Klankleer I Proeftentamen bespreking

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
1 Op Stap naar het SO. 2 • Waar gaat het om ? • Eerst even kijken naar het keuzewerkboek • Wat moest er zo dringend veranderen ? • Studiekeuzetaken !
Advertisements

45 levenslessen Noorwegen. Teksten van: Regina Brett. Music: snowdream
BRIDGE Vervolgcursus Vervolg op starterscursus Bridgeclub Schiedam ‘59 info: Maandagavond: 19: – of
‘SMS’ Studeren met Succes deel 1
Hier en hiernamaals.
1 19 jan Urk. 2 de context van 2Korinthe 3  Paulus reageert op beschuldigingen dat hij onbevoegd zou zijn (3:1,2);  Paulus plaatst zijn Evangelie.
Paulus' eerste brief aan Korinthe (20) 23 januari 2013 Bodegraven.
28 juni 2009 Paëllanamiddag 1 Paëllanamiddag 28 juni 2009 Voorbereiding vrijdagavond (Loopt automatisch - 7 seconden)
Werkwoorden d t dt.
NEDERLANDS WOORD BEELD IN & IN Klik met de muis
Beter afspelen.
WAAROM? Onderzoek naar het meest geschikte traject voor de verlenging tot in Sint-Niklaas van het bestaande fietspad naast de Stekense Vaart en de Molenbeek.
BRIDGE Vervolgcursus Vervolg op starterscursus Bridgeclub Schiedam ‘59 info: Maandagavond: 19: – of
1 Resultaten marktonderzoek RPM Zeist, 16 januari 2002 Door: Olga van Veenendaal, medew. Rothkrans Projectmanagement.
November 2013 Opinieonderzoek Vlaanderen – oktober 2013 Opiniepeiling Vlaanderen uitgevoerd op het iVOXpanel.
Global e-Society Complex België - Regio Vlaanderen e-Regio Provincie Limburg Stad Hasselt Percelen.
7 april 2013 Zoetermeer 1. 1Korinthe Maar, zal iemand zeggen, hoe worden de doden opgewekt? En met wat voor lichaam komen zij? 2.
27 februari 2014 Bodegraven 1. 1Korinthe 12 1 Ten aanzien van de uitingen des geestes, broeders, wil ik u niet onkundig laten. 2.
 Deel 1: Introductie / presentatie  DVD  Presentatie enquête  Ervaringen gemeente  Pauze  Deel 2 Discussie in kleinere groepen  Discussies in lokalen.
STAPPENPLAN GRAMMATICUS.
Ronde (Sport & Spel) Quiz Night !
Een Concert van het Nederlands Philharmonisch Orkest LES 4 1.
1. 3 Indien iemand een andere leer verkondigt en zich niet voegt naar de gezonde woorden van onze Here Jezus Christus*... * = de woorden die de Here Jezus.
Kb.1 Ik leer op een goede manier optellen en aftrekken
9 januari 2013 Bodegraven 1. 1Korinthe 11 1 Wordt mijn navolgers, gelijk ook ik Christus navolg. 2.
Nooit meer onnodig groen? Luuk Misdom, IT&T
BZ voor de Klas 3 juni 2010.
Elke 7 seconden een nieuw getal
1 introductie 3'46” …………… normaal hart hond 1'41” ……..
Oefeningen F-toetsen ANOVA.
College 5 Features & Syllabes
Klankleer Practicum.
Open Dag op Locatie Fonologie
Wat levert de tweede pensioenpijler op voor het personeelslid? 1 Enkele simulaties op basis van de weddeschaal B1-B3.
“Waarom zouden we Genesis 1 op de letterlijke manier lezen? Genesis 1 is geen krantenverslag.” 3.
1 7 nov Rijnsburg 7 nov Rijnsburg. 2 Hebreeën 7 15 En nog veel duidelijker wordt het, als naar het evenbeeld van Melchisedek een andere priester.
1 17 okt 2013 Rijnsburg 17 okt 2013 Rijnsburg. 2 het voorgaande: Melchisedek voor het eerst ter sprake in 5:6 en 5:10 10 door God aangesproken als hogepriester.
13 maart 2014 Bodegraven 1. 1Korinthe Want gelijk het lichaam één is en vele leden heeft, en al de leden van het lichaam, hoe vele ook, een lichaam.
1. Gereformeerde Synode dr. J.G. Geelkerken 3.
Pasen & Pinksteren op één dag!
1. 33 GERECHTIGHEID GODS 21 Thans is echter buiten de wet om GERECHTIGHEID GODS openbaar geworden, waarvan de wet en de profeten getuigen, 34.
zielig & geestig sluit aan op de inleiding - rups - vlinder
1 19 dec Rijnsburg 19 dec Rijnsburg. 2 Hebreeën 8 1 De hoofdzaak VAN ONS ONDERWERP is, dat wij zulk een hogepriester hebben, die gezeten is.
Marcus Marcus En toen Hij weder uit het gebied van Tyrus vertrokken was En Jezus ging vandaar en trok Zich terug naar de omgeving.
Afrika: Topo nakijken en leren.
Inkomen les 7 27 t/m 37.
2009 Tevredenheidsenquête Resultaten Opleidingsinstellingen.
ribwis1 Toegepaste wiskunde – Differentieren Lesweek 7
ribWBK11t Toegepaste wiskunde Lesweek 02

ECHT ONGELOOFLIJK. Lees alle getallen. langzaam en rij voor rij
17/08/2014 | pag. 1 Fractale en Wavelet Beeldcompressie Les 5.
17/08/2014 | pag. 1 Fractale en Wavelet Beeldcompressie Les 3.
1 Amsterdam, april 2005 Drs. Frits Spangenberg Rotary Extern imago.
13 juni 2013 Bodegraven vanaf hoofdstuk 7:1 1. 1Korinthe 7 1 Wat nu de punten betreft, waarover gij mij geschreven hebt, het is goed voor een mens niet.
Middeleeuwen De antwoorden in deze powerpoint komen van (naam en klas invullen a.u.b.)
31 okt Urk 1. 2 tegenover traditie en kerkleer ALLEEN DE SCHRIFT tegenover verdiensten: ALLEEN GENADE tegenover werken van de mens: ALLEEN GELOOF.
Centrummaten en Boxplot
1 Zie ook identiteit.pdf willen denkenvoelen 5 Zie ook identiteit.pdf.
12 sept 2013 Bodegraven 1. 2  vooraf lezen: 1Kor.7:12 t/m 24  indeling 1Korinthe 7  1 t/m 9: over het huwelijk  10 t/m 16: over echtscheiding  16.
13 november 2014 Bodegraven 1. 2 de vorige keer: 1Kor.15:29-34 indien er geen doden opgewekt worden...  vs 29: waarom dopen?  vs.30-32: waarom doodsgevaren.
1 Week /03/ is gestart in mineur De voorspellingen van alle groten der aarden dat de beurzen zouden stijgen is omgekeerd uitgedraaid.
45 levenslessen Klikken voor vervolg Muziek: snowdream.
2 juni 2013 Rotterdam 1. Galaten 4 21 Zegt mij, gij, die onder de wet wilt staan, luistert gij niet naar de wet? 2.
30 juni 2013 Zoetermeer 1. 2 Handelingen 14:27 27 En daar aangekomen, riepen zij de gemeente bijeen en gaven verslag van al wat God met hen gedaan had,
23 mei 2013 Bodegraven vanaf hoofdstuk 6: hoofdst.1: de wijsheid van de wereld hoofdst.2: de wijsheid van God hoofdst.3: Gods akker en Gods bouwwerk.
26 sept 2013 Bodegraven 1. 1Korinthe 8 1 Wat het offervlees aangaat, wij weten, dat wij allen kennis bezitten. De kennis maakt opgeblazen, maar de liefde.
Klankleer Practicum.
Transcript van de presentatie:

Klankleer I Proeftentamen bespreking

Vraag 1: Een fonoloog en een foneticus gaan samen onderzoek doen naar het gedrag van obstruenten (plosieven en fricatieven) in een aantal verschillende talen. Wie van de twee is in welke onderwerpen geïnteresseerd? (b) De foneticus wil bijvoorbeeld weten of bij stemhebbende klanken de stembanden al voor het totstandkomen van de afsluiting in trilling worden gebracht. De fonoloog is ondermeer geïnteresseerd in de vraag hoeveel verschillende obstruenten onderscheiden moeten worden, waar in het woord deze klanken mogen voorkomen, en welke segmenten als varianten van dezelfde klank beschouwd mogen worden.

opzienbarend  opsiembarend Vraag 2: In het woord opzienbarend doet/doen zich (een) geval(len) van assimilatie voor. Welk(e), en van wat voor richting? (c) progressieve assimilatie van stem en regressieve assimilatie van plaats opzienbarend  opsiembarend Stem (stemloos) Plaats (bilabiaal)

Vraag 3: Hoeveel fonetische segmenten bevat het woord schrobbering?         

Vraag 4: Het woord kamfer bevat een (a) labiodentale nasaal a.g.v. assimilatie van plaats van de f (labiodentale fricatief) 

(d) het palatale gebied // Vraag 5: De beginklank van het woord charme heeft als consonantische obstructieplaats (d) het palatale gebied // faryngaal glottaal velair palataal alveolair uvulair labiodentaal postalveolair bilabiaal dentaal radicaal dorsaal laminaal apicaal sub-apicaal //

want alle andere klanken zijn sonorant Vraag 6: Welke spraakklank hoort in het rijtje [b], [m], [n], [r], [l] niet thuis? (a) [b] want alle andere klanken zijn sonorant

a.g.v. regressieve assimilatie van stem van de b. Vraag 7: Welk woord uit het rijtje baas, koek, duikboot, lach bevat een velaire stemhebbende plosief? (c) duikboot // a.g.v. regressieve assimilatie van stem van de b. //

Vraag 8: De hoekpunten van de klinkerruimte worden gevormd door een aantal (‘extreme’) klinkers. Welke klinkers maken deel uit van deze begrenzing? (b) [a], [i], [u] i a u                          front central back    close close-mid open-mid open

Vraag 9: Het fonologische kenmerk [anterieur] is fonetisch bezien een mondholte-kenmerk. Met behulp van dit kenmerk wordt de mondholte (a) in tweeën verdeeld. Het voorste gedeelte, tot en met alveoli (tandkassen), is [+ant], het gedeelte achter de tandkassen, vanaf het punt waar b.v. de beginklank van genie wordt gearticuleerd, is [-ant].

Vraag 10: In de strip Asterix de Galliër eindigen de namen van de Galliërs bijna allemaal op ix. De herkomst van sommige namen is vrij transparant. Zo is de naam Asterix afgeleid uit asterisk (sterretje) en komt Obelix uit obelisque. Wat voor fonologisch proces ligt aan de namen van deze striphelden ten grondslag? (c) metathesis

(a) vocaalreductie, deletie en assimilatie Vraag 11: Welke fonologische regels spelen een rol bij de realisatie van tandpasta als tampesta? (a) vocaalreductie, deletie en assimilatie

Vraag 12: Een taalverwervend kind van plusminus twee jaar oud probeert de woorden spook, snoep en schoen te realiseren. Welke van onderstaande realisaties is moeilijk te beschrijven binnen het syllabemodel van Cairns & Feinstein (1982). (a) [so:k]

Syllabemodel syllabe onset rhyme margin nucleus pre-m. m.core satellite peak satellite coda app. s p o k Nederlands: peak alleen vocalen; margin core en coda alles behalve vocalen Satellites: alleen sonorante consonanten; Extra-syllabische posities: s, t (p, k)

Vraag 13: Waarom is het niet erg aannemelijk dat de afzonderlijke open- en dichtgaande bewegingen van de stembanden bij de stemvorming direct aangestuurd worden door zenuwprikkels uit de hersenen? (b) Omdat bij een geprepareerde larynx ook stemgeluid mogelijk is als deze niet meer in verbinding staat met de hersenen

Vraag 14: Welke boom geeft de normale klemtoonverhouding in vierlettergrepige woorden in het Nederlands weer?

Vraag 15: Wat voor argument kun je halen uit het gegeven dat veel Nederlanders woorden als linóleum; catálogus; máscara uitspreken als linoléum; catalógus; mascára? (c) Dat in het Nederlands in het ongemarkeerde geval de belangrijkste trocheïsche voet zich rechts in het woord bevindt.

Vraag 16: Beschouw de volgende data, waarbij in de woorden in de rechterkolom de voorlaatste klinker van het corresponderende woord in de linkerkolom gereduceerd is tot sjwa. …

Fonologische Regels A  B / C D C D = omgeving; het foneem bevindt zich op een positie tussen C en D C en D kunnen klanken zijn of een natuurlijke klasse van klanken, maar ook: grenzen, bijvoorbeeld $ (syllabegrens) andere grenssymbolen: + (morfeemgrens) # (woordgrens)

Fonologische Regels $ (syllabegrens) vb. be $ zem bal $ kon hon $ den + (morfeemgrens) vb. boom + pje hond + en # (woordgrens) vb. bal # honden # balkon #

Vraag 16 Data: trompet – trompettist gêne – genant juweel – juwelier De woorden in de rechter kolom zijn afleidingen van de woorden in de linker kolom. Na suffigering vindt een klinkerverandering plaats: de zwartgekleurde klinker in de linker kolom wordt gereduceerd tot schwa in de rechter kolom.

Vraag 16 Deze vocaalreductie vindt niet plaats bij de volgende woorden: Data: muziek – muzikaal tamboer – tamboerijn figuur – figurant voyeur – voyeurisme humaan – humanist baron – barones viool – violist

Vocaalreductie bij: Data: trompet – trompettist gêne – genant juweel – juwelier

De vocalen van het Nederlands front central back close () () ()     close-mid   () ()  () open-mid   open

Geen vocaalreductie bij: Data: muziek – muzikaal tamboer – tamboerijn figuur – figurant voyeur – voyeurisme humaan – humanist baron – barones viool – violist

De vocalen van het Nederlands front central back close () () ()     close-mid   () ()  () open-mid   open

Fonologische Regel A  B / C D B = schwa [] A moet zijn /e/; // of /:/ [-hoog] om /i/, /y/ en /u/ uit te sluiten: muzikaal; figurant; tamboerijn [-laag] om /a/ uit te sluiten: humanist [-back] om verder /o/ en // uit te sluiten: violist; barones [-rond] om // uit te sluiten: voyeurist ([-rond] maakt [-back] overbodig omdat /o/ en // ook [+rond] zijn)

De Antwoorden: A +syl -high  [] / [-son] + +syl -tense +stress -back

Antwoord A is fout front central back close () () ()     close-mid   () ()  () open-mid   open Regel A stelt dat /e/ (=[+tense]) geen schwa wordt, echter: juweel-juwelier

De Antwoorden: B +syl -high  [] / [-syl] + +syl -low +stress -back

De Antwoorden: D +syl -high  [] / [-son] + +syl -low +stress -back

Antwoorden B en D zijn fout front central back close () () ()     close-mid   () ()  () open-mid   Regels B en D stellen dat alle midvoorvocalen schwa worden, dus ook bijvoorbeeld // echter: voyeur-voyeurist (doet niet mee aan de regel) open

Extra informatie A  B / C D De rechter context (D) laat alleen een verschil zien tussen [-son] klanken (antwoord A & D) en [-syl] klanken (antwoord B & C) Dat de klinker van het suffix (na de +-grens) beklemtoond is, is gelijk in alle antwoorden

Major Class Features

Fonologische Regel A  B / C D De rechter context (D) laat alleen een verschil zien tussen [-son] klanken en [-syl] klanken [-son] betekent dat de rechter context een obstruent (/p,t,k,f,s,,b,d,g,,v,z,/) is, maar de data juweel-juwelier en gêne-genant laten zien dat de rechter context ook een sonorante consonant kan zijn. Antw. A&D zijn dus fout.

De Antwoorden: C +syl -high  [] / [-syl] + +syl -low +stress -round Dit is het juiste antwoord

(b) Mondholte en neus-keelholte Vraag 17: Bij de bron-filtertheorie van het spraaksignaal wordt het stemgeluid gemaakt bij de bron en de spraak komt tot stand door middel van het filter. Onder het filter verstaan we: (b) Mondholte en neus-keelholte

Vraag 18: Welke van de volgende onzinsyllabes kan niet beschreven worden met behulp van het templaatmodel van de syllabe (Cairns & Feinstein, 1982)? (d) stakr

Syllabemodel syllabe onset rhyme margin nucleus pre-m. m.core satellite peak satellite coda app. s t  k *r Nederlands: peak alleen vocalen; margin core en coda alles behalve vocalen Satellites: alleen sonorante consonanten; Extra-syllabische posities: s, t (p, k) geen r

Vraag 19: De woorden van het rijtje kaalhoofdig, (hij) leeft, achterdeur vormen telkens een voorbeeld van respectievelijk (b) samenstellende afleiding, flexie, samenstelling

Vraag 20: Voorbeelden van open woordklassen zijn (b) bijwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, werkwoorden

Vraag 21: Het woord herbewapenen bevat (b) twee prefixen

Vraag 22: De spelling van (iets) paars als (iets) paarss zou te motiveren zijn met een beroep op (b) de regel van de analogie Regel der Analogie: woorden waarvan de spelling noch door de uitspraak, noch door de gelijkvormigheid, noch door de afleiding wordt bepaald, worden op de zelfde wijze geschreven als andere woorden waarvan de spelling met zekerheid bekend is en die ogenschijnlijk op overeenkomstige wijze gevormd zijn Daarom hij vindt met –dt, want we spellen ook hij loopt, d.w.z.: stam plus –t, of stationsstraat met 2x s, want ook stationsweg En dus (iets) paarss net als (iets) blauws, als het consequent zou zijn Afleiding/derivatie valt dus niet onder de morfologische regel van de gelijkvormigheid

(a) rijkschijdrechter (b) rijksschijdsrechter Vraag 23: Hoe zou het woord rijksscheidsrechter gespeld worden als de regels van de etymologie en de analogie niet zouden gelden? (a) rijkschijdrechter voldoet niet aan de regel van de uitspraak: de s tussen scheid en rechter wordt uitgesproken, dus ook geschreven (b) rijksschijdsrechter analogie werkt hier wèl: s (c) rijkschijdsrechter of reikscheidsrechter Etymologie: de ij en ei worden tegenwoordig hetzelfde uitgesproken, de spelling is gebaseerd op een historisch verschil in uitspraak Analogie: rijksscheids- vanwege rijksvoorlichtingsdienst (d) rijkschijdrechter of reikscheidrechter

Vraag 24: Wat is morfologisch gezien opvallend aan de samenstelling klaarover. (c) Het rechterlid is een prepositie en de gehele samenstelling is een zelfstandig naamwoord

Vraag 25: Waarom kan vijandigheid een Nederlands woord zijn en schoonheidig niet? (a) Omdat heid een klasse #-suffix is en ig een klasse +-suffix en klasse +-suffixen moeten eerder aangehecht worden dan klasse #-suffixen

niet-afgeleide lexicale items LEXICON zoon schoon vijand -ig (+) -heid (#) MORFOLOGIE FONOLOGIE niet-afgeleide lexicale items vijand + ig MSR: vijándig schoon level 1 morfologie level 1 fonologie MSR: schóon zoon MSR: zóon level 2 morfologie level 2 fonologie CSR: vijándigheid vijándig # heid CSR: schóonheid schóon # heid CSR: schóonzoon schóon # zóon geen output: *schoonheidig SYNTAXIS post-lexicale fonologie

Vraag 26: Als je fluistert produceren de stembanden geen toon Vraag 26: Als je fluistert produceren de stembanden geen toon. Hoe komt het dan dat je fluisterspraak toch kunt verstaan? (c) Omdat spraak verstaanbaar wordt door de articulatie, ook zonder toon. We verstaan spraak omdat het verschillende klanken heeft. Die verschillen zitten ’m voor een belangrijk deel in de formanten, die onstaan door de articulatie. De articulatoren zijn een veranderlijk filter, dat ook ruis (van fluisteren) filtert.

Vraag 27: Welke van de volgende transcripties geeft een mogelijke uitspraak weer voor de volgende zinnen? (a) Als staatssecretaris Rick Van der Ploeg klaar is met de Nederlandse cultuur, [] (b) blijven er alleen puinhopen van over. [] (c) Bij de nieuwe aanvragen om bekostiging van het kunstvakonderwijs [g] (d) heeft hij bijvoorbeeld de studieplaatsen voor de voortgezette opleidingen gehalveerd. [ ]

Vraag 28: Welke van de volgende transcripties geeft een onmogelijke uitspraak weer voor de volgende zinnen? (a) De MFA Schilderkunst is de enige voortgezette opleiding [] (b) autonome kunst in het Noorden, en is verbonden met de RUG. [] (c) Voor deze opleiding is een convenant gesloten met de universiteit, [] (d) waarin samenwerking binnen het onderwijs werd geregeld. []

Vraag 29: Welke van de volgende transcripties geeft een mogelijke uitspraak weer voor de volgende zinnen? (a) Een docent van het kunsthistorisch instituut [] (b) is theoriedocent bij de MFA schilderkunst. [] (c) Studenten kunstgeschiedenis lopen er stage, [] (d) en werken mee aan publicaties, [] 

Vraag 30: Welke van de volgende transcripties geeft een onmogelijke uitspraak weer voor de volgende zinnen? (a) terwijl studenten van de kunstopleiding [] (b) colleges volgen aan de universiteit. [] (c) Dit leidt tot een voor Nederland unieke situatie [] (d) waarin kunst en kunstwetenschap zich in de onmiddellijke nabijheid van elkaar ontwikkelen [ ]