Reliëf.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Reliëfvormen in België en Europa
Advertisements

11 Reliëf en kaart 11.1 Hoogtelijn, hoogtezone, hoogtecijfer, kleur
Dalen en stijgen.
Water: Soms te veel, vaak te weinig
De patiënte staat recht, houdt de voeten gelijk en de schouders tijdens het meten recht. De patiënte geeft aan wanneer tijdens het meten het maximale van.
Hoofdstuk 1 Endogene en exogene processen Paragraaf 7 t/m 9
Verwering Verwering = het verbrokkelen of vergruizen van gesteenten onder invloed van het weer of plantengroei. 2 soorten: a) Mechanische verwering = het.
Hoofdstuk 2 Afbraak en opbouw van het landschap
Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8
Par. 2 Landschappen in beweging
2 havo/vwo 2 landschap, §4.
§ 4 WATER, DE WITTE OLIE.
Hoofdstuk 1 Endogene en exogene processen Paragraaf 7 t/m 9
§ 1.1 Nederland rivierenland: Rijn en Maas
Hoofdstuk 9 : Rivieren 1. Soorten rivieren enkelvoudige (meanderende)
Een werelddeel met veel contrasten.
Werken met een atlas Hoe doe je het?.
P2.3: Verwering en erosie.
Exogene krachten = krachten die van buitenaf het aardoppervlak vormen
De werking van rivieren
niemand die mijn hart vervult zoals U,
Morenen.
Geomundo - Focusthema 6 LES 3: reliëf in Europa
In punt P werken drie krachten: Fspan in de richting van het touw Fveer 15 N schuin links omhoog Gewicht recht naar beneden Hoofdstuk 3 som 20.
§3.1 Kennismaken met Middellandse Zeegebied
Planning Introductie Wonen in Nederland
14 Reliëf en rivieren 14.1 Ontstaan van rivieren 14.2 Stroombekkens
10 Landschap en reliëfvormen
9 Landschap en reliëf 9.1 Wat is reliëf?
Wonen in Nederland.
Hoofdstuk 3 Natuurgeweld deel 3
Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8
Gesloopt gesteente (par. 6) Verweringsmateriaal in beweging (par. 7)
Verwering Verwering = het verbrokkelen of vergruizen van gesteenten onder invloed van het weer of plantengroei. 2 soorten: a) Mechanische verwering = het.
Hoogteverschillen in het landschap.
3 havo Hoofdstuk 4 KUSTEN.
3.2 De aarde verandert van buitenaf
5.2 de aarde verandert van buitenaf
HOOFDSTUK 6 ECOSYSTEMEN
RELIËFVORMEN We oefenen….
Het reliëf = verschil tussen hoog en laag in een landschap.
Herhalingsopdracht p.38.
Hoogtezones en reliëfvormen
Hoofdstuk 4: Nederland: wateroverlast Paragraaf 1 t/m 4
WIELEN VAN WATER TAAK 2.
Delen van een vulkaan + vulkaantypes
Reliëf: afwisseling van hoogten en laagten van het grondoppervlak
Spel.
3 havo 4 water, §2 t/m 4 1.
Vraag: Door welke twee landen stroomt de rijn?
2 hv H2 Landschap § 2-5.
2 T/H Hoofdstuk 2 Landschappen §2-4
Europa 4. landschappen.
Vormleer: vlakke figuren - vierhoeken
Reliëf en hydrografie van de Loirestreek
Klimaat: Temperatuur, luchtdruk en wind, Neerslag
Aardrijkskunde samenvatting
Op sneeuwklas in Zwitserland
6.3 De gebarsten aardkorst
Op sneeuwklas in Zwitserland
Van zwerfstenen tot boeren op de Utrechtse Heuvelrug
Landschappen.
§ 3 Gesteente wordt verplaatst
Aardrijkskunde 6.7 Het land van vuur en ijs.
1 Klein gebied Heuvel Berg Vallei Dal kloofdal V-dal boogdal
Met woorden in de weer In het hooggebergte.
De werking van een sluis
Opdrachten met panorama
Geomundo - Focusthema 6 LES 3: reliëf in Europa. DE AARDBOL DE KERN 2. DE MANTEL 3. DE KORST.
LICHT - spiegelbeeld Het spiegelbeeld.
Transcript van de presentatie:

Reliëf

Vanwaar komt het water??

Reliëf en afstromend water Hoe kunnen we aan de hand van afstromend water hoogteverschillen en hellingsvlakken onderscheiden?

Hoogteverschil: groot, middelmatig of klein Helling: steil of zacht Horizonlijn: Vlak, gebogen of getand Helling: steil of zacht

De 3H’s: vormen Het reliëf Horizonlijn groot / middelmatig / klein Helling steil / middelmatig / zacht Hoogteverschil groot / middelmatig / klein

Water vloeit van bron naar monding Bron altijd hoger dan monding Van hogere hoogtelijn naar lager gelegen hoogtelijn

Water stroomt recht naar beneden. Water stroomt loodrecht op de hoogtelijnen. De richting van stromend water is af te lezen op de hoogtelijnen. Des te groter het verschil tussen 2 hoogtelijnen, des te sneller het water naar beneden vloeit.

Valleien Beide kanten van een vallei  dalwanden  hellings-vlakken (steil, gebogen of zwak hellend * Steil: hoogtelijnen dicht bij elkaar * Zwak: hoogtelijnen ver van elkaar Soms tussen hellingsvlakken een kniklijn

Valleien Kniklijn = de steilte van de helling verandert Vallei begrensd door waterscheidingskammen Waterscheidingskam = grens tussen 2 stroombekken Stroombekken = hoofdrivier + bijrivieren

Dalen Water  energie  insnijding van een rivier in landschap Door insnijding ontstaan er valleien en dalen Diepste delen van een dal = dallijn Indien rivier  dallijn Indien geen rivier  verbind laagste punten (hoogtelijnen) 6 soorten dalen Alluviale vlakte  afzettingsmateriaal na overstromingen

Vlakdal en vlakbodemdal Kenmerken vlakdal: Zachte hellende dalwanden Dalbodem= alluviale vlakte Rivier met meanders Kenmerken vlakbodemdal: - Dalwanden; zacht oplopend tot steil Brede, vlakke dalbodem

U-dal en V-dal Kenmerken V-dal: - Steile dalwanden komen samen in rivierbedding Geen dalbodem V-vormig dwarsprofiel Kenmerken U-dal of trogdal: Hoge, zeer steile dalwanden Vlakke dalbodem U-vormig dwarsprofiel

Kloofdal en boogdal Kenmerken boogdal: Boogvormige dalwanden steil bovenaan  zacht hellend onderaan Dalbodem = alluviale vlakte Kenmerken kloofdal: Nauw dal Overwegend verticale dalwanden Grote verticale erosie

Oefening hellingsvlakken dalwanden hoogteverschil kniklijn

Dallijn Waterscheidingskammen