Non-parametrische technieken Chapter 10. Nonparametric techniques

Parametrisch : Non-parametrisch : Normale verdeling Homogeniteit van variantie Non-parametrisch : Geen assumpties Geen interval niveau Kleine proefgroepen Minder power om nulhypothese te verwerpen ? Geen software voor complexe statistiek

1. Chi-kwadraat test Nominale data = categorieën Aantallen in categorieën : observatie VS verwachte SPSS : Analyse < Descriptive statistics < Crosstabs < - statistics Chi-quare - cells Percentages

SPSS : Analyze < Non-parametric tests < Chi-square < Om verdeling van 1 variabele te onderzoeken SPSS : Data < weight cases < verder crosstabs Indien data niet gegeven zijn, wel aantallen per groep

Beperkingen : Categorieën mutueel exclusief Observaties zijn frequenties, geen percentages Liefst niet minder dan 5 observaties per cel : indien dit zo is categorieën samennemen Minstens 20 subjecten voor 2 X 2 tabel Eerst hypothese stellen, dan toetsen en niet omgekeerd

2. Mann-Whitney U Test Analoog met independent samples T-test Een van de meest sterke van de non-parametrische testen Voor zeer kleine en grote groepen 2 onafhankelijke groepen en 1 afhankelijke variabele (rangen = ordinaal niveau)

SPSS : Analyse < Nonparametric tests < 2 independent samples < Test variabele Groeps variabele Mann Whitney U

3. Wilcoxon Analoog met paired samples T-test Ook een vrij sterke non-parametrische test Typisch voor pre – post resultaten Verschillen tussen pre en post worden gerangschikt

SPSS : Analyse < Nonparametric tests < 2 related samples < 2 variabelen aanklikken Wilcoxon

4. Kruskal-Wallis Analoog met one-way ANOVA Minstens 3 onafhankelijke groepen en 1 afhankelijke variabele (rangen = ordinaal niveau)

SPSS : Analyse < Nonparametric tests < K independent samples < test variabele groeps variabele Kruskal-Wallis H

5. Friedman Analoog met repeated measures ANOVA Minstens 3 afhankelijke groepen en 1 afhankelijke variabele (rangen = ordinaal niveau) Data op 3 variabelen voor dezelfde personen en kijken naar verschillen tussen groepen bv. 3 methoden om vet te meten : is er verschil ? Geeft een Chi-kwadraat waarde

SPSS : Analyse < Nonparametric tests < K related samples < test variabelen (minstens 3)

6. Spearman rang correlatie Analoog met bivariate correlatie Verband tussen twee variabelen op basis van rangorde van beide Geeft een correlatie coëfficiënt rs Pearson en Spearman r geeft niet zelfde waarde, op basis van andere procedure

SPSS : Analyse < Correlate < Bivariate < 2 variabelen Spearman r