Slechtziende en blinde kinderen

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Ouderavond • Informatie over passend onderwijs • Informatie over de MR door Arno Derkman • Informatie over de OR door Claudia Pleijhuis • Ouders.
Advertisements

Dyslexie de baas! Ouderavond 1
KINDEREN EVALUEREN ZELF GON-BEGELEIDING BEGELEIDING DOVE EN SLECHTHORENDE KINDEREN Jan De Vos ( ) – Onderwijskundig Ontwerpen – Academiejaar
Acceptatie Thema-avond voor De Piloot, maart 2011 Antoinette Loenen
Passend Onderwijs presentatie voor MR februari 2014
De psychosociale ontwikkeling van kinderen met een visuele handicap
Welkom bij Leefstijl.
Model-handelingsprotocol AMHK 10 uitgangspunten
Ontwikkelingstraject kinderen
PROGRAMMA WORKSHOP Wie zijn wij en wat doen we: (30 minuten)
Kegel dysfunctie Alberta Thiadens en Caroline Klaver 16 februari 2008
Positie in het onderwijs van kinderen met leer- en gedragsstoornissen
Presentatie bij Lezing prof.dr. H. Swaab
“Preventieve aanpak van gedragsproblemen bij kinderen: een uitdaging voor kind en gezin.” Door: Jeroen De Clercq.
Workshop Relationele en seksuele vorming
Volgen in SO / PrO Studiedag Speciaal Onderwijs 18 jan 2012
Slechtziende en blinde kinderen.
VAN HOUTEN-VAN DEN BOSCH E.J., KUIPERS J., PETERS W.A.M.
Zorg voor kinderen en jongeren met problemen op school Handboek Jeugdzorg.
Begeleiding en onderwijs.  Allereerst voorlichting over de aard en ernst van de oogafwijking  Vaak is er ook nood aan inzicht in het toekomstperspectief.
Synthese artikel Risico’s, risicofactoren en kansen in de ontwikkeling van kinderen met een gehoorstoornis. Lien Kaes 1BaOC.
Poel, L. van der, Blokhuis, A. (2008). Wat je speelt, ben je zelf
ASS: wanneer zichtbaar?
VERENIGING VOOR ALCOHOL- EN ANDERE DRUGPROBLEMEN (VAD) Een alcohol- en drugbeleid voor het secundair onderwijs.
Vrije-CLB-Koepel vzw Maak kennis met het CLB. 2 Voor wie?  Leerlingen  Ook los van de school  En los van de ouders  Ouders  Met hun zorgen en vragen.
Aangeboren gehoorverlies en ontwikkeling
Rookvrije school, educatie en rookvrije klassen Werkgroep onderwijs.
Begeleiding van experimenterende alcohol- en druggebruikende jongeren Werkgroep onderwijs, werkgroep gezondheidszorg en hulpverlening.
Iedere jongere op de juiste plek. Nieuwe ontwikkelingen Veranderingen in het vmbo o.a. Verscherpen exameneisen invoering passend onderwijs MBO: Focus.
Inhoudstafel Stop 4-7 Hulpaanbod Meetinstrumenten Resultaten Doelgroep
O PVOEDINGSONDERSTEUNING Sarah-Lynn Logghe. INHOUDSTAFEL definitie doelstellingen groeiende interesse vanuit het beleid functies van opvoedingsondersteuning.
Praktische adviezen voor de onderwijssituatie
Ik heb iets van autisme of zo
Autisme in de dagelijkse praktijk
Autismespectrumstoornis
KIJK! voor groep 1-2 Informatie voor ouders.
Jij bent okay! Een competentietraining voor jongeren met LVB en hun ouders met psychische en/of verslavingsproblemen Ivon Riemersma Junior onderzoeker.
PEDAGOGISCH QUOTIËNT EN INTELLIGENTIEQUOTIËNT
Voortijdig schoolverlaten
Onderwijs aan kinderen met aan autisme verwante stoornissen
De weg van de leerling met specifieke
Solidariteit op onze school Enkele suggesties voor gesprek.
<Typ titel via Beeld, Koptekst en voettekst, Koptekst>
Thema-avond oogcomplicaties Dinsdag 13 oktober 2015
Callens Stephen.  Hoe vindt men kinderen met riskant probleemgedrag?  Wie zijn de kinderen met riskant probleemgedrag?  SPRINT: het opsporen van kinderen.
CHRONISCHE ZIEKTE EN LICHAMELIJKE HANDICAP. INHOUDSTAFEL Inleiding Inleiding Chronische ziekte en handicaps Chronische ziekte en handicaps Psychosociale.
Methodiek: Plancyclus
Sowebatraining bovenbouw. Doel van de Sowebalessen! Het aanleren van sociaal competent gedrag en de daarbij behorende vaardigheden Het aanleren van sociale.
GRENZEN EN ZINVOLHEID INTEGRATIE IN HET ONDERWIJS SOFIE VUYLSTEKE – 1 BASWB Bron: Loesje, 1988.
1 Leefstijl en gedrag Hoe verander ik? Drs. Marloes Hogenelst GZ psycholoog Medische Psychologie
Psychosociale behoeftepeiling versus aanbod van zorg aan adoptief-pleegkinderen met FAS(D) Margreet Wolthuis, student toegepaste psychologie.
Peuterspeelzaal De Woezel Een kleine partner met een grote visie. Of hoe klein duimpje het hart wil laten kloppen………………….
Mentorproject/Coachingsproject Fioretti College Veghel.
Marouschka Reezigt-Bos Leerkracht OBS De Werf voltijd HB-onderwijs.
Problemen in de interactie en communicatie bij kinderen met een aan autisme verwante stoornis. M. Serra & R.B. Minderaa.
Thema 3 hoofdstuk 2 Verplegen van zorgvragers met beperkingen door visus stoornissen.
Training Papegaaien. Inhoud Verwachtingen t.a.v. de training Inzicht + handelen Beelden bekijken Oefenen en ervaren Aansluiten WVTTK Vragen?
Emoties bij visuele en auditieve beperking : (niet) horen, (niet) zien en voelen Eva De Stecker Karine Uyttersprot Symposium SEN-SEO, 4/12/2015.
Handelingsgericht werken OGP Bk03 Hans van Doremalen Marion Steegh.
Samenvatting tekst Homoseksualiteit bij jongeren.
Ouderavond Passend onderwijs en arrangeren op de dr. P.C.M. Bosschool
Hoe volgen wij de ontwikkeling van het jonge kind
Overgang van lagereschoolkind naar adolescent
"Een goede oude dag, zo doen wij dat...."
Inzet VHT bij ambulante hulpverlening aan LVB gezinnen
Solvo, Betere hygiëne kan doof kind voorkomen, geraadpleegd op 4/12/2017 via
Autisme in de klas Kijken naar gedrag 12/26/2018.
Behoefte herkenning bij mensen met ernstige meervoudige beperkingen.
Begeleiden Les 7.
Praktische adviezen voor de onderwijssituatie
Transcript van de presentatie:

Slechtziende en blinde kinderen

inhoudstafel Inleiding Slechtziendheid en blindheid Psychosociale aspecten Oorzaken van blindheid en slechtziendheid Diagnostiek Begeleiding van onderwijs Prognose Secundaire preventie: vroegtijdige onderkenning

Inleiding Kinderen met een visuele beperking: - kinderen die helemaal niets meer zien - kinderen die een deel vaan hun gezichtsveld missen en als het ware door een koker kijken - Niet of slecht zien vraagt specifieke aandacht en begeleiding van opvoeders, leerkrachten en andere betrokkenen. Met die specifieke aandacht zullen veel kinderen toch een normaal leven kunnen leiden, de gewone (basis)school bezoeken, studeren…

Slechtzienden en blinden Slechtziendheid komt meer voor dan blindheid. Slechtziendheid: gezichtsscherpte voor veraf is = of < 30% en/of storende uitval van gezichtsveld. Blindheid: gezichtsscherpte voor veraf is < 10% en/of het gezichtsveld is 10 graden of minder. Motorische ontwikkeling: deze verloopt op bepaalde gebieden trager van slechtziende en blinde. Taalontwikkeling: gebruik van woorden in een goede context gebruiken + begripsvorming adequaat voor communicatie. Spelontwikkeling: vaak moeite met samen spelen en delen van materiaal + kunnen zich dirigerend opstellen. Identiteitsontwikkeling: bevorderen van autonomie, zelfvertrouwen en sociale competentie. Prevalentie: aantal blinde kinderen is aanmerkelijk kleiner dan aantal slechtziende kinderen. Differentiaaldiagnose: geeft soms indruk in zichzelf gekeerd te zijn + contactname kan doen denken aan autistiform gedrag.

Psychosociale aspecten Vaak is opvoedingsverlegenheid bij blinde kinderen sterker dan bij slechtziende kinderen. Er zijn veel meer praktische vragen. Risico op over- of onderschatting bij slechtziende kinderen. Risico voor psychosociale ontwikkeling: moeilijk om gedrag van ander juist te interpreteren. → meer gebruik moeten maken van verbale informatie + regelmatig vragen voor verduidelijking → extra aandacht voor aanleren non-verbaal gedrag Bij het ouder worden steeds meer bewust van beperkingen → hebben het moeilijk hiermee. Sommigen aangewezen op hulpmiddelen als een stok of optisch hulpmiddel. Vrijetijdsbesteding: ze sluiten zich bij voorkeur aan bij reguliere verenigingen en clubs.

Oorzaken van blindheid en slechtziendheid Beschadigingen/ defecten aan hoornvlies, lens, glasvocht, netvlies, oogzenuw, visueel geleidingssysteem of visuele schors. (Groeiende) groep kinderen bij wie oogzenuw niet goed functioneert/ bij wie visuele prikkels niet goed worden verwerkt door hersenen. Nog oorzaken: door erfelijkheid, Albinisme, Prematurenretinopathie, Congenitaal cataract, Nystagmus, Opticusatrofie, Tapetoretinale dystrofie, Aniridie, Coloboom, Achromatopsie, Cerebrale en visusstoornissen.

Diagnostiek Soms ontdekken ouders kort na geboorte dat er iets aan de hand is met de ogen van hun kind, soms pas wanneer eisen op school toenemen. Belangrijk is dat oogarts ouders en kind doorverwijst naar centrum voor advies, begeleiding en onderwijs aan mensen met visuele beperking. De onderzoeken hebben belangrijke functie bij bepalen welke hulpmiddelen en aanpassingen het kind baat kan hebben. Onderzoek bij visuele beperkingen vraagt interdisciplinaire aanpak met als doel: stoornissen en risico’s in ontwikkeling tijdig te onderkennen + inzicht krijgen in mogelijkheden en beperkingen van kind. Afhankelijk van beeld kan o.a. psychologisch, didactisch, fysiotherapeutisch/ neuropsychologisch onderzoek worden verricht. Specifieke aandacht voor kind met progressieve aandoening.

Begeleiding en onderwijs Begeleiding van het kind in het gezin: in de eerste periode na het stellen van de diagnose hebben ouders vooral behoefte aan het uiten van hun gevoelens en aan relevante informatie over hun kind. Het accent in de hulpverlening is steeds meer komen te liggen op vergroten van mogelijkheden van kind om zich in zijn eigen omgeving optimaal te ontwikkelen. Onderwijs: alleen kinderen en jongeren met een visuele beperking, volgens de criteria van de who, worden toegelaten tot het (voortgezet) speciaal onderwijs of de ambulante onderwijskundige begeleiding voor visueel gehandicapte leerlingen. Oriëntatie- en mobiliteitsinstructie: leren van specifieke vaardigheden (bv. gebruik van stok). Voor trainingen zijn mobiliteitstrainers, verbonden aan gespecialiseerde centra.

Prognose Voelen zich over het algemeen even gelukkig als leeftijdgenoten, die niet gehandicapt zijn. Ze hebben weliswaar een kleiner netwerk dan hun niet-gehandicapte leeftijdgenoten, maar kwaliteit van hun netwerk en ervaren steun zijn over het algemeen bevredigend. Wel blijkt er behoefte te bestaan aan meer contacten, vooral met niet- gehandicapten. Hoewel mensen met een visuele beperking allerlei beroepen uitoefenen, vormt de beperking nogal eens een barrière bij het vinden en houden van werk.

Secundaire preventie: vroegtijdige onderkenning Een voorwaarde om in een vroeg stadium te kunnen interveniëren is een vroegtijdige onderkenning van de visuele aandoeningen. De jeugdgezondheidszorg in Nederland heeft landelijk een oogheelkundig screeningsprogramma opgezet, dat uitgevoerd wordt door consultatiebureauartsen. Indien nodig vindt doorverwijzing naar de oogarts plaats en verwijst deze door naar een instelling voor mensen met een visuele beperking. Dergelijke centra bieden multidisciplinair onderzoek, advies, begeleiding en onderwijs op alle terreinen van de ontwikkeling. De gespecialiseerde centra kunnen ook een bijdrage leveren aan de diagnose. Daarnaast kan voor aanvullend diagnostisch onderzoek doorverwezen worden (in België: CLB).

Bedankt voor uw aandacht!!