Impairment :. - fysiologische stoornis, cosmet. afwijking,

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Uitsluiting en discriminatie
Advertisements

KWALITEITSZORG november 2012
De arbeidszorgmedewerker in Vlaanderen in beeld - enkele cijfers Globaal beeld van 'de arbeidszorgmedewerker' 2012 (algemene cijfers, profiel, context)
Als je niet kunt zien, dan bekijk je het maar…. Waarover gaat het artikel? • Experimenteel onderzoek naar de effecten van ernst, persoonlijke verantwoordelijkheid.
Wat was toen het grootste het grootste probleem van de van de FOD?
Rijden en epilepsie Eric Schmedding.
Suïcide en schizofrenie, risicofactoren en implicaties voor behandeling M. De Hert & J. Peuskes.
1 Resultaten marktonderzoek RPM Zeist, 16 januari 2002 Door: Olga van Veenendaal, medew. Rothkrans Projectmanagement.
Geestelijke Gezondheid in Vlaanderen
Uitgaven aan zorg per financieringsbron / /Hoofdstuk 2 Zorg in perspectief /pagina 1.
1 - RA patiënten – Februari 2009 REUMATOÏDE ARTRITIS KENNIS – OPVOLGING – PERSOONLIJKE EVALUATIE Patiëntenonderzoek Initiatief van met de steun van nv.
Schizofrenie Maité Geldhof 1BaOa2.
Keynote ter gelegenheid van 6 jaar Partnership Depressiepreventie.
Global e-Society Complex België - Regio Vlaanderen e-Regio Provincie Limburg Stad Hasselt Percelen.
Stoornis tijd voor een nieuwe definitie Woorden gaan zo hun eigen leven leiden. Zo ook bij het woord stoornis. Het risico van dat eigen leven, de ‘oneigenlijke’
Natuurlijke Werkloosheid en de Phillipscurve
REUMATOÏDE ARTRITIS KENNIS – OPVOLGING – PERSOONLIJKE EVALUATIE
De follow-up van NICU-kinderen met gehoorverlies na 3-5 jaar
Nazorgpoli Intensive Care Ikazia ziekenhuis
JONGEREN en DRUGS van kennismaking tot verslaving
Nooit meer onnodig groen? Luuk Misdom, IT&T
Elke 7 seconden een nieuw getal
A LS JE NIET KUNT ZIEN DAN BEKIJK JE HET MAAR Experimenteel onderzoek naar de effecten van ernst, persoonlijke verantwoordelijkheid en openheid op stigmatisering.
‘Als je het niet kunt zien, dan bekijk je het maar’…
Psychiatrische stoornissen bij patiënten met een lichamelijke aandoening Hanne Claeys.
Drugs- en alcoholverslaving
Syndroom van Gilles de la Tourette in de DSM-IV
Oefeningen F-toetsen ANOVA.
Van diagnose naar etiket Discussiemiddag 19 juni 2013 Centrum voor Ethiek 1.
Wat levert de tweede pensioenpijler op voor het personeelslid? 1 Enkele simulaties op basis van de weddeschaal B1-B3.
Inkomen bij ziekte en arbeidsongeschiktheid
In dit vakje zie je hoeveel je moet betalen. Uit de volgende drie vakjes kan je dan kiezen. Er is er telkens maar eentje juist. Ken je het juiste antwoord,
Rouw bij de patiënt & Rouw bij de dokter
Programma Hoe doe ik een goede suiciderisico- inschatting (bij bordelinepatient) Kan ik zelfmoord voorkomen? Hoe kan ik als huisarts scherper signaleren,
Seminarie 1: Pythagoreïsche drietallen
Marieke Bossuyt en Barber Declerck
Brussel nader onderzocht
Voorspellende factoren van post-CVA depressie
Inger Plaisier Marjolein Broese van Groenou Saskia Keuzenkamp
Cliënt Volg Systeem Niet Aangeboren Hersenletsel MEE IJsseloevers
Help! ‘Niet vorderende ontsluiting’
SAMENWERKING WO EN HBO BIJ AANSLUITINGSONDERZOEK V0-HO Rob Andeweg DAIR 7 en 8 november 2007.
CQI- ziekenhuisopname ontwikkeling en discriminerend vermogen
Presentatie contactpersomemnetwerk
EFS Seminar Discriminatie van pensioen- en beleggingsfondsen
Eerst even wat uitleg. Klik op het juiste antwoord als je het weet.
Individuele leerlijnen
Sarah Bal & Marlies Tierens, Universiteit Gent
DE OPVANG VAN NABESTAANDEN NA EEN SUÏCIDE
Behandeling (RA) 1. Langdurend intensief bewegingsprogramma is gunstig voor functionele mogelijkheden en emotioneel welbevinden en niet ongunstig voor.
Portzky Michael Donderdag 2 okt 2014
1 Amsterdam, april 2005 Drs. Frits Spangenberg Rotary Extern imago.
Verstandelijke beperking. Chromosomale aandoeningen Prenatale diagnose Postnatale diagnose.
Mijn partner heeft Q-koorts, wat nu?
Gezondheid oudere migranten in Utrecht (selectie)
Openbaar je talent Service public, talent particulier.
Handelen bedrijfsarts bij werknemers met ischemische hartziekten
Week 6 GGZ Preventie en psycho-educatie
Bewegen en gezondheid Bruno Reynders. Gezondheid  WHO 2011 : Gezondheid is het vermogen van mensen zich aan te passen en eigen regie te voeren, in.
Klinische les medisch maatschappelijk werk
Seksualiteit Het bespreekbaar maken van seksualiteit in het contact met de cliënt als onderdeel van de hulpverlening.
Paulien Verschoren Groep psychische stoornissen 1BaOC4
Zorg op maat voor depressieve ouderen van levensbelang. Hannie Comijs.
Hallo Medemens! Jannie Boomsma 12 februari Allereerst wat vragen… 1) Psychiatrische aandoeningen komen niet veel voor 2) Mensen met een psychiatrische.
Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFo P 2.
Vluchtelingen en asielzoekers
Hoofdstuk 7 Assessment Perspectives and the Human Matrix: Brigdes to Effective Treatment Planning in the Initial Interview.
Finding ways to promote STI testing among the Afro-Caribbean community
Diagnose en classificatie in de Psychiatrie
Transcript van de presentatie:

Impairment :. - fysiologische stoornis, cosmet. afwijking, Impairment : - fysiologische stoornis, cosmet. afwijking, anatomisch letsel m.b.t. 1 of meer lichaamssystemen - mentale, psychologische stoornis Disability : fysiek, mentaal letsel beperking van majeure “leefactiviteiten” Handicap : nadeel, beperking t.g.v. van barrières, tekorten omgeving WHO, 1980

Classificatie van disability, handicap Diagnose : letsel, oorzaak bv. MS, diabetes Systeem: neurologisch, cardiovasculair, …. Verloop : acuut - insidieus begin, progressief, …. Functieverlies : quadriplegie, paraplegie,…. Andere : pijn, behandeling, effecten ervan impact op ADL

Frequentie (1) 10% van bevolking heeft disability VS : 35-43 miljoen UK : 8,6 miljoen Mobiliteitsproblemen 32% Intellectueel deficit 26% Gehoorstoornissen 14% Epilepsie 13% Visuele deficits 11%

Frequentie (2) Oorzaken : 20% ondervoeding 20% congenitale afwijkingen 20% niet infectieuze aandoeningen 15,6% trauma 13,2% andere (o.a. verouderen) VS : hartziekten, rugproblemen, arthritis, diabetes, orthopedische problemen v. B/O ledematen Toename aantal o.m. door armoede en betere behandeling w.b. geweld, acute ziekte of trauma Grootste groep tussen 25-65 jaar, ernstiger boven 65 jaar

Modellen - disability Moreel model : - straf, boete, event met bijzondere gaven - risicovol gedrag - verantwoordelijkheid van betrokkene, (verzekering / vergoeding ?) Medisch model : - fout in anatom., functioneel systeem - “objectieve”, “neutrale” gegevens ? - persoon is passieve ontvanger meer technisch, letsel behandelen, niet persoon met beperking, minder sociale aspecten - eerder sympathie dan empathie, - grens ziek-gezond, normaal-afwijkend ? normen functioneel, esthet., psychol.

Sociaal model - Minderheidsgroep Gebrek, handicap veroorzaakt door sociale context - maatschappij faalt omgeving aan te passen aan mogelijkheden en noden van individu - personen met disability : uitgesloten, verdrukt, gediscrimineerd - vergelijkbaar met andere minderheidsgroepen - gaat om de beleving, ervaring van disability niet om specifiek letsel of aandoening - ervaring gemeenschappelijk voor elk disability “the disability experience” (Olkin)

Stereotypen en attituden Beeldvorming : eerste indruk vooral bepaald door centrale aspecten - verwijst naar reeks van andere karakt. - fungeert als verklaring van karakt. - kleurt ganse persoon disability centraal karakteristiek, negatief, bepaalt globale indruk, facetten Aantrekkelijk zijn : - meer succes, meer aanvaard., gelukkig zijn, beter soc.-fam., …. - gebrek is negatief, verwijst naar, staat voor negatieve aspecten (lichaam is de spiegel van de ziel)

Stereotypen - attituden Cognitieve schema’s : - verklaren, uitleg van omgeving - verklaring moet persoon bevredigen t.o.v. gebrek : verklaring beschermt individu - schept afstand - ook “besmetting” van familie, hulperverleners Informatie en overtuigingen (beliefs) bepalen attitudes - informatie : kennis verbetert attitude externe factoren, grotere afstand pos. attitude - overtuiging: gemeenschappelijk in socio-culturele context bepaald door informatie, en attitudes van anderen,… - informatie, overtuiging bijgestuurd door persoonlijke contact weinig contact weinig object. kennis meer mythen / stereotypen vermijden van contact

Attituden Bepaald door : - schema’s, informatie, beliefs - contact - opleiding, leeftijd - aspecten van disability hiërarchie van disability Belang van : - rolmodellen, aansluiten bij groepsgelijken (afstand t.o.v. familie) - attitude werkgevers (tewerkstelling niet gerelateerd aan aard, ernst, disability)

Stereotypen - Affect, gedrag Voorschrift : - “blij” te zijn verbod op woede = ondankbaar voor hulp -” plicht” te rouwen, vooraleer aanpassing mogelijk Adjustment : - veronderstelt stadia, evolutie - verschillende modellen beschreven waarschijnlijk niet algemeen toepasbaar Response : - verbreden van veld van waarden, verhogen van mogelijkheden die resten - ondergeschikt maken van fysieke karakt. - effect van disability beperken tot letsel rolstoelpatiënt  persoon met rolstoel - niet vergelijken met standaard, waarde op zich evalueren Beperkte privacy, controleverlies, Care - Cure model

Psychiatrische stoornis patiënt status  - Inkomen, werk, woonst label Andere variabelen - demoralisatie … (vroeger inkomen, opleiding, leeftijd,…) versterkt psychische stoornis zonder label, weinig impact

Stigma - geestesstoornissen Wolff e.a. ‘96 Iemand kennen met psych. stoornissen: minstens 1: 80 % in de familie: 30 % zelf psych.st: 13 % Geestesziekte noemen: tenminste 1: 65 % Herkennen psych.stoornis: vreemd gedrag (73%), spraak (61%), gelaatsexpressie, agressie, kleding (25%) Oorzaken psych.stoornis: stress (83%), erfelijkh.(39%), hersenpathologie (22%) Behandeling: medicatie (75%), psychother (59%), soc.interv. (12%) Weinig kennis : veel sociale controle vereist

Verminderen van stigma (WHO) Openlijk bespreken van geestesstoornissen in de maatschappij. Geven van adequate informatie - oorzaken, verloop, symptomen, prevalentie Tegengaan van negatieve stereotypen misvattingen Voorzien van steun, behandelingsmodaliteiten - maximale deelname aan gemeenschappelijk leven - wetgeving m.b.t. - discriminatie - tewerkstelling - toegang tot voorzieningen

Labeling theorie Scheff (1966) Ongewoon gedrag, symptomen - normovertredingen label psych.stoornis - controle van deviant gedrag Subject onderworpen aan uniforme respons van anderen Gedrag opgebouwd tot rol van geesteszieke “Patiënt” incorporeert identiteit van geesteszieke Chronisch psych. ziekte als gevolg

Label geesteszieke Diagnose geestesziekte - label geestesziekte Associatie met afwijkend gedrag stigma negatieve, cognitieve en gedragsmatige effecten

Label geesteszieke - stigma Diagnose geestesziekte, label voor geesteszieke Label - structureert omgeving - negatief effect: - als ten onrechte toegepast - als opgebouwd uit neg. aspecten - van daaruit gedrag geïnterpreteerd, andere benaderd Psych.label, stigma: nl gedrag als negatief bestempeld belangrijke negatieve connotatie Centraal kenmerk, impact op andere aspecten negatieve cognitieve, affectieve, gedragsmatige effecten

Gemodifieerde labeling theorie (Link 1987) 1. Psychiatrische label, stigma in de maatschappij - neg.attitude, generalisaties, kritiekloos overgenomen - devaluatie, discriminatie van psych. patiënten 2. “Zelf” labeling door psych. diagnose - opvattingen, label persoonlijk relevant door diagnose - visies gereactiveerd - reële rejectie, discriminatie - zelfdevaluatie, verlies zelfwaarde en -vertrouwen - verwacht reacties anderen, verdedigt zich (isolatie, interacties moeilijker, defensief, onzeker, negatieve interpretaties)

Negatief stigma geestesstoornis Stoornis moeilijk te meten, objectiveren grens moeilijk te trekken tussen pers. - patiënt Psychopath. moeilijk te verklaren of oorzaken onduidelijk patiënt eigen aandeel (toxico, depressie, ….) Gedrag onvoorspelbaar, gevaar, geweld Media, film, boeken, opvoeding, taalgebruik Gebrek aan kennis, informatie Beperkte sociale vaardigheden minder contact, geen nuancering

Gemodifieerde labeling theorie (2) 3. Antwoord op stigmatisatie - Geheimhouding isolatie - Terugtrekken uit sociale rol soc.rolgedrag, netwerk kleiner - Andere informeren, opvoeden risico op groter stigma 4. Gevolgen van stigma - Demoralisatie, zelfwaarde verloren - dysforie, pessimisme - disfunctioneren soc, prof, fam, ind. - Verwachting verwerping, minder steun . Verengen soc. netwerk, geen poging reïntegratie . Meer angst, depressie . Overbelasting kwetsbaarheid, minder steun

Attitude t.o.v. geestesziekten (Taylor ea. 1996) 1) Autoritair optreden gebrek aan verantwoording, anderen moeten beslissen 2) Welwillendheid psych.patiënten zijn als kinderen, verzorgen 3) Angst en uitsluiting patiënten zijn gevaarlijk, agressief, onberekenbaar op afstand houden

Familie - Stigma Stigma familie vergroot door genetica ? Familieleden samen met patiënt gestigmatiseerd. Familie: - verbergen hospitalisatie - weinig communicatie met anderen - stigma beleving groter bij eerste symptomen - geen effect - diagnose of opn.setting - bij hoge SES, meer verbergen

Attitude veranderen Tijdig behandelen: voorkomen afwijkend gedrag beperken Betere social skills, meer contacten “Correcte” informatie - m.b.t. geweld, gevaar, symptomen - belang .van juist perspectief acute symptomen,geweld . informatie m.b.t. rehabilitatie, noden Persoonlijk contact

Verloren jaren gezondheid Gezondheidsprobleem Infectieziekten, parasieten Traumata Geestesstoornissen Cardiovasculaire aandoen. Respiratoire infecties Perinatale problemen Kwaadaardige tumoren % “Daly” lost (‘90) 22.9 11 10.5 9.7 8.5 6.7 5.1 WHO 1999

Geestesziekte Aantal gevallen (miljoen) Majeure depressie 340 “Alcohol” problemen 288 Mentale handicap 60 Epilepsie 40 Dementie 29 Schizofrenie 45 Suicidepoging 10-20 Geslaagde suicide 1 NB: Majeure depressie, schizofrenie, man.depr.psychose, alcoholproblemen OCD: 5 van de 10 belangrijkste ziekten

Depressie: Morbiditeit - Mortaliteit 3 x meer consultaties huisarts 4 x meer afwezig op werk 15 % depressieve patiënten: suicide 18 maanden na infarct: 17 % depressieve pt overleden 3 % niet depressieve pt overleden chronisch recidiverend verloop: tot 80 % recidief na 3-5 jr 20-30 % therapieresistent

Reden (relatieve) toename van psych.stoornissen Verbeteren van somatische gezondheid Chronisch verloop van geestesstoornissen Verouderen van bevolking - Toename oorlog, geweld, armoede, vluchtelingen, discriminatie, - Verhoogde soc.prof. belasting, verminderd fam/soc opvang Objectieve toename van depressie, jonge volwassenen Impact van symptomen, chronisch op verloop indiv. , fam., maatsch.

Stigma van de psychiatrie Schaamte, oneer, schuld, falen bij diagnose van geestesstoornissen Vermijden, afwijzen van psych. patiënt (“not in my back yard”) Negatief effect op - verloop, herstel, zelfbeeld - zoeken, vinden adekwate hulp - allocatie van middelen (wet. ond., behandeling) - soc. rehabilitatieprogramma’s Moeilijk, onmogelijk deel te nemen aan soc. netwerk, tewerkstelling Stigma effect op familie, hulpverlener

Stigma - geestesstoornissen Wolff e.a. ‘96 Iemand kennen met psych. stoornissen: minstens 1: 80 % in de familie: 30 % zelf psych.st: 13 % Geestesziekte noemen: tenminste 1: 65 % Herkennen psych.stoornis: vreemd gedrag (73%), spraak (61%), gelaatsexpressie, agressie, kleding (25%) Oorzaken psych.stoornis: stress (83%), erfelijkh.(39%), hersenpathologie (22%) Behandeling: medicatie (75%), psychother (59%), soc.interv. (12%)

Oorzaken van psychiatrische ziekte (Link’99) Sl.Kar. Stress Chem. Genet. Opvoed God. Alcoh.afh. 51 92 63 60 66 9 Maj. depr. 39 95 73 53 47 15 Schizofrenie 39 91 85 67 45 17 Cocaïne afh 66 72 48 27 42 6 Troubled 40 93 43 28 58 28

Attitude t.o.v. geestesziekte (Link’99) Agressie (%) Afstand (%) Alc. Afhankelijkh. 71 70 Maj. Depressie 33 47 Schizofrenie 61 63 Cocaïne afhank. 87 90 “ Troubled” person 17 29

Depressie - Frequente pathologie U.S.A. Life time prevalentie: 5-12 % man, 10-25 % vrouw Punt prevalentie: 2-3 % man, 5-9 % vrouw Europa: “depress” groep (78 463 indiv.,B,Nl,Fr,D,Sp) 6 mnd prevalentie: 7 % majeure depressie 1,8 % mineure depressie 8,3 % depressieve symptomen Toename depressie jong man. bevolking (20-39 jr) ?

Recente “Belgische” cijfers 175.000 werknermers meer dan 1 jr WO (invalide) van 3.282.000 werknemers 50.000 psychiatrische stoornis 44.000 orthopedische aandoening 21.000 hart & bloedvaten 12.000 ongevallen, intoxicaties 11.000 neurologische stoornis Verdubbeling aantal patiënten psych.consultaties (‘90-’98)

STIGMATISERING - LABELING Psych. diagnose: - oneer, schuld, schaamte, falen - devalorisering van de persoon Labeling effect: persoon gedraagt zich in overeenstemming met diagnose Stigmatisering: - vermijden, afwijzen van patiënt negatief effect op - verloop, herstel, zelfbeeld - zoeken, vinden hulp - allocatie van middelen - moeilijke psychosoc., profess. reïntegratie Stigma effect op familie, hulpverlener