Theory of the firm: Michael C. Jensen William H. Meckling Nathalie Daems 2de Bachelor Sociologie

Theory of the firm: an empty box? Theorie van de markten Adam Smith “Black Box” Black box beperkingen  conflicten tussen objecten in evenwicht? Pogingen nieuwe theorie te maken Theory of the firm is ongeschikt voor het verklaren van bestuurlijk gedrag

Agency Costs Theory of the firm  problemen  agency costs Agency relationship = organisatorische relaties  Wat? Agency costs  Wat? Agency costs  Hoe? Algemeen probleem van de organisatie

Some general comments on the definition of the firm Ronald Coase  economie geen goede theorie om bindingen van bedrijven te verklaren Alchain en Demsetz  contracten = vrijwillige ruil  Contractuele relaties = essentie van bedrijf

“Legal fictions”  kunstmatig construct die toelaat bedrijven te behandelen als individuen  Wat? Voorbeeld  Private bedrijven Geen onderscheid wat in het bedrijf is en uit het bedrijf is Realiteit = menigte van complexe relaties  Bedrijf is geen individu = “legal fiction” = helpt complexe processen

The agency costs of outside equity Bedrijf = volledig van eigenaar = beslissingen reflecteren in geldelijke en niet-geldelijke ondernemingscapaciteiten Optimale vermenging  marginaal nut = elke niet-geldelijke item & marginaal nut na koopkracht Eisen = organisatiekosten = afwijking van belangen Uitgave van hulpbronnen = bezit van stock Belangen tussen manager en aandeelhouders verschilt  prijs reflecteert in kosten

Welzijnskosten stijgen als het eigenaarschap niet rechtvaardig is Werkingsconflict = managers neiging voor extraatjes Belangrijkste conflicten = aansporing nieuwe activiteiten Simpele vermijding ‘Total gross agency costs’ = kosten van splitsing van eigenaarschap en controle

Agency costs = onvermijdelijk resultaat van organisatorische relaties conclusie: werkingskosten moeten efficiënt en optimaal zijn, aangezien ze onvermijdelijk zijn in onze samenleving.

Factors affecting the size of the differgence from ideal maximinazation Organisatorische kosten = verschil tussen bedrijven  voorbeelden Grootte van de kosten worden gerelateerd tot de manager Managers mogelijkheid bedrijf te verkopen Andere managers kunnen organisatorische kosten doen verdwijnen

Conclusion Organisatie = sociale uitvinding Groei in gebruik van corporaties  investeerders niet te vrede zijn met resultaten Contracten = producten van een historisch proces voor min. van werkingskosten  Alternatieve  toch markttest overleeft