In 1311 trof de kerk op het concilie van Vienne maatregel tegen begijnen. Het werd gezien als ketterij. Het bekendste slachtoffer is wel Margarete Porete, die naar aanleiding van haar boek “Spiegel der eenvoudige zielen” op de brandstapel belandde. In de praktijk kwam het erop neer dat alleen nog begijnen geduld werden, die zich vrijwillig samenvoegden in conventen of begijnhoven onder leiding van kloosterlingen of een priester. De begijnhoven werden door een muur omgeven en tussen zonsondergang en zonsopgang van de buitenwereld afgesloten. De begijnen leefden er een godvruchtig leven met alle dagen het volgen van de heilige mis, luisteren naar preek en het lezen van de psalmen in het goddelijk officie indien mogelijk. Bovendien baden zij reeds vroeg Mariale devotie van de rozenkrans. De begijnen stelden zich onder leiding van een grootmeesteres en gehoorzaamden aan de statuten die door de bisschoppen werden goedgekeurd. In tegenstelling tot kloosterzusters die eeuwige geloften aflegden, verklaarden de begijnen alleen maar voor een bepaalde tijd sober, in kuisheid en van hun eigen vermogen of verdiensten te zullen leven. Ze waren vrij om uit te treden om te huwen waarbij ze zes weken voor de huwelijksvoltrekking het begijnhof moesten verlaten. Het begijnhof bevatte jonge meisjes, ongehuwde vrouwen van alle leeftijden. Jonge meisjes werden aan de begijnen toevertrouwd om er onderwijs te krijgen..
Begijnhof Diksmuiden Ketty Gilsoul-Hoppe
Diksmuiden Begijnhof
Aarschot
Tongeren
Turnhout
Gent Begijnhof Verscholen achter de bomen
Gent Beguinage Terhoyen
Sint Truiden
Sint Amandsberg
Oudenaarde
Lier
Leuven
Mechelen, Grootmeesteres Mechelen Jesuspoort
Kortrijk
Hoogstraten
Herentals
Hasselt
Diest
Dendermonde
Brugge
Hofje Willem van Heythuyzen Haarlem
Breda
Begijnhof Delft
Hofje van Gratie in Delft
Gasthuishofje in Doesburg
Haarlem Hofje in den groene tuin
Martinusgasthuis Groningen
Bakenesserhofje Haarlem
Sint Anna-hof in Leiden
Zeemanserve in Vlissingen
Amsterdam Begijnhof
Amsterdam
Begijnenkapel Amsterdam
Laatste plaatje