Inleiding Auteurs COM-Procedure VSPS PSI Geschiktheid voor registratie van problematiek Conclusie
Er worden drie instrumenten gebruikt bij de registratie van problematiek bij jongeren. Commissie Harmonisatie van Normen wordt daarbij gebruikt De hanteerbaarheid, de dekking, de betrouwbaarheid en de validiteit worden hierbij overlopen
T.A. van Yperen is programmaleider bij het Nederlandse Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW) in Utrecht. J.M. Koot is universitair docent bij de afdeling Kinder- en Jeugdpsychiatrie, Sophia Kinderziekenhuis/Erasmus Universiteit te Rotterdam.
Combinatie van een aantal specifieke variabelen: COM-lijst schalen waar jongeren op worden geplaatst Follow-Up-lijst vragen om op te volgen Mutatie-lijst de effecten van hulp bij overplaatsing Exit-lijst lijst van jongeren die de instellingen verlaten
Hanteerbaarheid: hoofdelementen Dekking: grote schalen problematiek Betrouwbaarheid: interne consistentie Concluderend: COM-lijst is geschikt voor jongeren tussen 0 en 21 jaar.
Vragenlijst Sociale en Pedagogische Situatie Nieuw instrument voor ‘basisdiagnostiek’ Leidraad voor verzamelen van gegevens van jongeren en psychosociale situatie Brede informatieverzameling die leidt tot ordenen van risicofactoren
Emotionele ontwikkeling: somberheid; angstig gedrag; sociaal angstig gedrag; Gedragsontwikkeling: overbewegelijk gedrag; agressief gedrag; antisociaal gedrag; Persoonlijkheid: zelfcontrole; zelfbeeld; zelfbepaling; zelfhandhaving; Gezin: persoonlijke problemen opvoeders, gezinsconflicten, gezinscommunicatie, gedragsbegeleiding; opvoedingsstijl; gezins- of opvoedingsklimaat; School: motivatie; prestaties; relaties met leerlingen; relaties met leerkrachten; Vriendengroep: vrijetijdsbesteding; relaties met leeftijdgenoten; aard vriendengroep.
Hanteerbaarheid: hoofddimensies van problematiek in beeld brengen Dekking: problemen en samenhangende risico’s in kaart gebracht. Betrouwbaarheid: interne consistentie Validiteit: onderscheid tussen groepen in Opvoedingshuis, Behandelingshuis of ambulante hulp Concluderend: interessante nieuwkomer
Pedagogische SignaliseringsInstrumentarium Primair middel voor onderbouwing van hulpverleningsplan. Maatschappelijk werker op gestructureerde wijze, problemen in opvoedingssituatie in kaart brengen. Mix van ontwikkelingspsychologische en pedagogische theorie, wetenschappelijk onderzoek, klinische ervaring en notities
Hanteerbaarheid: reduceert grote hoeveelheid tot overzichtelijke tekst Dekking: brede en diepe dekking van kinderen van 0 tot 11 jaar Betrouwbaarheid: interne consistentie Validiteit: 2 gebieden onderzocht: “De staat van het kind” en “Opvoedingsbelemmerende factoren” Concluderend: vaststellen van problematiek in gezin op speciale manier
Sterke kanten van COM-Procedure, VSPS en PSI. Zwakke kanten van COM-Procedure, VSPS en PSI. Instrumenten gebruiken in kader van registratiedoeleinden.
Niet duidelijk welke dimensies in de problematiek in de COM-Procedure worden onderscheiden. De VSPS voldoet aan theoretisch opzicht maar nog niet in empirisch onderzoek
COM-Procedure is nogal tweeslachtig. Enerzijds gericht op differentiatie, anderzijds onderzoek doen naar problemen bij jongeren Bij VSPS is dekking breed. Groot aantal aspecten van functioneren van de jongere in zijn omgeving. Protectieve factoren. PSI heeft brede dekking bij problemen van kinderen 0 tot 11 jaar.
Betrouwbaarheid COM-Procedure is zeer zwak. Test-hertestbetrouwbaarheid en interbeoordelaar-overeenstemming zijn onbekend. Voor VSPS enkel interne consistentie goed onderzocht. Voor PSI ook enkel interne consistentie van toepassing
COM-Procedure maakt over algemeen een redelijk onderscheid. Waarden van indexen onbekend van COM- Procedure in huidige situatie VSPS redelijk goed te differentiëren. Bij PSI te weinig onderzocht.
Bij COM-Procedure is meetpretentie niet duidelijk. De VSPS is gebaseerd op expliciet theoretisch kader en biedt een procedure waarmee brede diagnostiek inventarisatie van problematiek bij kinderen(0 tot 6) kan worden verricht. PSI benadert vaststellingen van de problematiek in gezinnen op speciale manier, op een gestructureerde wijze.
Hiervoor moet je 4 vragen stellen: 1. Zijn er richtlijnen over wat voor alle cliënten ten minste geregistreerd moet worden? 2. Welke doelen moet de registratie dienen(ondersteuning van de diagnostiek; management en beleidsbepaling; wetenschappelijk onderzoek)? 3. Zijn er geschikte instrumenten bij de gestelde doelen? 4. Is de registratie goed te implementeren in de organisatie?
COM-Procedure, VSPS en PSI moeten vooral worden bekeken als instrumenten die zijn ontwikkeld voor een speciaal doel. We kunnen zeggen dat het geen primaire instrumenten zijn maar dat er veel energie is ingestopt om ze te ontwikkelen. De instrumenten zijn ontwikkeld om meer doelgerichte informatie te verzamelen