De Nederlandstalige WISC-III Willem Kort (projectleider) Mark Schittekatte Elzeloes Compaan Griet Vermeir Nico Bleichrodt Marjan Bosmans Wilma Resing Paul Verhaeghe Dienstencentrum NIP, Vrije Universiteit Amsterdam, Universiteit Leiden & Universiteit Gent
Initiatief (zomer 2000) NDC -> BFP (Willem Kort -> Luc Scheldeman, RvB) Met medewerking van: Statistische ondersteuning Peter Dekker (VUA) Prof. Jacques Grégoire (UCL) Advies in Vlaanderen: Commissie psychodiagnostiek van de BFP (http://www.bfp-fbp.be/BfpNL/ACTcommdiag.htm, voorzitter K. Glabeke) Vlaam Forum voor Diagnostiek in de psychologische en pedagogische begeleiding en hulpverlening (http://www.vfd-ppbh.cjb.net/, voorzitter J. Scheiris) Vlaamse Vereniging voor Schoolpsychologie (http://home.pi.be/~vvsp/ , voorzitter M. De Beuckeleer)
Waarom een WISC-IIINL ? Actualiseren van de normen WISC-R = 1986 (1980) Flynn-effect Laatste in Europa van de inhoud van subtesten en scoringsregels + nieuwe subtest “Symbolen Vergelijken” + verhogen attractiviteit
(Gaatjes in riem invoegen) Voorbeeld “oud” item (Gaatjes in riem invoegen)
Voorbeeld nieuw item Onvolledige Tekeningen
(verhaaltje met bank invoegen) Voorbeeld oud item (verhaaltje met bank invoegen)
Voorbeeld aangepast item
Ontwikkeling WISC-III Vooronderzoek (jan.- febr. 2001) -> Uitgebreide experimentele versie van 5 verbale subtests bij 450 kinderen (INF, OV, REK, WO, BG) Steekproef: Geslacht, regio, onderwijsnet, urbanisatiegraad Nieuwe items (Europa, experten, creativiteit) Aangepaste items (frank, waarde-oordeel) Oude items
Eindproduct: de WISC-IIINL Veranderingen tov WISC-R Doel vooronderzoek: Vlaanderen – Nederland: één norm Moeilijkheidsgraad, betrouwbare subtests Vloer- en plafondeffecten Begin-en afbreek- en omkeerregels bepalen Eindproduct: de WISC-IIINL Veranderingen tov WISC-R (bijna 60% nieuw + andere volgorde subtests)
Veranderingen tov WISC-R
Normering WISC-IIINL Afname bij 1229, 6-16 jarigen Representatieve steekproef Geslacht, regio, schooltype, urbanisatie, (> 30 Vlaamse en 65 Nederlandse scholen) Opgeleide testleiders Normen ontwikkeld (per 4 maand, J/M, Ndl.-VL, model cfr. SON-R)
Betrouwbaarheid WISC-IIINL Homogeniteits- & interne consistentie coëfficiënten ( & split-half, FL & DH ) Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid ( r > .90) om scoring optimaal te krijgen
Homogeniteitscoëfficiënten
Validiteit WISC-IIINL Factor-analyses: nieuwe derde factor! Verbaal begrip (INF + OV + WO + BG) Perceptuele organisatie (OT + PO + BP + FL) ‘Vrijheid van afleidbaarheid’ (RE + SU + CR) verdwenen ! Nieuwe factor: ‘Verwerkingssnelheid’ (SU + SV) Schoolprestaties (Nederlands & Wiskunde): significante samenhang met IQ (r tussen .37 & .53)
Correlaties IQ –schoolresultaten (N=203)
IQ & onderwijsniveau
Gemiddelde moeilijkheidsgraad
Kwalitatieve beschrijvingen van de WISC IIINL IQ scores* IQ Classificatie Theoretische normaal curve Hoger dan 130 Zeer begaafd 2.1 121-130 Begaafd 6.4 111-120 Boven gemiddelde 15.7 90-110 Gemiddeld 51.6 80-89 Beneden gemiddeld 15.7 70-79 Laag begaafd/moeilijk lerend 6.4 69-50 Licht zwakzinnig/lichte verstandelijke beperking 35-49 Matig zwakzinnig/matig verstandelijke beperking 20-34 Ernstig zwakzinnig/ernstige verstandelijke beperking 2.1 <20 Diep zwakzinnig/diepe verstandelijke beperking * gebaseerd op Resing, W. & Blok, J. De wenselijkheid van een éénduidig classificatiesysteem van intelligentiescores. De Psycholoog 37, 5 2002
Psychometrisch vervolgonderzoek Uitgebreider psychotechnisch rapport volgt Test-hertest (stabiliteit) Extra-validering SON-R / RAKIT Specifieke groepen (dyslexia, allochtonen, hoog- & laag begaafden, gedragsproblematieken) Relevante literatuur: Artikel Schittekatte (2000): Het hertesten van intelligentie bij kinderen: een literatuurstudie. Significant, op internet gepubliceerd http://users.skynet.be/vsig stijging bij hertest vooral PIQ advies minstens één jaar, bij voorkeur twee jaar te wachten voor het hertesten met eenzelfde test Schittekatte, Kort, Resing, Vermeir, Verhaeghe (2003) hoofdstuk in “Cultures and children’s intelligence: A cross-cultural analysis of the WISC-III” (ed. Georgas & van de Vijver, ...)
Opmerkelijke verschillen Jongens (INF, REK, BP) vs. meisjes (CR, SUB, SV) Oudste kind Allochtonen: verschil neemt af SES & verblijfsduur hoog opgeleide ouders reden: meer acculturatie
Vlaanderen-Nederland (vooronderzoek) Dialecten Vlaanderen INF, WK, RE, OK Nederlands DH 0, 1 en 2 bij “Begrijpen” Spelling
Flynn-effect onderzoek CLB & Revalidatiecentra 353 protocollen, M = 3 jaar tijdspanne Klinische populatie, M (TIQ) = 82 93% uit Lager Onderwijs TIQ r = .88 / VIQ r = .87/ PIQ r = .81 M = TIQ 3 punten (5 bij IQ 80-90, 6.5 bij < 70) vooral Verbaal IQ
Specifieke groepen Laag-begaafden (N =107, BLO type 1 & 2) Met ernstige leerstoornissen (N =38, BLO type 8) Dyslectici (N= 52) ADHD (N =47) Rilatine (N =22) Rekenstoornissen (N = 22) Hoger begaafden (N =17) Autismespectrumstoornissen ( N =14)