Hfdstk 9 WB Extra opgaven.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Televisies: de beeldverhouding
Advertisements

Toepassingen met integralen
H3 Tweedegraads Verbanden
Toepassingen op de stelling van Pythagoras
Aflezen van analoge en digitale meetinstrumenten
toepassingen van integralen
Meten met Maten.
Grote getallen Getallen groter dan vier cijfers schrijf je meestal in groepjes van drie. Je schrijft niet maar Dit spreek je.
Hoofdstuk 1 Om te beginnen
lengtematen en gewichtsmaten
Wat is omtrek? Omtrek is:
Stoffen en stofeigenschappen
Als de som en het verschil gegeven zijn.
Extra vragen voor Havo 3 WB
Regels voor het vermenigvuldigen
Herhaling gelijkvormigheid
Differentieer regels De afgeleide van een functie f is volgens de limietdefinitie: Meestal bepaal je de afgeleide niet met deze limietdefinitie, maar.
Het verhaal van de kubus, de spin en haar web.
Rijen Extra opgaven 5V A/C.
Stephan Berendonk Leon van den Broek Maarten Smit
havo B Samenvatting Hoofdstuk 2
Presentatie Inhouden en vergrotingen.
Tekenen.
Oefenopgave dichtheid
Hoofdstuk 6: QUIZ!.
Stoffen en stofeigenschappen
Vragen over vragen.  Gebruik de site!   Wat weet je van een stof als de snelheid van moleculen veranderen? van EPN.
Antwoorden oefenstof Opgave 1 a] 12 N/cm2 = N/dm2 b] 0,8 N/mm2 = N/m2
Mechanische druk  .
Eigenschappen Ruimtelijke figuren
Gemaakt door: Joran en Davy
Natuurkunde Paragraaf 1.5.
Massa, volume en inhoud..
Paragraaf 1.5 Volume & inhoud.
30 x 40 = 1200 m2 8.1 Omtrek en oppervlakte 40 m 30 m
Hoofdstuk 4 Vlakke figuren.
Ruimtefiguren Alle dingen die ruimte innemen noemen we in de wiskunde ruimtefiguren. kubus balk bol kegel prisma piramide balk prisma cilinder.
Voorbeeld Bereken de diepte van het water. Aanpak
Doorsnede van een rivier
Herhaling opgave 1 a) b) c) d) e) f) g) h) i)
Centrummaten en Boxplot
Vorm en ruimte Hielke Peereboom
Regels voor het vermenigvuldigen
Oppervlakte en inhoud.
Inhoud prisma en cilinder Eerst snel een LIVE uitleg Daarna een filmpje Daarna: KEIHARD WERKEN :D.
Inhoud van een balk en cilinder
Workshop C verhouding van inhoud, lengte en oppervlakte &
Presentatie titel Kennisbasis Rekenen
Vwo6 WiskA Toepassing van differentiaalrekenen Extra opgaven.
1 millimeter dik 6 millimeter regen? 4 millimeter groot 2 millimeter groot.
Oefenvragen Kennisvragen Rekenvragen Inzichtvragen.
Ruimtelijke figuren.
Les 3 omtrek oppervlakte inhoud
Meetkunde 5de leerjaar.
Les 9: meten en meetkunde in de tuin
Metend rekenen 5de leerjaar.
1 PUNTS PERSPECTIEF.
Bereken de inhoud van de kubus en balk
Hoofdstuk 13 figuren. Hoofdstuk 13 figuren Paragraaf 17.1 Vlakke figuren.
havo B Samenvatting Hoofdstuk 2
Kun je vertellen wat de samenhang is tussen massa (m), Volume (V) en
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
M3 2 Het volume van een piramide, een kegel en een bol M A R T X I
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 7- les 1 Stofeigenschappen.
Wiskunde Blok 9, les 6.
toepassingen van integralen
Meetkunde Verzamelingen Klas 8.
Blok 4L9.
Transcript van de presentatie:

Hfdstk 9 WB Extra opgaven

Gegeven zijn de functies                  en                    . a. Bereken de nulpunten van h(x). b. Bepaal de top van h(x). c. Teken de grafieken van h(x) en f(x) in één figuur. d. Geef in intervalnotatie het bereik van h(x) op het domein: -2≤x<0. e. Los op: h(x) < f(x).

Silvia gooit op t=0 een bal uit het raam van een flatgebouw. De hoogte van de bal boven de grond wordt beschreven door de formule                                    met h in meters en t in seconden. Op welke hoogte gooit Silvia de bal uit het raam. Plot en schets dat gedeelte van de grafiek waar beide variabelen zinvol zijn. Welke waarden kan h in deze situatie aannemen? En t? Bepaal het hoogste punt dat de bal bereikt. Na hoeveel seconden is dat?

In een cilindervormige koker passen precies drie tennisballen boven elkaar. Hoeveel % van de inhoud van de koker bestaat uit lucht? De straal van een tennisbal is r. De drie ballen hebben dan samen een volume van 3⋅4/3πr3=4πr3. De koker heeft een volume van πr2⋅6r=6πr3. Dus 2/6 deel is lucht, dat is 33 1/3 %.

Gegeven zijn de functies                              en a. Bereken de nulpunten van f(x). b. Bepaal de top van f(x). c. Teken de grafieken van f(x) en g(x) in één figuur. d. Los op: f(x) < g(x).

Gegeven is de functie                                    Bereken de nulpunten van h(x) Hoeveel toppen heeft h(x)? Bepaal de top(pen) en geef de coördinaten. Los op: h(x) > 0.

Je ziet hier een doorsnede van een kogellager. In je fiets zit om de as van elk wiel zo’n kogellager om ervoor te zorgen dat de draaibeweging van elk wiel met weinig wrijving kan worden uitgevoerd. De kogeltjes van dit lager zijn zuivere bollen en hebben een diameter van 4 mm. De kogeltjes zitten in een cilindervormige ring met een buitenstraal van 10 mm en een binnenstraal van 6 mm. De hoogte van die ring is gelijk aan de diameter van elk kogeltje. De ruimte tussen de kogeltjes is opgevuld met vet. Hoeveel % van de inhoud van de ring waarbinnen de kogeltjes zitten bestaat uit vet? I(kogeltje)=4/3 π⋅23=32/3 π I(ring)=π⋅102⋅4-π⋅62⋅4=256π I(vet)=256π-8⋅32/3 π=170 2/3 π Het percentage aan vet is 66 2/3 %.

Een ijsblokje met ribben van 30 mm begint langzaam te smelten Een ijsblokje met ribben van 30 mm begint langzaam te smelten. Elke minuut worden de ribben 1,5 mm korter. Het volume van het ijsblokje wordt beschreven door de functie                                  met V in kubieke millimeter en t de tijd in minuten. Plot en schets het gedeelte van de grafiek waar deze variabelen zinvol zijn. Na hoeveel minuten is het ijsblokje voor de helft gesmolten?

Je ziet hier een stalen afzuigkap in een grote keuken. Het bovenste deel is een balk, het onderste gedeelte ook. De vier schuine vlakken hebben allemaal de vorm van een symmetrisch trapezium. Bereken de totale inhoud van deze afzuigkap. Bereken de totale oppervlakte De kap bestaat uit een balk van 10 bij 8 bij 1, een balk van 6+3 bij 6 bij 4 en vier kwartpiramides die je kunt samenvoegen tot een piramide met grondvlak 4 bij 4 en hoogte 3. (Het middenstuk is geen afgeknotte piramide!) Inhoud =10⋅8⋅1+(6+3)⋅6⋅4+13⋅4⋅4⋅3=312 dm3. Opp =2⋅10⋅1+2⋅8⋅1+2⋅12⋅(10+6)⋅13+2⋅12⋅(8+4)⋅13+2⋅6⋅6+2⋅6⋅4 =156+2813 dm2.

Een plastic koffiebekertje heeft (ongeveer) de vorm van een afgeknotte kegel. Van een bepaald koffiebekertje is de diameter van de bodem 46 mm, die van de bovencirkel 64 mm en de hoogte 90 mm. Bereken de inhoud van dit koffiebekertje en bereken de oppervlakte aan plastic.

Een regelmatige vierzijdige piramide van hout wordt evenwijdig aan het grondvlak doorgezaagd. De oorspronkelijke hoogte van de piramide was 12 cm, het afgezaagde topje (ook een piramide) heeft een hoogte van 8 cm. Je hebt nu twee nieuwe ruimtelijke objecten: het afgezaagde topje en de onderkant (een afgeknotte piramide). Hoe verhouden zich hun gewichten? De hoogte van het bovenste deel van de piramide is 8/12=2/3 deel van de hele piramide. De inhoud van het bovenste deel is daarom (2/3)3=8/27 deel van de hele piramide. De gewichten van beide delen verhouden zich als 8 : 27.

Gegeven is de functie                                                a. Bereken de nulpunten van h(x). b. De functie h(x) gaat door het punt (4,20). Bereken a.

Hij bestaat uit een massieve cilinder met een diameter van 40 cm en IKEA heeft weer een nieuwe plastic fruitbak op de markt. Je ziet hem hier. Hij bestaat uit een massieve cilinder met een diameter van 40 cm en een hoogte van 41 cm waaruit een afgeknotte kegel is weg geboord. De bodem van deze afgeknotte kegel is 1 cm dik en de diameter van de grondcirkel van de afgeknotte kegel is 30 cm. De vaas is behoorlijk zwaar hoewel de soortelijke massa van het plastic maar 0,5 gram/cm3 is. Bereken de hoeveelheid plastic van de bak in cm3 nauwkeurig. Bereken het gewicht van de bak in grammen nauwkeurig. De binnenkant van de fruitbak is een afgeknotte kegel met een hoogte van 160 cm. De hoeveelheid plastic is π⋅202⋅41-(1/3⋅π⋅202⋅160-1/3⋅π⋅152⋅120) =406623π ≈12776 cm3. Het gewicht is ongeveer 6388 gram.

Een boekenworm wil zich langs de kortste weg diagonaal door een naslagwerk van drie delen van 20 cm hoog heen vreten. De drie delen, elk met een binnenwerk van 8 centimeter en een kartonnen omslag van 0,5 centimeter aan elke kant, staan in de gebruikelijke volgorde op een boekenplank. De worm begint te knabbelen bij de voorkant van deel I. Hoeveel centimeter papier en karton heeft de boekenworm verslonden als hij bij de achterkant van deel III is aangekomen? Een mier stond rechtsonder de drie delen en liep met constante snelheid naar linksboven van de drie delen. Hoeveel centimeter meer heeft de mier afgelegd t.o.v. de boekenworm?