar gaat dicht Sterke daling geboortecijfer Sociale en mentale verstedelijking Ontkerkelijking Na 1965 anticonceptiepil Kind wordt ‘economic burden’ woonsituatie, scholing, opvoeding, tijdsbeslag betere pensioenvoorzieningen Daling sterftecijfer stopt Door ontgroening Welk leeftijdsdiagram hoort bij deze fase? Bij deze derde fase past een bevolkingsdiagram met een granaatvorm. Het is de overgangsfase naar de urnvorm.
4. De post-transitiefase: een stagnerende bevolking De demografische transitie voltooid Laag geboorteniveau verbeterde maatschappelijke positie van de vrouw later trouwen geboortebeperking Laag sterfteniveau uitstekende gezondheidszorg grote voedselzekerheid Lage demografische druk Vergrijzing zet in Welk leeftijdsdiagram hoort bij deze fase? Bron figuur: De Geo, Basisboek 8e editie, figuur 7.6, bewerkt: gedeelte
5. De post-moderne fase: een afnemende bevolkingsomvang Zeer laag geboortecijfer Sterftecijfer neemt toe Vergrijzing Toenemende spanning op arbeidsmarkt Toenemende demografische druk Welk leeftijdsdiagram hoort bij deze fase? De bijbehorende bevolkings’piramide’ is die van een urnvorm, met een zwaardere top dan in de 4e fase van het transitiemodel.
Zwartkijker Malthus 1798 An essay on the principle of population Toenemende welvaart = meer geboorten Geboortecijfer stijgt sneller dan BNP/hoofd bevolking groeit exponentieel, welvaart lineair Overschrijding bevolkingsplafond: Malthusiaanse catastrofe oorlogen gewapende conflicten epidemieën hongersnoden Toenemende sterfte nieuw en lager bevolkingsevenwicht voedselproductie lineair bevolking exponentiëel Malthusiaans plafond Thomas Robert Malthus (1766-1834) was een Brits demograaf en econoom. Deze invloedrijke hoogleraar economie in Cambridge staat bekend om zijn pessimistische meningen. Malthus publiceerde in 1798 zijn beschouwing ‘An Essay on the Principle of Population’ . Hierin voorspelde hij dat de bevolkingsgroei de economische groei voor zou blijven met hongersnood en conflicten tot gevolg. De bevolkingsgroei zou exponentieel zijn, die van de voedselproductie lineair. Hij gebruikte daarbij de termen Malthusiaans plafond (de maximale omvang die de bevolking kan bereiken in verhouding tot de beschikbare grond) en Malthusiaanse catastrofe (de overbevolking brengt zichzelf in evenwicht door een verhoogde mortaliteit). In de pre-industriële samenleving was er maar één relevant productiemiddel: land. Landgebruik is onderling exclusief, oftewel het gebruik van land voor bosbouw sluit het gebruik voor akkerbouw, katoenteelt, enz. uit. Het energieaanbod (om mensen, dieren, haarden mee te vullen) was dus beperkt door de hoeveelheid land die ter beschikking was. Economische groei (als bijproduct van een vergroting van het landgebruik) zal worden opgegeten door een steile bevolkingsgroei. Deze groei zal totaal stagneren wanneer een de maximale houdbare populatieomvang (het Malthusiaans plafond) is bereikt. Door de ontwikkeling van wetenschappelijke landbouwtechnieken, met name de uitvinding van kunstmest en de latere Groene Revolutie werd het doemscenario van Malthus tot nu toe op wereldschaal geen realiteit. In de hedendaagse economie en sociologie houdt men buiten de beschikbare hoeveelheid land, nu ook rekening met bv: grondstoffen, energie, werkgelegenheid, onderwijs, gezondheid en vrede. Tegenwoordig stellen moderne vervoersmethoden, informatie- en communicatietechnologie landen in staat om goedkoop aan kapitaal en grondstoffen te komen waardoor het Malthusiaans plafond wordt verhoogd; dit kan echter leiden tot het zogenoemde Backwash-effect. Dit betekent dat uit armere gebieden (periferie) kapitaal, mensen en grondstoffen worden onttrokken voor de economie in rijkere gebieden (centrum). Uit de Neomalthusiaanse Bond kwam in Nederland de Nederlandse Vereniging voor Sexuele Hervorming voort. Deze organisatie stelde zich onder meer als doel de geboorten in Nederland te beperken. Door de algemene toepassing van de anticonceptiepil (na 1975) maakte de vereniging zichzelf overbodig. Inspanningen zijn tegenwoordig gericht op het opvangen en begeleiden van meisjes die ongewenst zwanger geworden zijn.
De sociale bevolkingsgroei Migratie Veranderen van woongemeente Vestiging Vestiging vanuit het buitenland: immigratie Vertrek Vertrek naar het buitenland: emigratie Positief migratiesaldo: vestiging > vertrek Bron kaart: De Geo, Zuidoost-Azie Actueel, VWO, figuur 3.3 De kaart toont de Chinese immigratie in Zuidoost-Azie in de periode 2003-2006. De Chinezen vormen in dit subcontinent een belangrijke etnische minderheid, zowel in demografisch als in economisch en cultureel opzicht.
Migratie Pullfactoren: positieve kenmerken van het vestigingsgebied Pushfactoren: negatieve kenmerken van het vertrekgebied Vier groepen: Fysische aardbeving, vulkaanuitbarsting, overstroming, droogte Economische werkgelegenheid, promotiekansen Politieke oorlog, onderdrukking, vrijheid Sociaal-culturele religie, onderwijskansen, groepsdwang en traditie Migratie is vaak selectief naar leeftijd naar inkomen naar opleiding naar gezinsstatus De grafiek laat de leeftijdsopbouw van Mexicanen in de Verenigde Staten zien. Meer voorbeelden van selectieve migratie: Drentenieren (jonge senioren verhuizen naar landschappelijk aantrekkelijke gebieden met lagere woonlasten), suburbasnisatie (jonge gezinnen met een of twee kinderen trekken uit de stad naar het omliggende platteland); gastarbeid, gentrificationprocessen, studenten, etc., etc.
Theoretische begrippen migratie en mobiliteit Filter tussen saldo van push en pull perceptie en afstandsverval Interactietheorie van Ullman: Complementariteit Transporteerbaarheid Tussenliggende gelegenheid Tussenliggende hindernis Complementarity Transferability Intervening opportunity Kaartje: Migratiestromen van Indonesie naar Maleisie. Een duidelijke neerslag van pull- en pushfactoren en afstandsverval. Perceptie: beeld van de werkelijkheid
Geboren en getogen? Autochtoon Allochtoon Onderscheid: Vreemdeling persoon van wie de beide ouders in Nederland zijn geboren Allochtoon persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren Onderscheid: personen die zelf in het buitenland zijn geboren = de eerste generatie personen die in Nederland zijn geboren = de tweede generatie westerse en niet-westerse allochtonen Vreemdeling bezit niet de Nederlandse nationaliteit Hoe zit het met het Nederlandse vorstenhuis?
Naar en uit de stad. Wat is: Ons suburbane ideaal: wonen aan het water in een monumentaal pandje met een tuin en een bootje voor de deur Urbanisatie Urbanisatietempo Urbanisatiegraad Suburbanisatie Re-urbanisatie Des-urbanisatie Foto JH Bulthuis. Bewerken ThMff figuurtjes met groen wolkje in de foto Urbanisatie of verstedelijking: trek naar de stad. De geleidelijke uitbreiding van intensief bewoonde gebieden, als gevolg van bevolkingsgroei en veranderingen in het levenspatroon van de bevolking, zoals verandering van bestaansmiddel. Urbanisatietempo: de snelheid waarmee de urbanisatiegraad van een land jaarlijks toeneemt of afneemt. In het algemeen ligt het urbanisatietempo in de rijke ontwikkelde landen laag, in de Derde Wereldlanden erg hoog. De oorzaken van urbanisatie zijn de ruraal-urbane migratie en de eigen natuurlijke groei van de steden. De sterke urbanisatie in de westerse landen vond met name plaats tijdens de Industriele Revolutie. In de Derde Wereldlanden treedt een sterke urbanisatie op sinds de dekolonisatie. Urbanisatiegraad of verstedelijkingsgraad: het percentage van de totale bevolking van een land dat in de steden woont. Het percentage van de totale bevolking van een land dat in de steden woont. Het percentage wordt sterk beïnvloed door de definitie van de stad die men in een land hanteert. Zie bijvoorbeeld: de typologie van de Nederlandse gemeenten naar verstedelijkingsgraad. Suburbanisatie: de migratie van mensen vanuit de stad naar het omringende platteland. Re-urbanisatie of herverstedelijking: ruimtelijk proces van re-migratie waarbij bevolkingsgroepen zich weer in de stad vestigingen. Ontstedelijking of desurbanisatie is een ruimtelijk proces waarbij inwoners van een stedelijke omgeving vertrekken naar gebieden die verder van de agglomeratie af liggen of buiten het stadsgewest.
Urbanisatie in 3e wereld Lage urbanisatiegraad Hoog urbanisatietempo Groot geboorte-overschot jonge vruchtbare bevolking dalend sterftecijfer Groot vestigingsoverschot trek vanuit rurale periferie getrapte migratie eindigt in megacities
Andere migratievormen Gastarbeid tijdelijke vestiging van arbeidskrachten uit een ander gebied of land Kettingmigratie vestiging van migranten in de buurt van familie, vrienden of bekenden Cirkelmigratie vorm van migratie waarbij de migrant regelmatig terugkeert naar de oorspronkelijke woonlocatie Transmigratie volksverhuizing Re-migratie terugkeer naar het land van herkomst Door het koloniseren van gebied door een bevolkingsgroep met een dominante cultuur, kan de plaatselijke cultuur, indien deze zwak is en geen verweer heeft, hierdoor worden verdrongen . Bron schema: De Geo, HAVO, Indonesie Actueel, W12, blz 55 Transmigratie is een vorm van cultuurimperialisme. Voorbeelden: van staatswege zijn in Indonesie massaal Javanen naar Irian Jaya en Celebes verhuisd. China verplaatste grote aantallen Han-Chinezen naar het boeddhistische Tibet en de islamitische provincie Xinjiang (Uighurië). In de Sovjet-Unie verplaatste Stalin Russen naar de Baltische staten.
Demografische transitie en mobiliteit Transitionele migratietheorie van Zelinsky Mobiliteitsgroei gaat samen met moderniseringsproces zelfde fasen als demografisch transitiemodel Proces van ontwikkeling dus gekoppeld aan de opkomst en neergang van specifieke typen migratie dynamisch verklaringsmodel naast de statische ‘push-pull’ modellen Bron figuur: De Geo, Zuidoost-Azie in beeld, blz 91 LO boek, figuur W1, kleur.
Urbane mobiliteit Cityvorming Gentrification Segregatie Gettovorming woonfunctie van de binnenstad maakt plaats voor werkfunctie: winkels en kantoren Gentrification opwaardering van een buurt of stadsdeel op sociaal, cultureel en economisch gebied Segregatie ruimtelijke scheiding van bevolkingsgroepen op grond van sociaal-economische, culturele of etnische kenmerken Gettovorming stadswijk waarin meer dan de helft van de inwoners behoort tot een etnische minderheid Welke twee processen herken je in de grafiek? Is gentrification een vorm van sociaal-ruimtelijke segregatie? Bron grafiek: De Geo, Basisboek, bewerkt (omgekeerde kleurenpatroon), 8e druk, figuur 9.15 Gentrification (eig. veredeling) is een Engelse term die gebruikt wordt om de opwaardering van een buurt of stadsdeel op sociaal, cultureel en economisch gebied aan te duiden. De herwaardering van het stadsdeel gaat gepaard met een stijging van de prijzen voor onroerend goed. Men ziet gentrification in tal van grote en middelgrote steden. Voorbeelden van steden zijn Amsterdam (Jordaan), Brussel (Marollen), Londen (Docklands, Chelsea en Notting Hill, Berlijn (Prenslauer Berg), Wenen (Spittelberg), Los angeles (Los Feliz), Moskou (Ostozjenka) en New York met Williamsburg en Park Slope. De Amsterdamse Brouwersgracht in februari 2006 De term gentrification verwijst naar het begrip ‘gentry’, vanouds de aanduiding voor niet-aristocratische Engelse grondbezitters. In de stadsgeografie heeft gentrification betrekking op het weer naar de stad terugkeren van midden- en hogere welstandsklassen. Zeker in Nederland komt dat slechts in een beperkt aantal gevallen voor. Gentrification heeft dus doorgaans ook betrekking op binnenstedelijk verhuisgedrag van hogere welstandsklassen waarbij tevens sprake is van een revitalisering van buurten.