Arbeid, systeemintegratie en inclusie 1. Arbeid 2. Systeemtheorie 3. Sociale systemen 4. Arbeidsdeling en -verdeling.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Samenwerken binnen netwerken:
Advertisements

Art. 60 en welzijnwetgeving Werkgroep activering 7 juli 2012.
Hoofdstuk 5 Sociale verbanden.
Universiteit Antwerpen Karel de Grote-Hogeschool
De fundamenten van de organisatiestructuur
Paragraaf 1 – Mondiale patronen: welvaart en welzijn
Arbeidsdeling en -verdeling
Van Eycken Joannes 2e Bachelor Sociologie
Arbeidstevredenheid en prestaties
De MR in het primair onderwijs: juridische aspecten Inhoud:  Overwegingen t.a.v. de bevoegdheden  Verschillende advies- en instemmingsrechten  Geschillen.
Termen Sterke waardering= persoonlijke keuzes die iemand maakt en die zijn andere waardering richting geven (maatstaf) blz40 Hyperwaarde= cultureel bepaalde.
Cocreatie in de opsporing
Inkoop van zakelijke dienstverlening
Huishoudelijk werk 1. Definities 2. Basiskeuzen
Hoofdstuk 2: Macht en staat
The managment of innovation
Werken op afstand Onderzoek in Vlaanderen Michel Walrave (UA, 2004) Catherine Misonne.
Leuven Institute for Human Rights and Critical Studies
Door Johan Wets. Hoofdstuk 1  Het burgerschap omvat civiele rechten, politieke rechten en sociale rechten  Volwaardig burgerschap: op gelijke wijze.
Nijmeegs Instituut voor Sociaal en Cultureel Onderzoek Communicatiewetenschap.
Functionalisme: basiskenmerken
Macht, controle en hiërarchie
Inleiding tot management en organisaties
Deel 1 Het managen van mensen en organi-saties.
Organisatiestructuur en
de tijd van burgers en stoommachines
Conflicten en onderhandelingen
Milieurehabilitatie Hoofdstuk 8.
Geen woorden maar daden!? Over het belang van een actieve seniorenraad
PoRaad Herman Bijsterbosch 1 maart 2013.
Welkom Module in combinatie met een project Theorievorming Toets MC en/of open vragen MC vragen uit het boek + additionele vragen
1 Docentenhandleiding De integratie van verantwoord ondernemen Studie-avond Syntra West 13 september 2007 Marijke De Prins.
1 Verplicht vrijwilligerswerk & spanningen omtrent activering Dr. Carmen Mathijssen (Cera & LES KULeuven) 22 mei 2014.
Hoofdstuk 4 Waarom werken?
Maatschappijwetenschappen
Business Marketing Management
Consument Onderdeel marketing. Wat is marketing?.
Sociale kaders: Hoofdstuk 14 Sociale structuur
H4:§ 6:p79 Rationeel optimisme Onderzoekers (lees: verlichters) in de 18e eeuw vormen een andere visie op onderzoek en kijk op de wereld Met verstand Benaderen.
Nieuw Schokland Thema 1 - Werk en de samenleving
Belangrijke begrippen (selectie H3, H4)
SOCIALE STRATIFICATIE
Algemene Sociologie PA – B1
Docent: Anco R.O. Ringeling
Hoe werkt de maatschappij? Is deze maakbaar? Hoe beïnvloed je de economie?
Sociologie Cultuur en Context J1.3. Bezetting Maagdenhuis Jeugd en muziek.
Context 4 Verlichtingsideeën en de democratische revoluties
30De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap 36De opkomst van de politiek-maatschappelijke.
Gemeente Heerenveen. Presentatie Fries Zorgcongres Wat is de Participatieraad - Visie en missie - Werkwijze en onze werkgroepen - Advies geven.
Arbeid & maatschappij Inhoud: Actualiteit Wat is arbeid?
Week 2: de basisprincipes van Mintzberg
Sociologie en Diversiteit werkcollege 1
De arbeidsdeskundige beoordeling Praktijk van de arbeidsdeskundige in de letselschade.
Richtlijnen en principes Over diagnostiek en behandeling van gedragsproblemen bij mensen met een verstandelijke beperking 29 maart 2011 Barbara Pot, orthopedagoge/gz-psychologe.
Wat is een Theory of Change? ‘Iedere interventie is gebaseerd op veronderstellingen over wat die interventie teweeg zal brengen’ Het plaatje: welke interventie.
Dia 1 van 23 Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief Dia’s bij hoofdstuk 6 Marie-Thérèse Claes Marinel Gerritsen.
Conflicten en onderhandelingen
3.1 PRODUCTIE.
Sociale kaders: Hoofdstuk 14 Sociale structuur
Belangrijke begrippen (selectie H3, H4)
Politieke socialisatie Politieke institutie Sociale institutie
Bert van Oers Faculteit Psychologie & Pedagogiek
Verandering leidt tot beter sociaal werk? Of niet?
In contact komen Persoonlijk contact
Uitwerking begrippen burgerschap. Sociaal.
Het maken van goederen en het leveren van diensten
Wetenschappelijke Revolutie, Verlichting en Franse Revolutie
Stap drie bij projecten
Organisatiestructuur
Geen woorden maar daden!? Over het belang van een actieve seniorenraad
Transcript van de presentatie:

Arbeid, systeemintegratie en inclusie 1. Arbeid 2. Systeemtheorie 3. Sociale systemen 4. Arbeidsdeling en -verdeling

1. Arbeid: (a) definitieprobleem Overgedefinieerd begrip Onbruikbare definities: –beperken tot fysieke productie –indelen van activiteiten volgens productief of niet-productief (vgl. meerwaarde of niet) –beperken tot betaalde, formele arbeid

1. Arbeid: (b) mogelijke definities (#1) Antony Giddens (in Van Berkel en Moller, 2002): “the carrying out of tasks, involving expenditure of mental and physical effort, which have as their objectives the production of goods and services that cater to human needs” (Giddens, 1989, p 481).

1. Arbeid: (b) mogelijke definities (#2) Albert Mok (2004): “Arbeid is het verrichten van taken die nut hebben voor de mensen die ze uitvoeren, voor hun naaste omgeving alsmede voor de maatschappij als geheel.” Van Berkel en Moller (2002): “any task that one may wish to pay someone else to do”

1. Arbeid: (c) gekozen definitie Sociologisch-economische definitie van arbeid (in lijn met systeemtheorie van Niklas Luhmann & Dirk Baecker) Arbeid is: (1) het (re)produceren van gewaardeerde goederen en diensten; (2) het (re)produceren van de daarbij gepaard gaande relatie (ruilverhouding, rollen en posities).

1. Arbeid: (d) voorbeelden van de definitie (#1) (1) Dokter-patiënt: –dokter maakt diagnose en bepaalt therapie; –dokter en patiënt bevestigen elkaars rol: erkenning van inspanning en expertise van de dokter; volgzaamheid van de patiënt. (2) Ambtenaar (benoemd door overheid) of bediende (met contract van onbepaalde duur): –aangesteld om diverse (niet noodzakelijk gespecificeerde) taken uit te voeren; –onderworpen aan het gezag van de werkgever; verondersteld om voor onbepaalde duur te blijven werken.

1. Arbeid: (d) voorbeelden van de definitie (#2) (3) Management van een Tayloristische productielijn: –er wordt geproduceerd; –er wordt gezagsverhouding gereproduceerd (management bepaalt de manier van produceren; werknemers voeren uit) (4) Verkoper en koper op Ebay: –kopen en verkopen; –reputatie van betrouwbare (ver)koper bevestigen.

1. Arbeid: (e) extreme voorbeelden (#1) Dokter-patiënt: –Knock ou le triomphe de la médecine (Jules Romain, 1922) –Doc Martin (TV-reeks, 2004) Systeembeheerders in een groot bedrijf (b.v. Ethias): –hebben er belang bij om gebreken in het informaticasysteem op te lossen; zonder evenwel het systeem echt doorzichtig te maken (anders verzwakken ze hun positie).

1. Arbeid: (e) extreme voorbeelden (#2) Ludieten: brekers van de weefgetouwen tijdens de industriële revolutie in Engeland (gelijke of hogere productie maar bedreiging van de rollen). Onzichtbare (en daardoor ondergewaardeerde) arbeid: –leraars, voor het deel dat ze thuis werken; –telewerk (Arbeidswet: “de werknemer werkt onder het gezag van de werkgever”); –huishoudelijk werk

1. Arbeid: (e) extreme voorbeelden (#3) Het geval Jean-Claude Romand (begin jaren negentig in Frankrijk). Was werkloos en ongediplomeerd, maar deed achttien jaar lang alsof hij als arts bij de UNO werkte. De film L’emploi du temps (2001, Laurent Cantet) vertrekt van dit gegeven.

2. Systeemtheorie: (a) basisauteurs Algemeen: –Bertalanffy, jaren 1930 (organismic system theory) - jaren 1950 (general system theory) –Umberto Maturana, Francisco Varela, jaren 1980 (autopoietische systemen) In de sociologie: –Talcott Parsons ( ), jaren –Niklas Luhmann ( ), jaren

2. Systeemtheorie: (b) werkwijze Doel: een complex object beschrijven en analyseren Veronderstellingen: –het object heeft elementen en relaties tussen die elementen –het object heeft een identiteit: het onderscheidt zich van een omgeving

2. Systeemtheorie: (c) soorten systemen Soorten: –Machine –Organisme –Sociaal systeem –Psychisch systeem => Wat zijn de eenheden en relaties van elk systeem? => Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen soorten systemen?

2. Systeemtheorie: (d) sociale en psychische systemen Sociale en psychische systemen zijn zingevende systemen: geven betekenissen aan zichzelf en hun omgeving. Sociaal systeem: elementen zijn de communicaties (uitspraken) en handelingen; relaties zijn de communicatie- en handelingspatronen (de koppelingen tussen de communicaties en handelingen) Psychisch systeem: elementen zijn bewustzijnsinhouden Relatie psychisch en sociaal systeem: sociale systemen hebben psychische systemen - personen - nodig; maar zijn niet opgebouwd met die personen

3. Sociale systemen: (a) vormen –Interactiepatronen –Organisaties –Samenlevingen

3. Sociale systemen: (b) differentiatie (#1) Segmenteel Hiërarchisch Functioneel

3. Sociale systemen: (b) differentiatie (#2) Segmenteel: –omgrensde samenlevingsverbanden: gemeenschap, steden –omgrensde organisaties (huishouden, school,...), regels over lidmaatschap –omgrensde interactiepatronen (les, doktersconsultatie...), regels over wie aan de interactie mag deelnemen

3. Sociale systemen: (b) differentiatie (#3) Hiërarchisch: –samenleving: leidende gemeenschap, stad –organisaties (leidinggevenden-uitvoerenden) –interactiepatronen (leraar-leerling,...): communicaties die aan de ene partij zijn toegelaten, zijn dat niet voor de andere; conflicten niet mogelijk zonder afbreuk aan de relatie

3. Sociale systemen: (b) differentiatie (#4) Functioneel: –gespecialiseerde organisaties (met voornamelijk economische, intermenselijke, culturele of politieke functie) –gespecialiseerde interactieverbanden

3. Sociale systemen: (c) integratie wanneer de gedifferentieerde soorten handelingen zich reproduceren in vaste verbanden (interactiepatronen, organisaties, samenlevingen)

3. Sociale systemen: (d) inclusie Inclusie = Personen nemen deel aan sociale systemen (economisch, intermenselijk, politiek, cultureel) Exclusie: geen deelname aan een of meerdere sociale systemen Reden: –persoonlijke keuze (zich beperken, zich terugtrekken) –geen toegang (of beperkte toegang, doodlopende paden)

3. Sociale systemen: (d) inclusie Persoonlijke integratie: wanneer de deelnames aan de sociale systemen elkaar versterken Vb. van gebrek aan integratie: –werk met goede contacten maar met weinig inkomen; –werk dat slecht verenigbaar is met gezinsleven

3. Sociale systemen: inclusie versus systeemintegratie (#2) Er kan systeemintegratie zijn zonder inclusie: –politieke besluitvorming met beperkte participatie –cultuur en kennis die voorbijgaan aan velen –intermenselijk: vele personen die geen positie, status of rol kunnen verwerven –economisch: personen die geen of onvoldoende inkomen kunnen verwerven

4. Arbeidsdeling en –verdeling: (a) arbeidsverdeling Arbeidsverdeling is universeel gegeven Arbeidsverdeling = het verdelen van arbeidstaken tussen personen (of organisaties, instituten). Bijvoorbeeld: –taken in een gezin –functies in een bedrijf –taken van verschillende diensten of organisaties

4. Arbeidsdeling en –verdeling: (b) arbeidsdeling (#1) Arbeidsdeling is “moderne”, wetenschappelijke aanpak Arbeidsdeling = het onderscheiden van deelhandelingen in een arbeidsproces Bijvoorbeeld: –assemblage van een wagen of een meubel –te volgen handleiding –script t.o.v. een klant

4. Arbeidsdeling en –verdeling: (b) arbeidsdeling (#2) Arbeidsdeling is gebaseerd op analyse: –observeren –beschrijven –vergelijken Bijvoorbeeld: –werkwijze 1 ---> resultaat 1 –werkwijze 2 ---> resultaat 2 >optimaliseren –werkwijze 3 ---> resultaat 3 (instrumentele arbeid)

4. Arbeidsdeling en –verdeling: (c) Historische referenties (#1): Denis Didérot Encyclopédie ou dictionnaire raisonné des sciences, des arts et des métiers (gepubliceerd tussen 1751 en 1772) Systematiseren en verspreiden van technische kennis. Voor elk vakmanschap aangeven: – welke materialen en werktuigen (=machinerie) – welke bewerkingen, welke termen – welke eindproducten machinemetafoor: mensen en dieren worden vergeleken met machines

4. Arbeidsdeling en –verdeling: (c) Historische referenties: (#2): Adam Smith A theory of moral sentiments (1759) –natuurlijke sympatie en empatie tussen mensen –verantwoordelijkheid van de staat: vermijden van armoede (An inquiry into the nature and cause of) the wealth of nations (1776) –eerste gebruik van de term arbeidsdeling (divison of labour) –arbeidsdeling vereist samenwerking –arbeidsdeling leidt tot hogere productiviteit én welvaart Conclusie: instrumentele visie op arbeid en ruilverhoudingen

4. Arbeidsdeling en –verdeling: (d) conclusie (#1) Arbeidsdeling vereist veel samenwerking en coördinatie = intensifiëren van sociale relaties en uitwisselingen Arbeidsdeling bevordert formele organisaties en marktverhoudingen Arbeidsdeling gaat in tegen intermenselijke relaties (weinig autonome, makkelijk vervangbare personen)

4. Arbeidsdeling en –verdeling: (d) conclusievoorbeelden (#2) Voorbeelden: –Als interim voor Unique, wordt je zogenaamd als uniek persoon behandeld. Je krijgt evenwel functies zoals “accountant assistant” of “sales assistant”. –Als ingenieur bij Alcatel in Antwerpen moet je je taken en werkwijze zo goed mogelijk beschrijven. Je taken (en je hele afdeling) worden dan overgenomen door ingenieurs in India.

4. Arbeidsdeling en –verdeling: (d) conclusievoorbeelden (#3) Voorbeelden: –Als leerkracht in het secundair onderwijs moet je voortdurend planningen opstellen en over jezelf rapporteren (i.e. bureaucratisering van het onderwijs). Het professionalisme en het vakmanschap van je werk wordt ondergraven.