Interactionele richting

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
M EDIA AAN / GEZIN UIT ? E EN ONDERZOEK NAAR DE GEVOLGEN VAN INFORMATIE – EN COMMUNICATIETECHNOLOGIEËN ( ICT ) VOOR HET GEZINSLEVEN.
Advertisements

Gezamenlijke uitwerking adoptiegroepen Wijkwerkers & Gezinswerkers
“IK KRIJG HET NIET UIT MIJN HOOFD”
De rol van ouders in de ontwikkeling van alcoholgebruik onder adolescenten Door Elisa De Jonghe Engels, R. & van der Vorst, H. (2008). De rol van de ouders.
Hoofdstuk 5 Sociale verbanden.
Hoofdstuk 4 - Systems Onderscheid naar systemen en processen Systemen
Jongeren met visuele beperking: persoonlijk netwerk en welbevinden
Opvoeden in de puberteit
Vechtscheidingen en partnergeweld
Theory of the firm: Michael C. Jensen William H. Meckling
Hfdst 5: politieke participatie: deel 3
Op de koffie bij de kabouters
Jong geleerd, fout gedaan?
Vriendschapsrelaties van dove en slechthorende adolescenten
De dynamische driehoek: ouders - kind - school
Sociologie Academiejaar
Functionalisme: basiskenmerken
Hoe is stabiel maatschappelijk leven mogelijk?
Deel 1 Het managen van mensen en organi-saties.
Management van gedrag Hoofdstuk 8 Leiderschap 1.
0 Kinderen met bijzondere behoeften in Vlaanderen: gezinskenmerken en hun positie in het onderwijssysteem Leen Sebrechts PhD Student, Department of sociology,
Structuur 1. Over netwerken tussen hulpverleningsorganisaties
De fundamenten van groepsgedrag
Gedrag in organisaties, 10e editie
Conflicten en onderhandelingen
Hoofdstuk 2 Socialisatie.
Sociale contacten en familierelaties
De vorming van lokaal gezondheidsbeleid Marjan Hoeijmakers Public Health Forum Debat 18 mei 2005.
Racisme Dylan Duck 1BaSW C. Inhoudstafel 1. Inleiding 2. Tegen racisme voor meer democratie 2.1 Tegen superioriteitsdenken, voor meer gelijkwaardigheid.
Een theoretische verkenning
Sociale kaders: Hoofdstuk 14 Sociale structuur
Politiek.
Hoofdstuk 9: Tussenmenselijke relaties
Hoofdstuk 8: Afwijkend gedrag en conflict
VAARDIG SAMENWERKEN IN HET VRIJWILLIGERSWERK
Dossier Empowerment.
Kijk op leerlingen en leren
Docent: Anco R.O. Ringeling
Sociologie Cultuur en Context J1.3. Bezetting Maagdenhuis Jeugd en muziek.
Les 7 Kind en omgeving Het individu in de context Kind en omgeving Het individu in de context.
Week 3: Systeemtheorie versus biologische psychologie
Groepsdynamica.
Dorien `t Hart Groepsdynamica Dorien `t Hart
Dorien `t Hart Med.hro.nl/hardo
Familytree (introductie)
Opgroeien in de stad les 3
Dorien `t Hart Groepsdynamica Dorien `t Hart
Kind en omgeving Het individu in de context
Stromingen in de psychologie
PERSONEELSMANAGEMENT PPT 7 Onderdeel : conflicten
Sociologie en Diversiteit hoorcollege 4
Van bovenbouwer naar brugpieper … en de rol van ouders in deze fase.
Wat is een Theory of Change? ‘Iedere interventie is gebaseerd op veronderstellingen over wat die interventie teweeg zal brengen’ Het plaatje: welke interventie.
Pedagogiek als beroep.
Gedrag in organisaties hoofdstuk X
Conflicten en onderhandelingen
Introductie Maatschappijwetenschappen nieuwe stijl
De fundamenten van groepsgedrag
Sociale kaders: Hoofdstuk 14 Sociale structuur
A+O project Co-creatie in de praktijk
§ 1.1 Identiteit Identiteit is het beeld dat iemand van zichzelf heeft, dat hij uitdraagt en anderen voorhoudt en dat hij als kenmerkend en blijvend beschouwt.
Consumenten-gedrag Sociologische blik
Hoofdstuk 8: Afwijkend gedrag en conflict
Kenmerken van het nieuwe examenprogramma
Sociologische paradigma’s
Politieke socialisatie Politieke institutie Sociale institutie
Basics over communicatie
Zorg verlenen aan anderen
Politieke veranderingen in het verhoudingsvraagstuk
Samen uit, samen thuis?! Ouderparticipatieve opvoedingsondersteuning in de ambulante werking van centrum voor kinderzorg en gezinsondersteuning te Willebroek.
Transcript van de presentatie:

Interactionele richting Legt eveneens nadruk op de structuur of de vorm die het samenhandelen aanneemt = “microstructuralisme” Omschrijving: de studie van de wederzijdse beïnvloedingsprocessen tussen personen of groepen van personen onafhankelijk van de ruimere context en onafhankelijk van het gedrag van de actoren Grondlegger: G. SIMMEL (1858-1918). Basiskenmerken. Algemeen voorbeeld.

Grondlegger: G. SIMMEL (1858-1918) Duits socioloog, Soziologie (1908) Kritiek op het organicisme van Spencer en Comte: nood aan een meer beperkt, maar meer concreet onderwerp: sociologie = studie van de vormen van vermaatschappelijking of SOCIATIE (=de geometrie van de sociale leven) Kritiek op het historicisme Sociologie moet zich niet richten op unieke historische processen, maar op meer algemene, abstracte sociale processen/wetten DUS (2 + 3): interactie loopt steeds volgens bepaalde vormen, de sociologie moet deze vormen beschrijven in abstracte termen (= los van de inhoud van de interactie)

Geometrische coëfficiënten Groepsgrootte sterke nadruk op het fundamentele verschil tussen een DYADE en een TRYADE DYADE: één tegenspeler, labiel, geen conceptie van bovenpersoonlijke structuur, intimiteit en eenvoudige machtsstructuur TRYADE: meest eenvoudige groepsstructuur of kleinste vorm van groep die in staat is de individuele actoren te domineren en het individuele handelen te richten op het vervullen van collectieve belangen reeds meer complexe machtsverhoudingen en groepsstructuren (rol van de bemiddelaar, tertius gaudens, divide et impera); Afstand kleine groepen: interpersoonlijke relaties grotere groepen: differentiatie en individualisering

De sociale ruiltheorie De klassieke ruiltheorie: Basisfiguren: Blau, P. , Homans, G. en Emerson, R. Kenmerken: interacties tussen actoren kunnen beschouwd worden in termen van uitwisseling of ruil van materiële en immateriële zaken Ruil, afhankelijkheid en principe van de verdelende rechtvaardigheid Sociale ruil  economische ruil Economische ruil grijpt plaats op een markt; sociale ruil grijpt plaats tussen een beperkt aantal actoren Economisch ruil: kosten/baten verhouding wordt onderhandeld en ligt op voorhand vast; Sociale ruil: wederzijdse kosten en baten worden niet op voorhand gespecificeerd, ruil gaat door omwille van “norm of reciprocity” (men verwacht billijke ruilverhoudingen over de tijd heen; dus sociale ruilrelaties zijn doorgaans langdurig van aard Economische ruil: rationele actor; Sociale ruil: operante actor

De sociale ruiltheorie De hedendaagse ruiltheorie: o.a. Molm, L. en Cook, K. enkele kenmerken: Onderscheid tussen economische en sociale ruil ruimt plaats voor onderscheid tussen onderhandelde en wederkerige ruil Aandacht voor het verband tussen ruil, macht en gedrag: Afhankelijkheid A/B = macht B/A, kosten en baten worden straffen en beloningen in een proces van wederzijds beïnvloeden

Sociale netwerkanalyse Omschrijving: gericht op het in kaart brengen en analyseren van de relaties en de transacties tussen mensen of groepen van mensen, met als doel het achterhalen van de determinanten van de netwerkstructuur en het verklaren van het gedrag van de actoren vanuit de kenmerken van hun netwerkpositie en vanuit de aard van de netwerkstructuur Methoden: visualisatie en wiskundige analyse van complexe vormen van sociale organisatie

Sociale netwerkanalyse FREEK GEERT Kenmerken van netwerkposities: voorbeeld: Netwerkcentraliteit Graad van centraliteit (“degree”): aantal directe relaties tussen netwerkknopen (bvb. Joost) Graad van “betweenness”: mate waarin een knoop andere knopen indirect met elkaar verbindt (bvb. Emma) Graad van “closeness”: mate waarin een knoop met andere knopen verbonden is via directe en indirecte relaties (bvb. Filip en Jelle) DAAN JOOST NIELS FILIP JELLE EMMA GIJS IMKE MIE

Bonacich, Ph. et al. (1985), Family coalitions: a new approach and method, Social Psychology Quarterly, 48: 42-50. Uitgangspunt: coalitievorming is een fundamenteel sociaal proces dat teruggevonden wordt in allerlei samenlevingsvormen, dus ook in gezinnen COALITIE: gezamenlijk gebruik van macht door twee of meer sociale eenheden teneinde controle op beslissingen uit te oefenen De verhoudingen tussen gezinsleden kunnen beschreven worden door middel van de ‘Statusmaintenance’-theorie: de vorming van coalities tussen gezinsleden is gericht op het behoud van het machtsevenwicht a. Gezin: sociaal systeem met subsystemen b. Boundary maintenance, Subsystem cohesion en Conservativiteitsprincipe

A. Gezin: sociaal systeem met subsystemen Twee subsystemen: Ouders: gezag of autoriteit Kinderen: geen gezag of autoriteit Ouderlijk gezag maakt effectieve socialisatie mogelijk, dus voortbestaan van Westerse kerngezin is afhankelijk van het onderscheid (machtsonevenwicht) tussen de twee subsystemen Moeder Vader Jongste kind Oudste kind

B. Boundary maintenance, Subsystem cohesion en Conservativiteitsprincipe Coalitievorming onderhoudt de statusverschillen tussen de verschillende subsystemen via twee processen: Boundary maintenance: coalitievorming is gericht op het behoud van de grenzen tussen de subsystemen Subsystem cohesion: coalitievorming is gericht op het verhogen van het machtsevenwicht tussen de leden van een subsysteem Conservativiteitsprincipe: hoe hoger de status van het groepslid, hoe meer belang bij het behoud van de statusorde Coalities blijken uit conflicten tussen gezinsleden (als momenten waarop machts- en statusverhoudingen worden in vraag gesteld) Conflicten tussen leden van verschillende subsystemen Conflicten tussen leden van éénzelfde subsysteem

Ouder-kind disputen Overschrijden de grens tussen de subsystemen en worden beheerst volgens het principe van de boundary-maintenance: ouders zijn geneigd elkaar te steunen en de kinderen kiezen partij voor de ouder + conservativiteitsprincipe: deze neiging is grootst bij de machtigste ouder en het oudste kind Welke conflict bedreigt de statusorde het meest?

Ouder-ouder en kind-kind conflicten Brengen de statusverhoudingen binnen de subsystemen in gevaar, Beheerst door het principe van subsystem-cohesion Ouder-ouder conflict: kinderen steunen de zwakste ouder Kind-kind conflict: ouders steunen het zwakste kind + conservativiteitsprincipe: vooral de machtigste ouder en het oudste kind volgen dit principe

Gevolgen: de meest marginale leden van beide subsystemen worden binnen de eigen statusgroep gehouden + de machtsverhoudingen tussen de leden van een zelfde statusgroep zijn meer evenwichtig, Daardoor is meer gelijkwaardige interactie is mogelijk, intimiteit groeit De moeder geeft en ontvangst meest blijken van steun: de emotioneel expressieve en ondersteunende functie van moeders in nucleaire gezinnen is functie van hun positie in de statusstructuur en de daaruit volgende coalitievorming ter bestendiging van deze statusrangorde.